Zonsondergang op Bali. Foto: Dewi Reijs 2012.

Zonsondergang op Bali. Foto: Dewi Reijs 2012.

Dewi Reijs (29 jaar) is actrice en theatermaakster en gaat voor enige tijd naar Jakarta op zoek naar werk in de filmindustrie. Voor Indisch 3.0 houdt ze tijdelijk een dagboek bij. Dit is de zesde van acht afleveringen.

Vrijdag 3 augustus

KAMPUNG GIRL

Ik zit op Bali. Mijn Indische familie heeft hier sinds een paar jaar een huis. Ontzettend mooi maar…. ver van de kust. Dat is iets wat voor mij best problematisch is. Ik houd van rust, toch moet de drukte van een stad voor mij altijd binnen handbereik blijven. Niet ver van ons huis zit wel een kleine kampung, slechts 5 minuten lopen over een kronkelend pad.

Ik pak de scooter en rij naar de kust. Al na een paar dagen weet ik weer hoe verslavend het strand hier kan zijn. Mijn favoriet is de zon die ‘s avonds in de zee verdwijnt en langzaam de lucht kleurt. De hemel veranderd dan van een goudgele gloed naar felrood met dunne roze slierten.

De sfeer is totaal anders in Jakarta, met een hoog ‘Het-is-hier-gezellig-vakantieman’-gehalte. Ik ga met de stroom mee en struin wat strandfeestjes af. Mijn Indonesisch gaat achteruit omdat ik veel te vaak over moet schakelen naar het Engels. Te veel expats hier.

Voor een actrice valt hier niet veel te doen. Toch heb ik, tot mijn grote verrassing, vrij snel een afspraak met een talentvolle regisseur uit Ubud. Het klikt geweldig met haar omdat we dezelfde leeftijd en interesses hebben. Een week later volgt een afspraak met een modellenbureau. Ik trek mijn luipaardhakjes uit Jakarta aan en sjees op de scooter langs de rijstvelden naar mijn afspraak. De mensen die tot hun enkels gebukt in de modder staan komen omhoog en zwaaien. Ik zie eruit als een zeldzame paradijsvogel.

Na 1,5 uur kom ik eindelijk aan. Mijn haar plakt op mijn voorhoofd en is één klittenboel geworden. Ik snel naar het toilet en probeer zo goed mogelijk mijn haar te fatsoeneren met een dun plastic kammetje. Ik open mijn laptop om mijn foto’s te laten zien. Dan zegt ze: ‘Je bent anders in het echt, op deze foto’s lijk je dikker.’ Ik kijk verbaasd naar mijn lachende wangen op één van de foto’s. Wanneer ik thuis ben ga ik in mijn ondergoed voor de spiegel staan. Ik ben ongeveer 4 tot 5 kilo afgevallen. Het zal de hitte zijn. Ik ben immers een alleseter.

Thuis voel ik mij een heuse kampung girl. Er zijn twee honden, een kat, twee konijnen en twee eenden. Buiten de poort loeit een koe en klinkt er gekakel van kippen. Dan vind ik ook nog op een vuilnisbelt een jonge pup, type ‘vuilnisbakkenras met hyena-look’, waar ik direct verliefd op word. Dieptepunt als kampung girl is wanneer er jonge konijntjes worden geboren en één voor één dood gaan voor mijn ogen. Klote natuur.

Na een week ben ik gaar van het op en neer reizen van de kust naar huis (ook door de feestjes, ja). Ik besluit een studio te huren in de buurt van het strand en koop een fiets. Dan neem ik nog een besluit. Ik cancel mijn ticket en verleng mijn visa. Ik blijf voorlopig in Indonesië. Het is nu nog niet de juiste tijd om terug naar Nederland te gaan! Senang sekali!