Voor het derde deel van de serie Indische buurten’ trekken Charlie Heystek (tekst) en Valérie Harmanus (foto’s) de Indische buurt van Utrecht in.

Lombok, zo heet de Indische buurt hier. Mijn beste vriendin, die aan de rand van de buurt woont, noemt het altijd gekscherend ‘Klein Alanya’. En dat is het ook: op elke hoek van de straat zit wel een Turkse groetenboer, bakker of een lamachun (Turkse pizza) tent.

kanaalweg

De Kanaalstraat die midden door Lombok loopt en waar straten met bekende namen als Balistraat, Javastraat en Sumatrastraat op uitkomen

Toen ik de vraag kreeg of ik voor mijn eerste bijdrage aan Indisch 3.0 een verhaal wilde schrijven over de Indische buurt van Utrecht, vroeg ik me dan ook sterk af wat ik over deze buurt moest vertellen. Ik kom er niet veel, maar wel altijd graag. Omdat ik me thuis voel tussen de Turken, niet vanwege iets Indisch. Ik vond het dan ook moeilijk te bedenken wat ik over Lombok moest schrijven als Indische buurt. Welke link zou ik kunnen leggen met het Indische, behalve de straatnaambordjes die aan onze koloniale geschiedenis herinneren?

Nieuwsgierig lopen Valérie en ik de wijk in. Zij gewapend met haar fotocamera, ik met een schrijfblok en een pen. Lombok is een wijk met een grote islamitische populatie. Vandaag is de eerste dag van drie dagen Eid-ul-Fitr, het einde van de vastenmaand Ramadan, het Suikerfeest is vanavond. Op mijn werk zal het vanavond een komen en gaan worden van Turkse familieleden van mijn baas, een keuken vol baklava en Turkse thee. Ik bedenk me dat het juist vandaag misschien wel leuk even langs de moskee om de hoek te gaan. Maar helaas: hij is dicht. De twee heren die er voor staan fluiten Valérie en mij na.

We besluiten door te lopen en ik krijg het idee om verschillende winkels binnen te gaan om te vragen hoe zij vanavond in Lombok Suikerfeest vieren. Nog geen tien meter verder worden we weer nagefloten. Een man roept naar Valérie: ‘Hey, maak een mooie foto van mij!’. Aan de overkant hangen wat groepjes Turkse jongeren op straat. ’Hoe maak ik dit aantrekkelijk voor Indisch 3.0?’ spookt er door mijn hoofd. Ineens zie ik aan de overkant ‘Kopi Susu’ op het raam staan.

Museumcafé Kopi Susu op de J.P. Coenstraat

Museumcafé Kopi Susu op de J.P. Coenstraat

Die naam herken ik. Voordat ik Lombok ging verkennen, had ik al het een en ander aan research gedaan naar achtergronden van de wijk. Kopi Susu is een cultureel café in Lombok dat samenwerkt met het project ‘Linken Leggen Lombok’. Dit project probeert door middel van verschillende activiteiten de naamgeving van Lombok uit te leggen en op die manier de koloniale geschiedenis levend te houden. Ook proberen ze de eerste groepen migranten (Indische Nederlanders, Molukkers en Papoea’s) in contact te brengen met de latere groepen migranten (Marokkanen en Turken).

Als Valérie en ik het café binnen lopen herkennen we achter de bar direct twee Indische dames. We vragen of ze ons kunnen helpen en leggen uit waar wij mee bezig zijn. ‘Willen jullie wat drinken? Kopi susu?’ Onmiddellijk begint Micky, een van de twee bardames, enthousiast te vertellen. Het doel van Kopi Susu is om mensen met verschillende culturele achtergronden bij elkaar te brengen: ‘niet alleen Indische mensen, maar mensen van alle culturen.’ Het culturele café ontvangt geen subsidie en is daarom maar vier dagen per week geopend. ‘We hebben er simpelweg het geld niet voor vaker open te zijn.’ We hebben dus geluk dat ze net vandaag wel open zijn. Ik vraag of er nog iets ‘echt Indisch’ in de buurt te vinden is. Micky kijkt me aan, denkt even en zegt dan ferm: ‘Nee, eigenlijk niet echt.’ We praten verder, honderduit over Indische dingen, de geschiedenis, de Indische ‘klik’ die ik niet kan uitleggen is er.

In gesprek met Micky

In gesprek met Micky

Achterin zie ik een kamer met knalroze wanden. ‘Wat dachten jullie? Deze kamer geven we de kleur van stroop susu?’ vraag ik lachend. Dan stapt er een Nederlandse dame binnen: ‘Heb jij die flyer voor de krontjongmiddag nog opgehangen?’ Micky haakt er direct op in en stelt ons voor: ‘Dit zijn Valérie en Charlie, derde generatie Indo’s. Ze zijn met een verhaal bezig voor een Indische weblog.’ De dame nodigt ons uit om dezelfde middag nog langs te komen bij de krontjongmiddag: ‘Het wordt georganiseerd door Nusantara Indah. Er zijn veel Indische en Nederlandse mensen, maar ook mensen van andere culturele achtergronden. We spelen en zingen samen krontjong, jullie zijn meer dan welkom.’ Direct besluiten we: dat moeten we doen.

Als de koffie met melk op is, hobbelen we in de richting van het buurthuis waar de krontjongmiddag plaats vindt. We raken de weg al snel kwijt,en als we twijfelen of we wel bij het juiste adres zijn, verschijnt gelukkig de dame van het café. ‘Wat leuk dat jullie er zijn! Ik heb het al even over jullie gehad. Kom binnen, kom binnen!’ We worden warm onthaald door de aanwezigen. Er wordt ons kort uitgelegd dat ze deze middagen organiseren om de buurtbewoners dichter bij elkaar te brengen en hoe de uitspraak van het Maleis te leren. Minuten later zing ik uit volle borst zing ik mee met ‘Ayun ayun’ en ‘Nina bobo’. Een van de Nederlandse aanwezigen lacht breeduit naar me.

Krontjong spelen en elkaars cultuur leren kennen

Krontjong spelen en zingen en elkaars cultuur leren kennen

Ik verbaas me over het feit dat, terwijl verwachtte alleen Turkse Nederlanders te vinden, ik in deze wijk ineens krontjong aan het zingen ben. Dan spelen ze ‘Terang Bulan’. Ik krijg tranen in m’n ogen: op dit liedje ging mijn opa tijdens zijn begrafenis min of meer ‘swingend’ te kerk uit.

Tot zover de bijnaam ‘Klein Alanya’. Ik besluit de Indische buurt voortaan weer Lombok te noemen.

 

Klik hier voor meer achtergronden over de wijk Lombok en bezoek ook de site van het leuke initiatief Linken Leggen Lombok.