Verre reizen
brengen veel teweeg
ze spelen in op je gevoel
halen je uit een vast patroon
deadlines zijn er even niet
de tijd is weer van jou
achter de hout bewerkte deuren
schuilt een wereld
die je nog niet kende
uit boeken misschien
‘The Lonely Planet’
maar een boek kent geen geur
geen aanraking
een boek is soms enkel een voorbereiding
op een droom die langzaam tastbaar  wordt
voor mij althans

Ubud
‘Taxi, taxi, you want taxi?’ Geen taxi voor ons vandaag. Enkel ‘wennen’ staat op het programma. Wennen aan het klimaat, het ritme, de geur, de mensen om ons heen, cultuurverschillen. Wennen aan Indonesië. Het gevoel van ‘thuiskomen’ heb ik niet direct. Een teleurstelling? Nee, ik ben Indisch, maar ook Nederlands. Dus wat is thuis? Staat dat in je paspoort of is dat bij je familie? Wat is míjn thuis? Vragen, vragen en nog meer vragen. En ik ben nog geen 24 uur in Indonesië.

Ubud is anders. De straten zijn ongelijk. Ik struikel vaak, moet toch echt mijn voeten beter optillen. Er zijn veel winkeltjes en iedereen wil je iets verkopen. In verschillende boeken heb ik gelezen dat je moet afdingen omdat de prijzen echt te hoog zijn. Afdingen is nooit mijn sterkste punt geweest en dat lijkt nog even zo te blijven. Een oude vrouw zit voor haar winkel waar ze houten sieraden verkoopt. Ik heb een zwak voor sieraden, voor natuurlijk materiaal en voor oude mensen. Ik moet de winkel in. De oude vrouw spreekt bijna geen Engels maar met handen en voeten komen we een heel eind. Ik zie een armband die lijkt op de armband die mijn moeder ooit van haar oma Suus kreeg. Het verhaal gaat dat je minder last van hoofdpijn hebt als je deze armband draagt. Ik wil graag weten of dat hier ook zo is. Daar zit ik dan achter in de winkel naast de oude vrouw te wijzen naar mijn hoofd, terwijl ik ‘auw auw’ zeg. Sommige woorden zijn universeel toch? Ik dénk dat ze me begrijpt. ‘Yes,’ antwoordt ze. ‘You want one?’ Ik kan geen nee zeggen en waarschijnlijk betaal ik teveel, maar ik kan het niet over mijn hart verkrijgen er minder voor te geven.

Na wat langer door de straten van Ubud te hebben geslenterd is het tijd voor eten. In een restaurantje krijg ik een kaart met enkele voor mij, bekende gerechten. De soto doet mij denken aan thuis. Soto is voor mij onlosmakelijk verbonden met mijn verjaardag, mijn verjaardag is verbonden met mijn familie en mijn familie is verbonden met Indonesië. Ik neem soto. Deze is anders, maar toch herken ik de smaak. Terwijl ik eet, denk ik na. Nu ik hier ben besef ik nog meer dat dit kleurrijke land ooit het thuis van mijn opa, oma, moeder, ooms en tantes was. Dat Nederland plotseling hun nieuwe thuis werd. Maar voelde Nederland als thuis? Als ik al zoveel kleine dingen terugvind in Indonesië, de geur, de humor, het verhaal achter de armband, hoe moet het dan voor hun zijn geweest om te aarden in Nederland? Hebben ze er enkel het beste van gemaakt door een stukje Indië mee te nemen naar Nederland en dit van generatie op generatie over te dragen? Vasthouden door doorgeven? Ik weet het niet.