Zoals vele Indonesiërs tijdens Ramadan geniet ik hier even van mijn dutje – Lampu'uk Aceh. Foto: Rennie Roos/ Indisch 3.0 2012.

Zoals vele Indonesiërs tijdens Ramadan geniet ik hier even van mijn dutje – Lampu’uk Aceh. Foto: Rennie Roos/ Indisch 3.0 2012.

Indonesië, augustus 2012

Momenteel is de maand Ramadan volop aan de gang en vasten Moslims wereldwijd. Hoewel Indonesië officieel geen Islamitische staat is, is tijdens Bulan Ramadhan duidelijk te zien dat de Islam hier een grote rol speelt. De afgelopen weken heb ik in verschillende regio’s gekeken hoe Indonesiërs deze maand beleven en gezien hoe het vasten het dagelijkse leven beïnvloedt, in het land met de grootste Moslim-bevolking van de wereld.

Discotheken zijn de hele maand gesloten.

Gesloten
De maand Ramadan begon voor mij in studentenstad Yogyakarta. Hoewel er op het eerste gezicht niet zo veel van te zien was, waren het vooral kleine dingen waar aan je merkte dat het Ramadan was. In karaoketenten werd geen alcohol meer geschonken. Filmhuizen en cafés gingen eerder dicht. Discotheken waren de hele maand gesloten. Fastfoodketens blindeerden overdag hun ramen en op straat zag je de eigenaren van kakilima’s naast hun lege stalletjes slapen.

Chinese gemeenschap
In Midden-Java was het vinden van eten geen enkel probleem. Zowel in Yogyakarta als in Semarang kon ik overal aan eten komen. In Semarang verbaasde ik me over de drukte in een foodcourt bij een van de winkelcentra: in Semarang woont een grote Chinese gemeenschap die niet Islamitisch is. Voor de kust van Semarang, op het eilandje Karimunjawa, had ik niet echt in de gaten had dat het Ramadan was. Ik stond wel versteld van hoe de eilandbewoners op de hoogte werden gesteld van berbuka puasa (openbreken van het vasten). Op het hele eiland gingen loeiharde sirenes af die het teken gaven dat er weer gegeten mocht worden.

Vasten kost minder moeite dan het zoeken naar eten.

Berbuka puasa
Een maand lang overdag niet eten en drinken om zo mee te leven met de minder bedeelden in de wereld, vind ik een mooie gedachte. In Banda Aceh en Pulau Weh heb ik een paar dagen meegedaan uit respect voor de vrienden die mij rondleidden, maar ook om de eenvoudige reden dat vasten minder moeite kostte dan het zoeken naar eten. In mijn hotel kreeg ik de keuze tussen Sahur (ontbijt voor Moslims om 04:30) of Sarapan (ontbijt voor niet-Moslims om 07:00), waarna er de rest van de dag niet meer gegeten en gedronken werd. In de avond kwam ik tegen een uur of zeven terecht in een warung. In het tentje zaten misschien wel 20 mensen met een onaangetast bord eten voor hun neus te wachten totdat iemand een smsje kreeg met daarin de verlossende woorden: ‘Selamat berbuka puasa.

Berbuka puasa (openbreken van het vasten) - Aceh Jaya. Foto: Rennie Roos/ Indisch 3.0 2012

Berbuka puasa (openbreken van het vasten) – Aceh Jaya. Foto: Rennie Roos/ Indisch 3.0 2012

Zenuwachtig
In de Nederlandse media krijgen we vaak alleen maar negatieve berichten te horen over Moslims: Nederlanders krijgen alleen te zien hoe Moslims aanslagen plegen of discotheken molesteren. Erg om toe te geven, maar ik merkte dat ik daar ook door beïnvloed was, hoewel ik op Java nooit problemen heb gehad met Moslims. Toch, toen ik op weg was naar Aceh – een streng islamitisch gebied – was ik zenuwachtig.

Als je iemand groet krijg je een glimlach terug.

Aceh
Die zenuwen bleken nergens voor nodig, want ook al was het moeilijk overdag aan eten te komen en was alles vijf keer per dag dicht vanwege het gebed: de mensen daar verschilden niet veel van andere Indonesiërs. Als je iemand groette, kreeg je een glimlach terug en zelfs in de Baiturrahman moskee, waar 150 jaar geleden nog tegen de Nederlanders werd gevochten, was ik welkom. En, naast het feit dat zij overdag niet eten, vijf keer per dag bidden en in de avond geen biertje drinken, maar een kop koffie, verschillen wij Nederlanders ook niet zo gek veel van de door de westerse media bestempelde “extreme” inwoners van Aceh.

Baiturrahman Moskee – Banda Aceh. Foto: Rennie Roos/ Indisch 3.0 2012

Baiturrahman Moskee – Banda Aceh. Foto: Rennie Roos/ Indisch 3.0 2012