Op de zoektocht naar mijn Indische identiteit vraag ik mij dit keer af: Hebben wij goede humor? Het woord ‘goede’ wil ik benadrukken, omdat ik anders zou suggereren dat humor etnisch bepaald is. Ook ben ik me bewust van het feit dat smaak een grote rol speelt. De spekkoek-humor en lemper-kolder laat ik dan ook maar even buiten beschouwing: grappen voor en door Indo’s en daardoor vaak onbegrijpelijk voor niet-Indo’s en niet ingewijde Indo’s. Ikzelf behoor tot die laatste categorie, omdat ik die niet met de Indische paplepel heb meegekregen.

Als theatermaker en Indo ben ik geïnteresseerd in wat Indische humor is. Op zoek naar een antwoord begin ik dichtbij. Ik bevind me op de verjaardag van één van mijn Indische familieleden. Oom 1 zit duidelijk op de praatstoel: ,,Ik heb hem nog gezegd dat hij geen dvd-speler van dat merk moest kopen. Die hopeloze rotzooi is al kapot voordat je het uit de doos haalt. Ik heb hem gewaarschuwd!”

De andere ooms en mijn vader lachen. Oom 5, de bezitter van de kapotte dvd-speler, is niet aanwezig. “Hij kan beter zijn geld terug vragen plus het geld voor de benzine, omdat hij al zo vaak terug naar de winkel is geweest.” Er wordt gegniffeld en gegrinnikt. Een tante zegt beteuterd dat het best heel vervelend is.

Vervelend misschien, maar zeker niet grappig. Voor mij is dit een combinatie van slechte humor en roddelen. Ook nog laf, oom 5 is niet eens aanwezig. Aan de andere kant maar goed ook, want  hij zou meteen in de verdediging schieten en roepen dat zijn dvd-speler van een doorgaans betrouwbaar merk is. “Zo niet de beste kwaliteit!”

Ook maken mijn ooms maken doorlopend grappen over andermans tekortkomingen. Vroeger moest ik het ieder verjaardag weer ontgelden door mijn grote kroepoek-oren. “Hee, pat, wat kan je met die oren? Surfen!” Helaas is hun humor, net als mijn oren, niet meegegroeid naarmate ik ouder werd.

Een ander onuitputtelijk onderwerp van mijn ooms is hoe schijterig de ander is. Letterlijk èn figuurlijk. Dan vliegen er dingen door de kamer als (letterlijk): ,,Die stank als hij weer eens in zijn broek poepte… Bah!”. Of (figuurlijk):  ,,Hij durfde niets en zat alleen maar te jammeren bij zijn moeder…” Wederom volgt het gegniffel van de anderen, alsof ze als kind in de poep- en plasfase zijn blijven hangen. Mijn oren klapperen ondertussen van onbegrip.

Volgens onder anderen Plato is dit soort humor een voorbeeld van superioriteits-humor. Dat kan af en toe best leuk zijn, maar als de humor op onze Indische verjaardagen maatgevend is, is het met de humor van de gemiddelde Indo armoedig gesteld. Zo flauw dat geen snufje zout daar iets aan kan veranderen.

Eigenlijk denk ik dat voor de meeste Indische mensen, zoals mijn ooms, geldt dat ze te bescheiden zijn om een scherpe grap te maken over bijvoorbeeld de val van het kabinet. Omdat het niet Indisch gerelateerd is misschien, of uit respect of bescheidenheid?

Een Molukker, zanger in een band, zei eens tegen mij: “Als een Indo goed gitaar kan spelen krijg je hem op een feestje na enig aandringen pas op een podium. Kan een Molukker drie akkoorden spelen bestaat er de kans dat hij meteen het podium opspringt en de hele avond die drie akkoorden staat te spelen”.

Dat vond ik overigens wel een heel grappig beeld. Maar de onderliggende boodschap dat Indo’s zichzelf censureren vanuit bescheidenheid stemt een liefhebben als ik niet vrolijk. Wat mijn ooms betreft, wat kan hen nu gebeuren? In het ergste geval roept de tante: ,,Zij doen wel hun best in Den Haag hoor, dus doe maar aardig jij.”

Nu ik vastloop in mijn zoektocht naar Indische humor vraag ik u als lezer: Wie is of kent er die Indo die, op (Indische) feestjes, zonder enige gene, scherp en humoristisch uit de hoek durft te komen over politiek en andere maatschappelijke onderwerpen? Laat je/ze zien en horen. Namen, anekdotes, filmpjes, kom maar op. Ik heb overal oren naar… Wellicht zit er nog groot onontdekt talent tussen!