Testteam: Nina Schreefel, Liselore Rugebregt, Stéphanie Bloemers, Nora Iburg en Charlie Heystek A.K.A. The Utrecht-Crew

Met vijf vrouwen drommen wij rond de toonbank van Toko Mitra waarachter de schalen met gerechten staan uitgestald. Verlekkerd staren we naar het eten en roepen af en toe uit herkenning: ‘Oh, dat moeten we nemen!’ We besluiten van-alles-wat te bestellen zodat iedereen overal van kan proeven, een soort Indische tapas.

Het meisje van de toko probeert kaas te maken van ons gekakel als tijdens het bestellen onze ogen steeds op andere lekkernijen vallen. ‘Ohh, ze hebben ook nog hapjes!’ Als we de zeven gerechten en vijf hapjes afrekenen komen we tot de ontdekking dat we helemaal geen nasi hebben.. ‘Eh, mogen we nog vijf porties nasi?’ vraagt een van ons. Charlie draait zich van schaamte om, Nora geeft haar van repliek: ‘Ik denk niet dat ze het erg vindt hoor, ze verdient aan ons!’

Charlie trekt het antieke servies van haar oma uit de kast en dekt de tafel terwijl NinToko Mitra Utrecht @ Charlie Heysteka Chef Magnetron is en de hapjes opwarmt. Ondanks het iets hogeren slapheidsgehalte, als gevolg van het gebrek aan een frituurpan, smult Charlie van de martabak met een heerlijke zachte, goed gegekruide en rijke vulling. Bij Nina en Stephanie gaan de risolles er in als zoete koek, ‘Ja, gewoon lekker’ luidt het commentaar. Het enige commentaar op de frikadel djagung van Nora en Liselore betreft het ontbreken van hele maiskorrels, ‘Ja, dat is toch niet helemaal zoals oma ze maakt.’

Als we tot de hoofddis over gaan zegt Nina ineens: ‘Ja, maar ik heb het allang opgegeven te zoeken naar een toko die net zo kookt als oma, die bestaat gewoon niet.’ Tot we de rendang proeven. Heerlijk mals vlees, die precies goed gekruid is en verrassend blijft. Zoals rendang hoort, je moet blijven proeven en de kelapa is nog terug te vinden. Een absolute top dus.

De eerste nop die we tegenkomen is de saté. Hij is niet gemarineerd waardoor de satésaus moet het doen. En dat is mooi balen voor Liselore, want die heeft een pinda-allergie. Enigszins beteutert kijkt ze naar het stokje met kippenblokjes die zelfs geen sporen van een koolvuurtje bevatten. Hiervoor hoef je niet terug te komen.

De sajoer lodeh, sambal goreng boontjes worden zonder al te veel commentaar naar binnen geschoven. Charlie vraagt hoe de rest van de dames het vindt. ‘Wel aardig,’ definieert Nina het als eerste redelijk neutraal. ‘Ja,’ zegt Nora, ‘het is wel okay, maar niet zo bijzonder?’ Waarop Stéphanie zegt: ‘Het is niet heel erg spannend, nee.’

Wel erg lekker is de nasi kuning die zacht van smaak is en daardoor de gerechten goed begeleid. De ajam ritja ritja blijft het langst onaangeroerd staan. We hebben allemaal ervaring met ritja-gerechten die zo heet zijn dat je niet meer uit je ogen kunt kijken en die andere gerechten als een soort alles verzengende meester overheersen. Vaak om de slechte kwaliteit van het vlees te verbergen. Maar, bij Toko Mitra is dat niet het geval. De kip is -verrassend- mals en hij is goed pittig, maar de tranen springen ons absoluut niet in de ogen. We kunnen zelfs concluderen dat er redelijk smaak aan zit. Ook niet erg bijzonder of verrassend, maar zeker niet slecht.

Ineens komt naar aanleiding van oma’s kookkunsten ook de blauwe vlek boven de billen ter sprake. Stéphanie vraagt of een van on die nog heeft. Niemand, zij wel. ‘Broek uit!’ roept Liselore, ‘dat wil ik zien!’ Stéphanie neemt nog een hap van haar sajoer, staat op en zegt: ‘Maar niet op mijn vetjes letten’ en laat een bijzondere blauwe vlek op haar heup zien. ‘Ajooh!’ roepen we allemaal uit. Grinnikend eten we verder. Alles gaat op, er wordt niets weggegooid. Tijdens de koffie komen we tot de conclusie dat we lekker hebben gegeten, dat de rendang om je vingers bij af te likken, maar dat de saté toch wel een teleurstelling was. Onze beoordeling:

 

 

 

 

 

Toko Mitra, Lange Viestraat 2, Utrecht. www.tokomitra.nl