Oranje gekte - Patrick NeumannIn de aanloop naar een Europees- of Wereldkampioenschap wordt opa altijd stiller. Hij maakt minder grappen en, heeft hij een keer de lolbroek aan, dan hebben zijn opmerkingen een negatieve ondertoon en zijn ze doordrenkt van cynisme.  Opa heeft een hekel aan voetbal en met name aan het Nederlands elftal en hun deelname aan kampioenschappen.

Opa’s negatieve houding naar Oranje ligt niet aan de spelers, aan maar de heisa eromheen. Dat ‘we de beste zijn’ en ‘we die beker wel even op komen halen’, of ‘alleen nog een paar partijtjes moeten ballen voordat dat ding mee naar huis kan’. Dat arrogante en nonchalante gedoe frustreert opa al jaren. Daarom is hij anti-Oranje. Tot grote ergernis van zijn (klein-)kinderen.

Elk toernooi is er wel een wedstrijd van het Nederlands elftal die de familie met elkaar kijkt. Zit iedereen uitgedost voor de televisie met een oranje sjaal, muts of t-shirt, weet opa de sfeer nog voor de aftrap te verpesten door zich in het zwart te hullen. Oma heeft vroeger wel geprobeerd om opa dan alsnog een pet op te zetten of hem een toeter in zijn handen te duwen. Tijdens het WK twee jaar geleden liep dat echter volledig uit de hand. Opa beende woest de kamer uit en de vuvuzela kon de vuilnisbak in.

Een terugkomend ritueel van opa is om, als het net spannend is, de afstandsbediening te pakken en te zappen naar een ander kanaal. Ze verliezen toch, zegt hij dan. Zegt de commentator dat  Nederland goed  combineert of dat de spelopbouw ruim voldoende is, gaat opa hardop met de verslaggever in discussie. “Die man is blind”, “Waarom zenden ze deze rotzooi uit”, “Het is allemaal hopeloos”. Toch gaat geen familielid er tegenin. Misschien dat een oom of tante zegt: “Och pa, is toch gezellig zo samen?”

Maar opa wil niet meedoen met de oranjegekte. Dat verplichte saamhorigheidsgevoel. Laten zien dat je er mag zijn en dat ze niet om je heen kunnen. Daar gaat het die miljoenen gekken toch om? Die constante hang naar erkenning. Laat opa dat woord nu heel goed kennen. Erkenning. Daar wacht opa zelf al jaren op. Een verliezend Oranje is een kleine pleister op de wond en voor opa een soort oog om oog, tand om tand.

Niet dat opa zuur is. Hij gunt die voetballers het sportieve succes heus wel, maar hij gunt het zijn land niet. Een verloren WK-finale voelt goed en als Nederland dit jaar de groepsfase niet overleeft zal opa van binnen lachen. Heel hard lachen. Krijgt opa voor één moment genoegdoening. Zoete, onschuldige wraak die de bittere nasmaak van zijn verleden even doet verdwijnen. Heel even.