Één ding was zeker, de jacht kende geen klassenverschil.

Voor deze laatste aflevering van PhotoFriday steken we digitaal de Atlantische Oceaan over. Vanuit de Verenigde Staten bespreekt Cap van Balgooy, in het kader van het project Foto zoekt Familie, een foto over de Jacht in Nederlands-Indië. Vanaf zijn zesde jaar ging Cap al op jacht en op zijn tiende schoot hij zijn eerste zwijn. Cap jaagde voor, tijdens en na de Tweede Wereldoorlog. 

Midden Java
Cap van Balgooy: ‘Het zwart-wit van de foto doet mij denken aan een moderne methode van ontwikkelen, maar de foto is menigmaal afgedrukt wat het beeld onduidelijk maakt. Het lijkt mij dat de foto in de dertiger jaren is gemaakt in Midden Java gezien de klederdracht van de man helemaal links op de foto. Hij draagt een traditionele hoofddoek en bril, en zal een mandoer of desahoofd zijn. De derde en vierde man van links zijn beslist Indische Nederlanders. De andere drie zijn Indonesiërs, waarschijnlijk Javanen.’

PhotoFriday De Jacht (c) Tropenmuseum 2012

Target of opportunity
‘Deze foto is uitzonderlijk te noemen omdat men in die tijd nagenoeg niet op panters jaagde. Panters waren, zoals men dit hier in de U.S. uitdrukt, voornamelijk een target of opportunity. Dat wil zeggen: geschoten tijdens een jacht die gemunt was op ander wild. De panter lijkt mij een jong of onvolwassen dier dat waarschijnlijk verdwaald is geraakt en/of een tam dier zoals een hond of geit had gedood. Men posteert dan bij de overblijfselen van het gedode dier om diens belager neer te schieten.’

Panters hebben de hebbelijkheid om tijdens een drijfjacht één van de honden te grijpen. Een hond is tenslotte malser dan een zwijn.

Panthera pardus melas
De panter op de foto is een Javaanse panter, Panthera pardus melas, een unieke soort die alleen op Java voorkomt. De prooi van een panter bestaat uit zowel wilde als tamme dieren. Zolang zij huisdieren met rust lieten negeerde men hen. Maar panters hebben de hebbelijkheid om tijdens een drijfjacht één van de honden te grijpen. Een hond is tenslotte malser dan een zwijn. Op deze wijze is mijn vader minstens vier honden kwijtgeraakt.’

Mehlbaum
‘Het aantal panters welke zich in een bepaalde streek ophouden werd ons duidelijk nadat eentje mijn vaders favoriete hond had opgepeuzeld. Mijn vader beloofde Mehlbaum, een bekende broodjager*, vijf gulden voor elke panter die hij in de buurt neerschoot. Als bewijs moest hij diens staart tonen. Mehlbaum verscheen elke week met één of twee staarten. Toen hij met nummer dertig kwam maakte mijn vader daar een eind aan: “Het is niet mijn bedoeling dat je de boel uitroeit.”’

Tempo doeloe
‘Nu wat algemeen commentaar op de jacht in Indië voor de Tweede Wereldoorlog. In tempo doeloe speelde deze een vrij grote rol voor mensen die buiten de grote steden woonden. Het waren voornamelijk Europeanen die jaagden. Dit had te maken met de wapenwetten die stelden dat alleen ingezetenen met een Europese naam een vuurwapen mochten bezitten. Chinezen en andere Vreemde Oosterlingen mochten vuurwapens bezitten na een onderzoek van gouvernementswezen.’

Één gulden per jaar om zonder limiet op zwijnen te jagen, vijfenzestig gulden om drie herten per vier maanden te schieten, en honderd gulden voor twee bantengs per drie maanden.

Een jonge Cap van Balgooy bij de Ciater-pas nabij Lembang (West Java) Foto: Cap van Balgooy

Jachtaktes
‘In de loop der tijd verschenen meer jachtreglementen. Ook moest je in het bezit zijn van jachtaktes. Een paar voorbeelden: één gulden per jaar om zonder limiet op zwijnen te jagen, vijfenzestig gulden om drie herten per vier maanden te schieten, en honderd gulden voor twee bantengs per drie maanden. Waar het doorsnee salaris van de gemiddelde geschoolde werker tussen de vijfendertig en vijfenveertig gulden per maand lag, is het duidelijk dat de jacht niet binnen het bereik van iedereen lag.’

Resident van Banyoema
‘Één ding was zeker, de jacht kende geen klassenverschil. De Administrateur, de lokale arts, de Resident, en broodjagers gingen vaak samen op jacht. Onder de ongeveer acht jachtkornuiten van mijn vader bevonden zich drie Indo’s, waaronder de Resident van Banyoema. Niemand stoorde zich aan jagers of jagen, ofschoon vele nieuwkomers, totoks uit Europa, jagen beschouwden als iets voor wilde mensen die niets beters te doen hadden.’

*broodjager: persoon die leeft van de jacht

Met het project Foto zoekt Familie wil het Tropenmuseum fotoalbums, die na de Tweede Wereldoorlog zijn gevonden, herenigen met hun rechtmatige eigenaren of nazaten.