Tot het moment dat ik op kamers ging, twee jaar geleden, had ik me nooit gerealiseerd hoe zichtbaar het Indische in mijn leven kan zijn. Ik had dan ook nooit gedacht dat sommige mensen stijl achterover zouden slaan van mijn dagelijkse gewoonten en gebruiken. Totdat ik mijn huisgenoten ontmoette. En zij mij… In deze miniserie een greep uit de confrontaties tussen Indisch en Nederlands in een studentenhuis in Utrecht.

Het studentenhuis waar ik een kamer in had bemachtigd, kwam met alles er op en eraan: een smerige en onbegaanbare keuken, een met haren verstopt doucheputje en een al maanden niet schoongemaakt toilet. Ik dacht dat ik in de zevende hemel was beland.

Mijn ouders waren al voor ik mijn diploma had akkoord gegaan met mijn vertrek. Onmiddellijk na mijn laatste examen begon ik enthousiast te klussen in mijn nieuwe stek. Ondertussen verzamelde ik meubilair bij familie en verpakte ik thuis al mijn bezittingen in een paar stevige dozen. Ik stond te popelen, was klaar om weg te gaan. Maar drie dagen voor ik mijn vrijheid tegemoet ging trok mijn moeder mij om middernacht uit bed: ze was woedend.

‘Het gebeurt niet! Je gaat daar niet wonen!’ Compleet verslagen stond ik slaapdronken in de deurpost van de slaapkamer van mijn ouders. ‘Als jij in dat huis gaat wonen ben je binnen een week ziek thuis met allerlei bacteriën en virussen. Het gebeurt niet!’

Ik zag mijn droom in een ondraaglijke damp van schoonmaakmiddelen opgaan. ‘Mam, dat doe ik wel als ik eenmaal daar woon.’ probeerde ik nog. ‘Absoluut niet! Over mijn lijk dat mijn dochter in dat smerige hol gaat wonen!’

Een dag later stormden mijn moeder en ik een van mijn toekomstige huisgenoten omver met tassen vol bijtende middeltjes. Volslagen perplex bleef hij achter bij de voordeur. Bij elkaar kostte het ons achttien manuren om het huis te ontsmetten. Zo schoon was het nog nooit geweest!

Drie dagen na de schoonmaakingreep betrok ik mijn nieuwe en brandschone woonplek. Mijn moeder leverde mij af met twee boodschappentassen vol heerlijk eten. Weer reageerde mijn huisgenoot vol verbazing. Ik vroeg hem of zijn moeder hem ook wel eens wat gaf.

Eigenlijk niet, zei hij. Sterker nog, zijn moeder kwam bijna nooit langs en al helemaal niet om schoon te maken. Nu was ik degene die verbaasd was. Indische moeders mogen misschien streng zijn, ze verwennen je wel en zijn brandschoon!