Den Haag, 17 augustus 2008
door Kirsten Vos

Afgelopen vrijdag was ik met vele anderen zoals ‘Paatje’ Phefferkorn, minister-president Balkenende en Marscha Holman, bij de Waterpartij in Den Haag om te herdenken dat 63 jaar geleden de Tweede Wereldoorlog in Nederlands-Indië eindigde. De herdenking was dit jaar integer, persoonlijk en indringend, dankzij de voordracht van Kick Stockhuyzen en een korte declamatie van Sanne van der Velde. Uit een aantal korte reacties van aanwezigen op de herdenking bleek echter dat Indische overlevenden de bersiap, de Indonesische vrijheidsstrijd, onlosmakelijk blijven verbinden met de Japanse capitulatie op 15 augustus 1945.

Het monument

Het monument

Indische generaties herdenken
Ferry van Dam, tweede generatie Indo, is er met zijn moeder en twee dochters: “Ik ben er elk jaar. Ik vind het belangrijk om te herdenken.” Op zijn arm heeft Ferry een tatoeage. “Ik heb twee familiewapens gecombineerd en de namen van mijn dochters erin laten zetten, Faya en Dewi. Ik kwam voor het eerst op dat idee toen ik in 2006 in Indonesië was.” Harry van Kleef, tweede generatie, en Jeffrey Rozema, derde generatie, staan naast ‘Paatje’ Phefferkorn en laten tijdens de herdenking de Indo-Melati vlag wapperen. Paatje zelf vlagt alleen met de Indo-Melati vlag: “De Nederlandse vlag is nationalistisch en nationalisme leidt alleen maar tot oorlog.” Van Kleef: “Wij steunen Paatje in zijn streven. Daarnaast ben ik hier voor mijn vader. Hij zat in kamp Maumere. De oorlog brak uit toen ik drie jaar was. Ik heb mijn vader nooit gezien.” Rozema: “De herdenking is terecht. Zo veel mensen hebben zo veel goeds gedaan, het is goed dat ze vandaag aandacht krijgen. Ik ben hier voor mijn opa. Hij is mijn held. Hij zat in Japan als krijgsgevangene. Als we samen gaan wandelen, vertelt hij me wel eens verhalen. Hij vertelt natuurlijk niet alles. Dat begrijp ik wel.”

Saluut

Saluut

De stille helden van Kick Stockhuyzen
In een krachtige uiteenzetting vertelt voormalig acteur Kick Stockhuyzen over zijn stille helden. Stockhuyzen: “In het jongenskamp van het 15e bataljon was het verboden om een potlood of papier te hebben, beschreven of onbeschreven. Kennisoverdracht was verboden. Op elke bijeenkomst stond een straf en die was dat je gevangene werd van de Kempei Tai, de Japanse militaire politie. Daar, wist je, zouden marteling en onthoofding je lot zijn. Toch waren er in het kamp mannen die hun leven riskeerden om ons jongens te onderwijzen. Ik noem hen de stille helden, want hun namen heb ik nooit gekend.” Elk van hen is hij uit het oog verloren, ze verdwenen uit de kampen en hij heeft ze nooit meer gezien: de wiskundeleraar die les gaf door in het zand wiskundige figuren te tekenen. De dominee die prachtige verhalen vertelde over de Russische revolutie en de Boerenopstand in Zuid-Afrika. En de ongelukkige tolk, die Japans taal- en letterkunde gestudeerd had en dagelijks een aframmeling kreeg omdat zijn vertalingen onder de maat zouden zijn. De gehele speech van Stockhuyzen is online te lezen.

Ken je geschiedenis
“De geschiedenis over wat er in al die kampen gebeurd is moet verteld worden,” besluit Stockhuyzen, “want het ‘Uitverkoren Volk’, Japan, weigert structureel zijn oorlogsmisdaden toe te geven: zelfverheerlijking gaat niet samen met boetedoening. Daarom is het belangrijk dat wij blijven herdenken.” Die mening hoor ik terug als ik enkele aanwezigen om reactie vraag, zoals ‘Paatje’ Phefferkorn: “Leven zonder geschiedenis is als leven zonder een geheugen. Ken je je geschiedenis niet, dan zal die zich herhalen. Ik was uitgemergeld toen ik bevrijd werd, ik woog 21 kilo. En toch, hoe vreselijk die Japanse bezetting ook was, de oorlog die daarop volgde was véél erger.”

Bescheiden vlaggenvertoon in de Haagsche Bomenbuurt

Bescheiden vlaggenvertoon in de Haagsche Bomenbuurt

Treintransporten
Ook Ton Hens, die opeenvolgend in de kampen Tjihapit, Adek en Tjideng gezeten heeft, benadrukt het belang van geschiedenis en legt direct verbinding met de bersiap. “Mensen weten dat niet, maar treintransporten waren er ook in Indië. Ik durf nog steeds de trein niet in. Daarin werden we vervoerd door de Japanners toen we naar de Indische kampen moesten, waar we beschermd zouden worden tegen de peloppers. Eén transport van Semarang naar Jakarta is volledig uitgemoord door de peloppers. Mijn kinderen hebben geen interesse in dit soort verhalen. Toch zou het overgedragen moeten worden.”

Meer zien?
Het NOS Journaal heeft een mooie samenvatting gemaakt van de herdenking, met daarin aandacht voor Kick Stockhuyzen en Diederik van Vleuten. Deze is online te bekijken. Op Indisch4ever vind je een beeldverslag van de herdenking en de voordracht van Kick Stockhuyzen.