In de tweede aflevering van de interviewreeks Jonge Indo’s in de provincie portretteert Indisch 3.0 Jeremy Geleijns (28). Deze derde generatie Indische Nederlander praat met Kirsten over voetbal, hard werken en een andere kant van Indische oma’s.

Jeremy (28) uit Tilburg werkt als filiaalmanager bij Albert Heijn. In zijn vrije tijd voetbalt hij en verzorgt hij zijn tuin én zijn zwangere vrouw Natasja. Jeremy heeft een Indische moeder en een Nederlandse vader.

Jeremy (28) uit Tilburg werkt als filiaalmanager bij Albert Heijn. In zijn vrije tijd voetbalt hij en verzorgt hij zijn tuin én zijn zwangere vrouw Natasja. Jeremy heeft een Indische moeder en een Nederlandse vader.

Momentjes
Jeremy ontvangt me in zijn modern ingerichte nieuwbouwhuis in Tilburg. In de opgeruimde woonkamer staat een vitrinekast. Er hangt een nieuw babypakje aan. ‘Ik heb kersenflappen gehaald en voor straks saucijzenbroodjes,’ roept hij vanuit de open keuken. Zou dat nou Brabantse of Indische gastvrijheid zijn, vraag ik me af, terwijl we naar de goed onderhouden tuin lopen. ‘Mijn tuin is mijn ontspanning.’ Tevreden kijkt hij om zich heen, vanaf de moderne loungestoel op het terras. ‘Het is niet heel warm hè, maar in Nederland moet je je momentjes pakken.’ Naast de schuur achter hem staat een soort houten box. ‘Ja, dat is mijn jacuzzi. Ik wilde eigenlijk een Audi TT kopen, maar ik heb hier toch meer aan. Ik zit er vaak in. Muziekje aan, super.’

‘Ergens in deze vijver zit een kikker.'

‘Ergens in deze vijver zit een kikker.’

Voetbal
Als manager in een van de drukste AH-filialen in Nederland, checkt Jeremy dagelijks de omzet, de cijfers en is verantwoordelijk voor de ruim 450 mensen die er werken. ‘Ik pas op de winkel. Daar haal ik veel energie uit. Ik zie tevreden mensen in mijn winkel, zowel klanten als medewerkers, en dat zie ik als waardering voor de zorg die ik aan ze besteed.’ Toch was dit niet de baan die hij als jongen voor ogen had. ‘Ik wilde profvoetballer worden. Ik heb even Eredivisie gespeeld, bij RKC Waalwijk, totdat ik een blessure aan mijn kruisbanden kreeg. Toen ben ik me gaan afvragen of dat wereldje wel iets voor mij was en ik vond het een te zakelijke wereld, het ging er niet eerlijk aan toe. Ik ben een gevoelsmens en had het gevoel dat het niet goed voor me was. Zes geleden ben ik eruit gestapt, de supermarkt binnengestapt en gewoon hard gewerkt.’

Hard werken
Zijn Indische moeder komt uit Balikpapan (Kalimantan). Jeremy’s opa werkte er voor Shell. De meeste verhalen heeft hij vooral van zijn grootouders en zijn ooms gehoord. ‘Mijn opa en oma hadden het goed daar. Ze hebben alles moeten achterlaten. De weinige spullen die ze meegenomen hadden, zijn op de boot gestolen. Ze kwamen hier dus berooid aan en hebben in een pension gezeten. Mijn opa en oma hebben dat geaccepteerd en hard gewerkt om hier een leven op te bouwen. Ik ben er eigenlijk niet zo mee bezig.’ Des te opvallender is het dat Jeremy met een Indische getrouwd is. ‘Al binnen tien minuten kwam ter sprake dat we dezelfde afkomst hadden, omdat ze dacht dat ik Italiaans was.’

Up-to-date
‘Oh ja, je had me gevraagd iets klaar te leggen dat belangrijk voor me is, maar dat ligt in de was. Het is een t-shirt dat mijn schoonmoeder vorig jaar uit Bali meegenomen heeft. Het is een heel basic shirt hoor, maar ik draag het vaak. Het voelt goed. Wat trouwens ook belangrijk voor me is, is mijn laptop. Ik vind het fijn om up-to-date te blijven, dat is begonnen sinds ik ben gestopt met voetballen. Iets wat me uit de actualiteit opgevallen is, is het vliegtuigongeluk in Indonesië. Het valt me op dat Indonesië vaak in het nieuws komt met vliegtuigongelukken en andere rampen.’

‘Deze bougainvilles heb ik pas gekocht.’

‘Deze bougainvilles heb ik pas gekocht.’

Concessies
De 28-jarige Indo is minimaal met zijn afkomst bezig is, net als zijn twee broers.‘Het indirecte vind ik ontzettend lastig, mensen zeggen nooit waar het op staat. Het lijkt wel alsof dat in de derde generatie anders is. Onze ouders zijn altijd dienend naar hun ouders geweest. Ouderen kregen altijd gelijk. Daar werd ik mee geconfronteerd toen ik in Den Haag woonde. Mensen waren daar erg direct en dat vind ik prettig. Ik heb verschillende gesprekscursussen gevolgd en daar geleerd hoe ik kan zeggen wat er in me omgaat. Ik dacht vroeger altijd dat het aan mij lag. Ik wilde geen ruzie, dus deed ik concessies en schoof ik mijn eigen mening aan de kant, terwijl ik het anders voelde. Sinds een tijdje spreek ik uit waar ik last van heb.’

Indirecte oma’s
Jeremy fronst als ik hem vraag wat hij aan de Indisch 3.0-bezoekers zou willen voorleggen. ‘Hoe ga ik om met dat indirecte? Ik vind ze zelfs een beetje achter de ellebogen. Mijn ouders zijn zelf heel direct, maar mijn oma! Heel lang heb ik, als ik zelf ergens last van had, mijn kop gehouden tegen haar. Maar op een keer deed ik dat niet. Ik was bij mijn oma en ze vroeg ik kwam eten. Ik kon niet, want ik had een andere afspraak. Mijn oma was toen gepikeerd en noemde me respectloos en onbeschoft, maar dat ben ik helemaal niet. Ik kon gewoon niet, dat betekende niet dat ik haar minder lief vond. Uiteindelijk ben ik drie maanden niet bij haar geweest. Ik heb er wel moeite mee dat als iets niet in haar straatje past, ze mij dan brutaal en onbeschoft vindt.’

En waar gaat Ed volgende maand heen? ‘Laat ik iets geks zeggen. Groningen.’

Wil je reageren op dit interview en/of op de vraag van Jeremy: Hoe ga jij om met het indirecte van je Indische oma? Laat dan een commentaar achter bij dit bericht.