“Ik ontdekte kort geleden pas dat oepil geen Nederlands woord was.”

Het tiende interview in de reeks Jonge Indo in de provincie… is anders dan anders verlopen. Niet alleen is het veel te laat (het was gepland voor eind januari). Maar na het interview met Iris Zwarts (21 jaar) in Nijmegen, Gelderland, overweeg ik om uit te zoeken of er in Den Haag een dagopvang voor Indische ouderen is: vanmiddag was ik weer even bij mijn eigen grootouders thuis. Geen wonder dat Iris hier vaak is.

vlnr: Iris, Iris en mw. Allen (bezoekster), Iris en haar moeder, Iris.

Familierecepten
“Kom anders naar de dagopvang voor Indische ouderen, waar ik vrijwilliger ben”, stelde Iris voor. En zo zat ik opeens tussen ruim 25 Indische ouderen, die elkaar gedichten voorlazen en lootjes trokken voor Valentijnsdag. “Op woensdagen en zaterdagen is deze locatie open voor Indische mensen,” vertelt Iris, die in Breda Toerisme & Recreatie studeert . “De meesten wonen hier in de buurt. Ze komen hier gewoon heen om een leuke dag te hebben. Ze maken de lunch zelf, Indisch eten natuurlijk, en vaak gebruiken ze familierecepten. (glimlachend) Erg goed voor mij trouwens, ik leer enorm veel recepten hier. Ik weet eigenlijk niet meer hoe lang ik dit al doe. Ik ben één keer met mijn moeder meegekomen en ik ben blijven hangen. Misschien heeft mijn moeder me toen wel meegevraagd omdat ze zag dat ik er meer mee bezig ben dan mijn broer en zus, dat zou best kunnen. Mijn Indische grootouders zijn er niet meer, maar het is nu alsof ik allemaal opa’s en oma’s heb. ”

Normen en waarden
De verbondenheid met familie komt ook terug in twee kettingen die ze draagt. “Mijn moeder heeft deze van mijn oma gekregen en gedragen toen ze even oud was als ik. Mijn oma leefde toen nog. Dus het voelt wel alsof we daardoor nu met zijn drieen zijn.” Maar, de vader van Iris komt uit Groningen. Waarom voelt ze wel betrokkenheid bij de Indische ouderen in De Ceder en niet met de Nederlandse? “Hmm. Dit is deel van mij, ik heb hier behoefte aan. Hier krijg ik een warm onthaal, ik voel herkenning, het is iets dat ik graag in mijn leven wil hebben, het past bij me. Verder, ik heb nooit echt gesprekken gehad met mijn eigen Indische oma, ik weet heel weinig over de voorgeschiedenis van mijn familie. Dat zal altijd wel een mysterie blijven. En ik leer hier veel, mensen zijn best wel openhartig eigenlijk.” Dan lacht Iris voluit: “En ze maken heel goed duidelijk wat hun normen en waarden zijn. Die laten ze je echt wel weten!”

Trots
Merkt Iris ook buiten De Ceder dat ze als Indische opgevoed is? Wederom lacht ze. “Ja, met vriendjes bijvoorbeeld. Ik heb een Indonesisch vriendje gehad. Ik hoefde hem heel weinig uit te leggen. Als ik drie keer nee zei, wist hij dat ik iets juist wel wilde. En ik denk dat mijn temperament ook Indisch is.” Opeens slaat ze vastberaden haar armen over elkaar. “Ik ben er wel trots op om anders te zijn. Ik ben er trots op dat ik verbonden ben met deze gemeenschap, dat ik daarbij hoor. Maar ik ben me er niet altijd bewust van dat iets wat ik doe Indisch is. Vaak genoeg heb ik tegen mijn moeder gezegd, ‘Mam, ze begrijpen me niet.’ Zo ontdekte ik ook pas kort geleden dat oepil geen Nederlands woord was.”

Indonesië
In de toekomst blijft het Indische een rol in Iris’ leven spelen, en niet alleen door het vrijwilligerswerk in De Ceder. “Ik ga in het najaar met mijn zusje een rondreis maken door Australië en Indonesië. Ik wil graag de basisschool van mijn oma zien en krijg vast nog veel meer tips van mijn moeder. Zij is er een keer geweest. Ze herkende zich niet heel erg in de mensen, dat begrijp ik ook wel, ikzelf lijk ook niet direct op échte Indonesiërs. Ik verwacht zelf, tja, wie weet hebben ze er dezelfde gebruiken als in China, waar ik met mijn studie geweest ben, en dezelfde hitte. Ik verwacht ook weinig herkenning, maar misschien wel van dingen uit De Ceder. Verder wil ik na mijn studie gaan werken in de interculturele communicatie. Hoe ga je als Nederlander om met mensen uit bijvoorbeeld China of, als ik erg enthousiast ben geworden door de rondreis, uit Indonesië? Nee, op internet ben ik weinig actief. Ik zou wel willen weten of er ook dingen voor jongeren georganiseerd worden buiten de grote steden. Bijvoorbeeld in de buurt van Nijmegen. Of Breda.”

Verbonden
Het voortraject was niet erg vlot verlopen: ik heb het interview een paar keer af moeten zeggen, waardoor er in januari geen interview op Indisch3.0 gestaan heeft. Achteraf ben ik daar blij om; Iris had me pas in De Ceder uitgenodigd na mijn twee afzeggingen. Tegen het einde van mijn bezoek vertelt de niet-Indische stagiaire Gulsen dat ook zij een sfeer van huiselijkheid en familie voelt op de woensdagen: “Ik wil activiteitenbegeleider worden, ik vind dit echt heel erg leuk. Vooral met de Indische mensen. Zij zijn veel meer, tja, verbonden met elkaar. De Nederlandse mensen, die komen op maandag, die zijn misschien een beetje afstandelijker.”

Volgende keer gaat Ed naar de provincie Flevoland. En dan zijn we alweer bijna aan het einde van deze reeks gekomen. Woon jij in Flevoland en wil jij je laten interviewen? Stuur dan een mailtje naar redactie@indisch3.nl.