De Javastraat. De geur van Turkse pizza’s en Surinaamse roti, dan weer gegrilde kebab. Groepjes jongens rondhangend op de stoep voor belwinkels, waar vrouwen op hippe mamafietsen passeren, pratend tegen hun mobiel. Kraampjes met verse groenten waarvoor oudere gesluierde dames in vreemde talen discussiëren met bebaarde mannen in djellaba. Daartussen toeristen, kaartlezend of met koffers op weg naar het Stayokay hostel op het Timorplein. Wat voel ik me thuis, hier in de Indische buurt.

De Javastraat: het economische hart van de buurt. Aan de gevels wapperen Nederlandse, Surinaamse en Marokkaanse en allerlei andere vlaggen naast elkaar.

De Javastraat: het economische hart van de buurt. Aan de gevels wapperen Nederlandse, Surinaamse en Marokkaanse en allerlei andere vlaggen naast elkaar.

En wat een welkom: de zon heeft het grootste deel van de afgelopen week geschenen en vanaf mijn nieuwe huis in de Balistraat, is alles te voet goed te bereiken. Op slippers en in oude kleding met verfspetters, loop ik dagelijks door de straten van de buurt. Zorgvuldig probeer ik alle indrukken in me op te nemen. Tussen het klussen door leer ik mijn nieuwe buurt –die nog altijd kampt met een slechte naam- elke dag een stukje beter kennen. Vandaag zet ik mezelf op een stoel in de zon op mijn balkon om die indrukken te verwerken tot een verhaal voor de tweede aflevering van Indische buurten. Ik kan even niets fijners verzinnen.

Het oude badhuis op het Javaplein. Nu een gezellig cafe.

Het oude badhuis op het Javaplein. Nu een gezellig cafe.

De buurt werd aan het begin van de twintigste eeuw gebouwd om de toestroom van havenarbeiders naar Amsterdam op te vangen. Toen vanaf de jaren zestig de havens in Oost niet meer werden gebruikt, kwam de buurt meer geïsoleerd te liggen. Doordat de wijk nog altijd wat is weggestopt achter spoorbruggen in een hoek van de stad, kom je er eigenlijk alleen als je er echt moet zijn of als je er woont. Tot ik er ging wonen kende ik de buurt alleen uit verhalen.

Op de Kolenkitbuurt/Overtoomse Veld en Slotervaart na, heeft de Indische buurt de slechtste reputatie van Amsterdam. Sociaal-economisch ‘scoort het slechter dan gemiddeld’ en staat het op de lijst van probleemwijken van oud-minister Ella Vogelaar. In een poging om de zogenaamde Vogelaar-wijk te veranderen in een succeswijk, neemt de gemeente geen halve maatregelen: o.a. uitgebreide renovaties en nieuwbouwprojecten moeten het tij keren. Een proces van ‘gentrification’ wordt hier aangezwengeld: het grondig opknappen van de huizen en het verkopen van een deel van deze sociale huurwoningen, moet mensen van hogere inkomens aantrekken.

een groot deel van de woningen in de buurt zijn ontworpen door architecten van de Amsterdamse School, zoals deze door Berlage.

Een groot deel van de woningen in de buurt zijn ontworpen door architecten van de Amsterdamse School, zoals deze door Berlage.

Zoals in de meeste Indische buurten herinneren de straatnamen aan Nederlands-Indië, neerlands koloniale trots van weleer. Op de naambordjes lees ik de namen van zo ongeveer alle bekende eilanden en plaatsen in de Archipel als Borneo, Celebes, Madoera, Makassar, Timor, Batavia etc., maar ook van minder bekende als Djambi, Banka, Riouw en Kramat. Met een pijnlijke gevoel voor historische accuraatheid zijn er twee Atjehstraten, de “Eerste” en de “Tweede”. Nederland voerde eind negentiende eeuw immers twee oorlogen tegen het toenmalige onafhankelijke sultanaat in het noorden van Sumatra (waar ik in een ander verhaal op deze blog overigens al eerder iets over schreef).

