Columnist doet bekentenis. Toen onze Beatrix haar abdicatie bekendmaakte sprongen mij de tranen in de ogen. Ik kon er echt niets aan doen. Het gebeurde gewoon.  Bij de zin: “Ik ben u diep dankbaar voor het vertrouwen dat u mij heeft gegeven in de vele mooie jaren waarin ik uw koningin mocht zijn,” schoot ik vol.Patrick Neumann. Die huilt. Om de koningin. Schaamteloos en te gênant voor woorden. Maar het wordt nog erger: het was niet mijn eerste keer.

Zaterdag 20 maart 2004. Ik had ergens in het land een presentatieklus en die ochtend was Prinses Juliana overleden. Desondanks heb ik erg gelachen. Niet om haar dood natuurlijk, want ik ben fatsoenlijk opgevoed. Er was echter een Indisch mannetje, laten we hem voor het gemak Arie noemen, die mijn volledige aandacht naar zich toe trok.

Beatrix en Juliana © kerknieuws.nl

Beatrix en Juliana © kerknieuws.nl

Arie was die dag vrijwilliger. Een oudere, hartelijke man die correct was naar anderen. Hij stelde zich dan ook keurig voor. Maar daarnaast bracht hij meteen zijn condoleances over. “Gecondoleerd met het overlijden van onze koningin.”

Fascinerend om te zien. Arie had blijkbaar een band met het Koninklijk Huis. Het had was komisch en aandoenlijk tegelijk. Arie nam het overlijden van Juliana heel serieus. Het was bijzonder om te zien, omdat ik toen nog dacht niets met de Koninklijke Familie te hebben –  overigens in tegenstelling tot mijn grootmoeder.

Fan
Oma Neumann was groot fan van de Oranjes. Ik herinner me puzzels en servies met daarop leden van het Koninklijk Huis. Ze kende alle geboortedata van alle leden. Wist ook alles over de Beatrix en co. Al was het altijd de vraag wat daar van waar was. Oma Neumann kreeg de informatie meestal uit 83e hand, namelijk de roddelbladen.

Die – toch niet altijd fraaie – informatie deed niets af aan haar liefde voor het Nederlands koningshuis. Sterker nog, toen zij stierf hebben we als familie geen brieven of tekeningen in de kist gestopt toen deze werd gesloten. Nee, een boek over de koningin leek ons als familie meer bij oma passen. Zelf zag ik er wel de humor van in. Nog steeds. Toch merk ik dat mijn gevoel voor ons koningshuis langzaam verandert nu ik ouder word. Tijdens discussies neem ik het vaker voor ze op. Als men roept dat het alleen maar geld kost, haal ik mijn schouders op en na het ongeluk van Prins Friso was ik intens verdrietig.

De beelden van Beatrix bij het ziekenhuis. Voor even geen moeder van Nederland, maar moeder van een zoon die zoals het er naar uitziet nooit meer wakker wordt. Mijn hart huilde en ik huilde. Terwijl ik zelf geen vader ben en het waarschijnlijk nooit zal worden. Een herkenbaar gevoel als ouder kon het niet zijn, maar ik weet het nog precies. In de keuken stond ik met mijn vrouw te praten over het ski-ongeluk en ineens barstte ik in tranen uit.

Zoet
Sindsdien houd ik op gepaste wijze van onze koningin. Een Arie of oma Neumann zal ik nooit worden, maar misschien is het Koninklijk Huis voor mij net zoiets als het Indo-schap: ik zeg dat ik er niets mee heb, maar toch raakt het me op onverwachte momenten en ik kan het niet ontkennen. Het is er gewoon.

Zoals mijn Indische achtergrond bepaalt wie ik ben, bepaalt het feit dat we een koning(in) als staatshoofd hebben wie of wat we zijn als Nederlander. Of niet natuurlijk en is dat allemaal onzin. De gedachte blijft hoe dan ook zoet.