Het vierde verhaal uit Indonesië schrijf ik in Ambon, de hoofdstad van de Molukken. Het gaat over de band van Ambonezen met Nederland en de liefde voor het Nederlands voetbalelftal.
Ambon, december 2008
door Ed Caffin
Aan de andere kant van de wereld ligt Ambon, een eiland met prachtige kusten waar elk plekje fotogeniek is. Het is moeilijk voor te stellen dat hier tot zo’n vijf jaar terug een burgeroorlog heerste die de bevolking van Ambon en de rest van de Molukken verdeelde langs religieuze lijnen. Godzijdank heerst er tussen moslims en christenen inmiddels weer vrede en is het in Kota Ambon weer druk en gezellig op straat. Op Jalan Pantai Mardika, waar tussen de marktkraampjes talloze bontgekleurde stadsbusjes, fietstaxi’s, voetgangers en scooters langs elkaar heen krioelen, hangt een geur van durian, zoetigheid en benzine. Ergens uit een winkel schalt een oude hit uit trillende speakers, en kinderen spelen in met regenwater volgelopen gaten in de weg. Hier en daar hangt al kerstversiering of wordt een kerstboom opgetuigd, terwijl vanuit de verte een muezzin oproept tot gebed.
Nadat ik vertel dat ik uit Nederland kom vraag ik Dedi Risakotta, de chauffeur van de ojek (brommertaxi) waar ik achterop zit, naar de betekenis van de muurschilderingen in de stad die iets te maken hebben met Nederland. De afgelopen dagen heb ik er al verschillende gezien: een oranje leeuw, of slechts de teksten Holland of Nederland. Er verschijnt een glimlach op zijn ronde gezicht en hij legt uit dat de mensen in Ambon gek zijn op het Nederlands elftal. “Als er een voetbalwedstrijd is, kijkt iedereen. We zijn hele grote fans van Oranje.” Tijdens een toernooi gaat het er hier fanatiek aan toe. “Na de verliespartij op het afgelopen Europees kampioenschap tegen Rusland wilde niemand hier meer een wedstrijd zien”.
Ondanks, of beter gezegd dankzij de bewogen geschiedenis hebben Ambonezen een lange en sterke relatie met Belanda. Iedereen in Ambon lijkt wel familie of vrienden te hebben in Breda, Sittard, Amsterdam of Woerden en voelt zich erg verbonden met Nederland. In totaal wonen er inmiddels enkele tienduizenden mensen van Molukse afkomst in Nederland, waarvan er velen hier op vakantie gaan. De Ambonezen verwachten over een aantal weken een hoop familie die hier de feestdagen komen vieren. Dedi zelf heeft familie in Assen. Een oom van hem woont daar met zijn gezin en kleinkinderen.
Terwijl we de stad uitrijden in de richting van Galala en Halong vermindert Dedi vaart om verder te vertellen over de Amboneze liefde voor Oranje. “Als het Nederlands elftal speelt, zie je vanaf Pasar Mardika tot hier Nederlandse vlaggen. De hele stad, en misschien zelfs wel het hele eiland hangt er vol mee. De wedstrijden zijn ’s nachts dus mensen gaan overdag een paar uur slapen”. Vol ongeloof over de voor mij totaal onbekende tropische Oranje-koorts, meer dan tienduizend kilometer van Nederland, kijk ik om me heen. Hier en daar zie ik mensen lopen in een oranje T-shirt of broek. Het zal wel toeval zijn.
Dedi begint ondertussen te vertellen over het gewonnen EK van 1988. Hij zat toen nog op de lagere school maar herinnert zich het nog goed. “Dat was de tijd van Gullit, van Basten en Rijkaard!” roept hij. “Toen Nederland de finale won, vierden we overal feest”. Ik verbeeld me een tafereel dat in geen velden of wegen doet denken aan de beruchte boottocht langs de Amsterdamse grachten met uitzinnige landgenoten op zinkende woonboten: ik zie de chaotische straten van Ambon vollopen met joelende voetbalfans en toeterende auto’s, en door het dolle heen stromen mensen de witte palmenstranden op om in Oranje tenue een duik te nemen in de warme zee.
Als we bij het dorp Passo aankomen draaien we vanaf Leitimur, het zuidelijke gedeelte van het eiland, het noordelijke gedeelte Leitihu op. De lucht is donker en de miezerregen verandert langzaam maar zeker in een tropische bui. Onder een rij bananenbomen langs de kant van de weg vinden we een klein houten huisje waarvoor een paar brommertjes staan geparkeerd. Sigarettenrook kringelt langs het golfplaten dak waaronder een paar mensen al staan te schuilen; drie mannen en een vrouw die een slapende baby wiegt. Als we de brommer aan de kant hebben gezet maken ze plaats onder het afdak.
Zodra we droog staan praat Dedi verder over de Amboneze Oranje-liefde. “De Nederlandse voetballers zijn hier bekend en populair. Maar natuurlijk zijn Ambonezen extra trots op de voetballers van Molukse afkomst, zoals Simon Tahamata, Sonny Silooy en Giovanni van Bronkhorst” roept hij enthousiast door het geluid van de stortbui door. “In de tijd van Tahamata hingen overal in cafés in Ambon foto’s en posters van hem”. De kleine voetballer van onder andere Ajax zou tijdens zijn bezoeken aan Ambon ongetwijfeld bedolven zijn onder enthousiaste fans.
Ook Dedi is uiteraard Tahamata- en Oranjefan. Hij vind het erg jammer dat het laatste Oranje-succes zo lang geleden is en dat geldt, geloof ik intussen wel, voor bijna iedereen op het eiland. Het is hoog tijd voor weer een kampioenschap wat hem betreft. Ik zou hier tijdens een wedstrijd wel een kijkje willen nemen: alleen al het feest in Ambon bij een gewonnen wedstrijd zal ongetwijfeld al meer dan de moeite waard zijn. Inmiddels zijn ook zijn kinderen ingewijd in de Oranje-liefde, vertelt hij trots. Met de kleine voetbalshirtjes die ze onlangs van familie uit Nederland kregen, zijn ze nu echte fans.
Als de regen eindelijk is opgehouden rolt Dedi de brommer vanonder de bananenbomen vandaan en gaan we weer op weg. Hij praat ondertussen ongestoord verder over Oranje. Hij is, net als de meeste Ambonezen, erg trots op de band met Nederland. “Omdat iedereen daar vrienden en familie heeft zijn we ook trots op het land”, legt hij uit. “De jongere generatie Molukkers daar is inmiddels eigenlijk bijna Nederlands”, zegt Dedi geamuseerd als we de haven van Tulehu in rijden, “de band met Nederland zal er voor altijd blijven”.
We stoppen vlak bij het strand en kijken uit over kalme zee. Aan de horizon zie ik een aantal kleine eilanden. Voor me zwemmen kleine, gekleurde visjes langs de houten palen van de aanlegsteiger, en dobbert een klein bootje in het water. Als de jonge Molukse Nederlanders hier op bezoek komen zullen zij het zonder twijfel fantastisch vinden. Ambon is namelijk, met of zonder Oranje-koorts, een plek om van te houden. En daar kan geen gewonnen voetbalkampioenschap tegenop.
Meer zien en lezen over Ambon? Zie http://www.ambon-manise.com (bahasa indonesia), http://www.websitesrcg.com/ambon/ (engels) of surf naar http://maluku.startpagina.nl/
Complimenten voor een alleraardigste reisimpressie.