De as van de Indische buurt heet “Insulindeweg”, naar de dichterlijke benaming van de kolonie. Het commerciële en economische hart van de wijk ligt iets noordelijker en is toepasselijk vernoemd naar het eiland Java. Net als in Nederlands-Indië is dit de plek waar het gebeurt: talloze kleine winkels en grotere bedrijven van winkeliers uit alle windstreken waar je alles kunt krijgen wat je nodig hebt, en –misschien nog wel leuker- alles wat er aan eten bestaat, kunt vinden.

Geplande nieuwbouw: het Borneohof.

Geplande nieuwbouw: het Borneohof.

Wat is er verder eigenlijk Indisch aan de Indische buurt in Amsterdam, vraag ik me af. Behalve in naam was het nooit een buurt van of voor Indische mensen. De meeste Indo’s en Molukkers kwamen namelijk vanaf de jaren vijftig terecht in de Westelijke tuinsteden (Slotermeer, Slotervaart, Overtoomse veld, Geuzenveld en Osdorp), plekken in de stad waarop zij wel hun stempel drukten. Desalniettemin wonen ook hier wel wat Indo’s. Ook zijn er een paar toko’s te vinden. In de mêlee van talen die hier wordt gesproken vang ik af en toe een gesprek op in rap Indonesisch, of toch Maleis?

Toko Key op de hoek Insulindeweg Molukkenstraat verkoopt heerlijke Indische en andere Aziatische gerechten.

Toko Key op de hoek Insulindeweg Molukkenstraat verkoopt heerlijke Indische en andere Aziatische gerechten.

Een echte ‘Indische blikvanger’ op de hoek van de Insulindeweg en de Molukkenstraat is de afzichtelijke ‘jaren tachtig’-gevel van Chinees-Indisch restaurant Kota Radja. Verderop staan wat onaantrekkelijke huizenblokken met kleine, verouderde sociale woningen. De panden staan nog op een wachtlijst voor renovatie. Een paar ramen zijn al dichtgetimmerd, op de houten platen staat onleesbare graffiti en er ligt rommel op straat. Is dit het beeld wat de Indische buurt zo berucht heeft gemaakt?

In mijn ogen is de Indische buurt, ondanks de niet te negeren problemen, vooral rijk door zijn diversiteit. Zo’n 150 verschillende nationaliteiten wonen hier door elkaar heen. Vorig jaar verschenen er twee fotoboeken die dat op een prachtige manier vastlegden; De Wereld in een straat die fotograaf Suzanne Plamper maakte samen met Rogier Alleblas en De buurman, z’n ex & de eigenaar van de wasserette van Maarten Tromp. Dit laatste boek is een antwoord van de fotograaf op de volgens hem vaak overdreven negatieve berichtgeving over de buurt. Met zijn camera ging hij op zoek naar beelden die de negatieve beeldvorming konden nuanceren.

Ook het beeld dat ik zelf tijdens mijn kleine wandelexcursies van de wijk heb gekregen, is veel genuanceerder dan het beeld dat ik altijd van de wijk had: als er één plek is waar de multiculturele samenleving op een geweldige manier gestalte heeft gekregen is het hier wel vind ik. En wat is er eigenlijk mooier dan dat dat juist hier is, in de wijk wiens naam herinnert aan een van de eerste culturele vermengingen? Wat mij betreft is de Indische buurt het best bewaarde geheim van Amsterdam. Als je er nog nooit geweest bent wordt het hoog tijd eens een kijkje te nemen…

N.B. Morgen, 14 augustus, de dag voor de nationale Indië-herdenking in den Haag , is er in de omgeving van Amsterdam een Indië-herdenking, namelijk in Amstelveen, klik hier voor de locatie en het programma.

Bronnen en leestips:

Een korte geschiedenis en achtergrond Indische buurt Amsterdam: http://www.kei-centrum.nl/view.cfm?page_id=1897&item_type=project&item_id=326

Een interessant boek over de historie van de Indische buurt van Amsterdam: http://www.stadsboekwinkel.nl/index.php?action=pdetail&cid=1&bcid=40&id=270