Voetbal is geen oorlog, voetbal is liefde. Liefde voor het spelletje, liefde voor de geur van het gras en liefde voor mooie voetballers. Er loopt er geen mooiere speler op de voetbalvelden dan Giovanni van Bronckhorst. Zijn manier van bewegen, de rust die hij uitstraalt, zijn focus, zijn bescheidenheid tijdens interviews. Een verschijning waar je stil van wordt.

Giovanni-van-BronckhorstPlaatjeHet begon in de tijd van de flippo’s. Ik was principieel voor Feyenoord geworden. Deels omdat mijn vader dat was, maar voornamelijk omdat iedereen voor Ajax was. In de zakken van Croky zaten topshots. Een soort flippo’s, maar dan met voetballers erop. Op een dag kreeg ik er één in handen met Giovanni van Bronckhorst.  Zijn gezicht was niet helemaal zichtbaar, omdat de foto van de zijkant was genomen. Desondanks deed alleen de naam  mijn hart al sneller kloppen. Vanaf dat moment ben ik hem gaan volgen. Voetbal Internationals werden gekocht, elk interview werd gelezen en elke foto uitgeknipt. Langzaam werd hij MIJN voetballer.

Daar waar buurjongetjes met elkaar ruziemaakten, omdat ze Bergkamp wilden zijn tijdens een partijtje voetbal, was ik altijd Van Bronckhorst. Van enige discussie was geen sprake. Laat staan van een handgemeen. Niemand in mijn omgeving wilde hem zijn. Logisch, want hij had nog niets bereikt. Maar ik, ik wilde zijn kapsel, want ik zag het talent. En zie wat voor een prachtige loopbaan hij inmiddels achter de rug heeft. Wie droomt er niet van Feyenoord, Glasgow Rangers, Arsenal en Barcelona? Wat was ik trots toen Gio op 31 augustus 1996 tegen Brazilië zijn debuut maakte in het Nederlands Elftal. Het Nederlands Elftal waar hij nu aanvoerder van is. Van Bronckhorst, de hardwerkende en loyale vechter op het veld. Zonder dat hij bewust smerige overtredingen maakt. Zo’n voetballer wil je zijn. Was hij spits geweest, hadden mijn vriendjes het talent destijds ook gezien.

Held

Mijn liefde kwam echter tot een hoogtepunt tijdens het EK in 2008. Tijdens de wedstrijd Nederland-Italië behaalde Van Bronckhorst de heldenstatus die hij verdient. Bij een 1-0 stand haalde hij een kopbal van de lijn, waarna Gio vervolgens het hele veld overstak om de 2-0 voor te bereiden. Vooral het gemak waarmee hij het deed! Alsof het geen energie kostte In de tweede helft deed hij hetzelfde nog eens dunnetjes over om zelf 3-0 te scoren. Ik heb me die avond afgevraagd of Van Bronckhorst wel van deze planeet was.

Toch heb ik als kind/beginnende puber heb ik nooit een handtekening weten te bemachtigen. Een paar keer ben ik naar de Open Dag van Feyenoord geweest. Ik heb hem overal gezocht, verzamelde krabbels van Peter Bosz, Ed de Goey, Henk Fräser, maar Van Bronckhorst zit er niet tussen. Nu ben ik te oud voor een handtekening. Bovendien heb je er niets aan, maar toch… Het gaat hier wel om de handtekening van mijn held. En hij is die status meer dan waard met bekers, kampioenschappen, Champions League op zijn palmares. Na komende zomer kan hij daar ook de titel wereldkampioen bijschreven. Ik schreeuw hem hoogstpersoonlijk naar die beker toe.

Niet perfect

Al heeft Van Bronckhorst een geweldige staat van dienst, ook mijn held is niet perfect: Op 26 oktober 1997 won Ajax in de Arena met 4-0 van Feyenoord. Richard Witschge vernederde Feyenoord door in de slotfase langs de zijlijn op te rukken, terwijl hij de bal negen keer hooghield. Van Bronckhorst liet na afloop tijdens een interview ontvallen dat wanneer hij daar had gelopen, hij Witschge een doodschop zou verkopen. Dat het de eerste klassieker was na de Slag bij Beverwijk, de massale vechtpartij tussen Ajax- en Feyenoordsupporters waarbij één dode viel, maakte de uitspraak extra onhandig.

Vorig jaar had Gio een rol in een spotje van de Albert Hein. Misschien wel het grootste  dieptepunt uit zijn carrière. Het had elke Feyenoorder mogen zijn, maar niet mijn Van Bronckhorst. Tegen het spotje zelf had ik geen bezwaar, maar het ging zo slecht met Feyenoord om dat moment. Mijn pijn in het hart moest ik concluderen dat mijn held harder werkte voor AH dan voor Feyenoord.

Maar al speelt hij in duizend reclamespotjes, doet hij honderd miljoen onhandige uitspraken, wat mij betreft speelt hij tot zijn 80e thuis in De Kuip. Mijn liefde voor Giovanni van Bronckhorst gaat nooit meer over. En goddank is hij de zoon van een Molukse moeder èn een Indische vader. Anders had ik deze liefdesverklaring hier nooit kunnen doen. Wel vraag ik me af of hij mede door zijn afkomst onbewust mijn held is geworden. Of is dat toeval? Misschien moet ik hem eens interviewen. Kan ik tussen neus en lippen meteen die handtekening vragen.