Vlak voor de nieuwe website-vormgevingvond de themazondag Nederlands Nieuw-Guinea van thuisland tot overdracht plaats op Bronbeek in Arnhem. Het verhaal over de laatste jaren van het Nederlandse aanwezigheid in Nieuw-Guinea is een bewogen geschiedenis. De overdracht van Nieuw-Guinea was een speerpunt van zowel de Nederlandse als Indonesische regering en gepaard ging met militaire conflicten tussen deze twee landen. Tijdens de bijeenkomst belichtten verschillende sprekers onderdelen van deze geschiedenis. Merah en Charlie waren erbij. Hier leest u hun verslag.

Om 10.00u stonden we met slaperige weekendkopjes op Arnhem CS. Uiteraard misten we de bus op nog geen tien meter. Na wat onderhandelingen met de taxichauffeur over de ritprijs kwamen we toch op tijd aan op Bronbeek. We werden warm verwelkomd met de woorden: ‘Ach kijk, de jeugd! Wat leuk!’ We hadden het genoegen gasten zijn van de Stichting Indisch Erfgoed met dank aan Ralph Kneefel. Echte Indische gastvrijheid, zeg maar. Na een beleefd voorstelrondje met een aantal medewerkers kregen wij een ereplek vooraan in de zaal; “dan kunnen jullie goed opletten”.

Politiek

De eerste spreker was de heer Pieter Drooglever die vertelde over de geschiedenis van Nederlands-Nieuw-Guinea en de overgang naar Nieuw-Guinea als onderdeel van Indonesië. Met een licht zalvend stemgeluid beschouwde de heer Drooglever hoe het Nederlands avontuur in Nieuw-Guinea begon, verliep en eindigde. De afdronk van deze stormvloed aan geschiedkundige feiten, betrof de politieke achtergrond waartegen onze (groot)ouders wederom hun thuis in de Oost dienden te verlaten.

PVK
De volgende spreker was de heer Mark Lohnstein die de luisteraars inwijdde in de geschiedenis van het Papoea Vrijwilligers Korps (PVK). Dit legeronderdeel werd opgericht om tegenstand te kunnen bieden een mogelijke invasie van Indonesische troepen. Het verhaal werd keurig uiteengezet, compleet met uniek beeldmateriaal. Jammer was dat de vraag uit het publiek “Wat gebeurde er met de PVK leden nadat de Nederlandse periode was beëindigd?” niet kon worden beantwoord. Wellicht had een Papua perspectief op de PVK een meer compleet en ander beeld kunnen laten zien…

Makanan
Na deze interessante lezingen was het tijd voor de lunch. Een enorme, geurige rijsttafel die niet onder deed voor die van oma. Ginnegappend zeiden de dames die de bordjes klaarmaakten: ‘Fijn
he, je hoeft vanavond niet meer te koken!’ En dat hoefde we inderdaad niet. De stroop susu werd aangerukt en tussen de mensen die spraken over Nieuw-Guinea voelden we ons helemaal
senang.

Willem Oltmans
Na de lunch was het woord aan de heer Wouter Meijer, de jongste van het stel met zijn leeftijd van 28. Hij sprak over Willem Oltmans en zijn journalistieke, politieke en diplomatieke
praktijken. Meijer had de onverdeelde aandacht van de zaal, je kont merken dat de ‘oudjes’ het leuk vonden zo’n ‘jonge kerel’ in hun midden te hebben. De conclusie was tweeledig. Willem
Oltmans was niet de grote schakel geweest in de gehele Nieuw-Guinea kwestie. Hiervoor miste hij de ervaring en positie als onderhandelaar. Hij was wel een persoon die zich heef ingezet voor
een zaak die in latere ogen zijn visie in het gelijk stelde.

Nico Jouwe
De dag werd afgesloten door Nico Jouwe, zoon van de Papoealeider Nicolaas Jouwe. Met zijn persoonlijke, en naar eigen zeggen subjectieve verhaal, wist hij een snaar bij de luisteraars te raken. Het was een bijzonder verhaal over wat zijn vader, maar ook hij, hadden meegemaakt. Voor sommigen zal het op bepaalde punten herkenbaar zijn geweest. Ook voor de derde generatie Indo’s. Hun generatiegenoten onder de Papua’s in Nederland zijn ook hun cultuur aan het hervinden en hebben minder oog voor de politieke kwesties waar hun grootouders mee worstelden.

Dit dagje Bronbeek heeft onze kennis over het gebied waar onze moeders waren opgegroeid verbreed en verdiept. Hoewel het voor de meeste jongeren niet direct tot de verbeelding zal spreken, is het een aanrader voor iedereen met een band of interesse voor dit vergeten stuk Nederlandse historie in de Oost. Hopelijk zullen er ooit derde of zelfs vierde generatie Indo’s een dergelijk podium betreden om deze geschiedenis niet te doen vergeten.