Een doodnormale vrijdagavond. Een avond waarop ik gewoonlijk met mijn vriendje zou chillen, of een drankje zou doen in de stad met een paar vriendinnetjes. Deze avond was anders. Ik ging namelijk uit eten met tien partners in crime van Indisch 3.0.

Toen ik aankwam bij restaurant ‘De Courant’ in Utrecht, stonden er al twee anderen te wachten. Charlie, mijn mede powerpuff girl, zoals ons groepje uit Utrecht binnenskamers wordt genoemd. Haar altijd opgewekte stem kwam me al vanaf een afstandje tegemoet. Naast haar stond Bryony, een prachtige meid die ik alleen nog maar kende van haar foto op Indisch 3.0. Geen Indonesische keuken voor ons vanavond, maar de heerlijke Italiaanse cuisine stond op het menu. Indo’s eten immers alles, toch?

Na een tijdje aan de bar te hebben gehangen, kregen we onze tafel toegewezen. Toen de avond vorderde, wisselden we af en toe van plek. We kenden elkaar immers nog niet allemaal, maar daar zou snel verandering in komen. Toen ik tegenover Willem-Jan, beter bekend als Merah, kwam te zitten, stelde hij me een vraag waar ik lang over ben blijven nadenken; ‘Merk je op dit moment dat je met alleen maar Indische mensen bent?’. Ik dacht na en keek toen naar Roosje, die naast me zat. Ik keek Merah aan en zei: ‘Nee, niet per se.’ Ik vroeg hem hoe hij erover dacht. Met een twinkeling in zijn ogen vertelde Merah dat hij het wel degelijk voelde. Een soort saamhorigheidsgevoel, een band. Bijna meteen had ik spijt van mijn antwoord. Ik dacht namelijk terug aan hoe de avond tot dan toe verlopen was, aan hoe iedereen enthousiast, maar toch bescheiden op elkaar reageerde. Hoe iedereen zich, ondanks dat we elkaar nauwelijks of niet kenden toch op zijn gemak voelde.

Toen het gesprek even stil viel en ik van mijn drankje nipte, keek ik eens om me heen. Ja, ik was vanavond op stap met alleen maar Indo’s. Voor een buitenstaander was dit waarschijnlijk niet te merken. Niet aan ieders uiterlijk is het namelijk op het eerste gezicht te zien. Ik vroeg me af wat andere mensen zouden denken als ze ons groepje zo bij elkaar zagen. Is het familie? Collega’s? Of gewoon vrienden? Ik keek nog eens om me heen. Ja, eigenlijk zijn we het alle drie.