Den Haag, 27 april 2008
door Kirsten Vos

Laten we eerlijk zijn, ik bén geen lerares. Dus toen de stichting Tong-Tong vroeg of ik een les wilde geven over de repatriëring binnen hun nieuwe project, De Indische School, moest ik even nadenken. Ontzettend leuk en een eer dat ze aan mij dachten, maar kon ik dat wel? Ik heb de repatriëring niet meegemaakt en heb, los van een verdwaalde spreekbeurt, nog nooit voor de klas gestaan. Toch heb ik uiteindelijk vol enthousiasme ja gezegd en ga ik op 21 mei om 19.00 uur in het Bibit-theater van de Pasar ‘lesgeven’, als tweede in de rij van‘docenten’.

Vertellen over mijn onderzoek naar de repatriëring is één ding, vertellen over de repatriëring zelf is een ander, en al helemaal op de 50e editie van de Pasar Malam Besar. In eerste instantie dacht ik, ‘Sta ik daar, ga ik vertellen aan de mensen die vijftig jaar geleden naar Nederland gekomen zijn, wat er toen allemaal gebeurd is. Dat is wat anders dan presenteren wat ik vorig jaar geconcludeerd heb op basis van mijn onderzoek.’ Gelukkig bleek uit de correspondentie met de stichting Tong-Tong dat de organisatoren zich met de Indische School vooral wilden richten op mensen voor wie de Indische geschiedenis juist niet bekend was. Dat gaf de doorslag.

Want als ik me ergens voor wil inzetten, is het wel het doorvertellen van het Indische verhaal. Tijdens de laatste maanden van mijn onderzoek legde ik met enige regelmaat uit waar ik onderzoek naar deed. Een van de meest gehoorde reacties was ‘Goh, wat raar eigenlijk dat ik daar zo weinig van af weet. Ik heb daar op school nooit iets over gehad.’ Dat herken ik zelf ook. Het is dat mijn eigen familie veel sprak over hun achtergrond, én me tijdens mijn studie Media en Journalistiek er verder in verdiept heb, anders was ik net zo onwetend geweest over de Indische geschiedenis als mijn Nederlandse vrienden.

Een Indische School in Den Haag is trouwens niet nieuw. In de jaren dertig, in september 1932 om precies te zijn, opende in Den Haag de Indische School haar deuren. Deze instelling richtte zich op kinderen uit gezinnen die met Europees verlof waren. Het onderwijsprogramma was ingesteld op het onderwijs in Nederlands-Indië, dat verschilde van het ‘Hollandse’ onderwijs. Voor meer informatie over déze Indische School lees je pagina 6 en 7 uit de inleiding van Dorothée Buur (2004).

Maar goed, wat ga ik de 21e mei nou precies vertellen? Ik ga mijn verhaal overwegend richten op mensen die niet bekend zijn met de precieze details van de repatriëring. Ik wil hen vooral vertellen hoe het totaalplaatje van politieke beslommeringen en menselijke ervaringen eruit ziet, vanaf het vertrek van de eerste evacués in 1945, tot aan dat van de late spijtoptanten uit de jaren ’60. Ik hoop dat er ook mensen zullen zijn die de repatriëring zelf hebben meegemaakt, zodat zij kleur aan het verhaal kunnen geven die ik uit boekjes en familieverhalen haal. Voor ideeën en suggesties hou ik me vanzelfsprekend aanbevolen.

De Indische school: de repatriëring – Kirsten Vos
21 mei 2008, 19.00 – 19.45 uur, Bibit-theater
50e Pasar Malam Besar, Malieveld, Den Haag (21 mei t/m 1 juni 2008)

Voor meer informatie: www.pasarmalambesar.nl. Vanaf 2 mei staat het programma van de gehele Pasar op internet.