Het tweede verhaal uit Indonesië schrijf ik in Bandung. In de tijd dat Indonesië nog Nederlands-Indië heette was dit een echte Indische stad met een grote Indische gemeenschap.

Bandung, november 2008

door Ed Caffin

Bandung, de vierde stad van Indonesië, ligt zo’n 300 kilometer ten zuidoosten van Jakarta en heeft een wat zachter klimaat. In de heuvels rond de stad is het zelfs koel ’s nachts. De stad had ooit een grote Indische gemeenschap en nog steeds wonen hier een paar honderd Indische mensen. De meesten hebben de Nederlandse tijd meegemaakt en spreken de taal ook nog, maar zijn inmiddels zo goed als bejaard. “Indisch” sterft hier daarom langzaam maar zeker uit. Indo’s, mensen met een gemengde Westerse-Indonesische achtergrond zijn er echter genoeg. En velen van hen zijn bekend.

Begin vorige eeuw had Bandung, dat toen ook wel het ‘Parijs van Java” werd genoemd, niet alleen een grote Indische gemeenschap, maar woonden hier ook veel Indonesische intellectuelen. Bovendien ontwikkelde de latere president Soekarno mede hier zijn nationalistische denken, en richtte hij in Bandung hier in 1928 de Partai Nasional Indonesia (PNI) op, die als doel het stichten van een onafhankelijk Indonesia had.

Rijdend door de grote, drukke stad, die een vergelijking met Parijs al lang niet meer doorstaat, kijk ik wat rond op straat. Tussen de vele reclameborden langs de kant van de weg, zie ik hier en daar dingen die me doen denken aan een vervlogen Indische tijd. Er is een “Holland Bakery” -al weet ik niet of die überhaupt iets met Nederland te maken heeft- en ik zie een bord met “Haagse klappertaart” erop; een oude Indische lekkernij. Er staan ook nog veel oude Nederlandse gebouwen overeind, al is het meestal wel vergane glorie.

iklanluna4Even later zie ik een opvallend billboard. Een prachtige vrouw in een fel oranje pakje prijst een telefoonabonnement aan. De vrouw heet Luna Maya, weet ik, een van de populairste sterren in Indonesië. Volgens een lokaal blad heeft ze een relatie met een zanger uit Bandung. Bovendien las ik dat ze een Javaanse moeder en Oostenrijkse vader heeft. Die gemengde achtergrond maakt haar een “Indo”.

De term “Indo” bestaat al lang in Indonesië, maar verwijst tegenwoordig in het algemeen naar “mixjes”, zoals Luna Maya, en niet meer exclusief naar de Indo-Europeanen of Eurasians van de vroegere kolonie. Als het over een “Indo” gaat, dan wordt vooral iemand bedoeld met een Indonesische en een Westerse ouder. Hoewel er nog veel oudere Indischen in Indonesië wonen die zich “Indo” noemen, zijn hun kinderen, jonge Indonesiërs met een Indische achtergrond, net als hun leeftijdsgenoten in Nederland geïntegreerd in het nieuwe land. De meesten voelen zich vooral Indonesiër.

Met mijn Indische vader en Nederlandse moeder ga ik in Indonesië sowieso als Indo door het leven. En er zijn ook nog andere grappige namen voor “mengbloeden”, zoals blasteran, Gado-Gado en campuran, wat allemaal ongeveer mix of mengsel betekent. Voor Indo’s uit Nederland zijn er zelfs nog specifieke bijnamen, zoals “Indobel” (een samenvoeging van Indonesia en Belanda) en, mijn persoonlijke favoriet: “belanda goreng”.

Het woord “Indo” is hier inmiddels, net als in Nederland, niet meer zo beladen als het ooit was. Het sociale stigma rond mengbloeden uit de koloniale tijd lijkt -bij de jongere generatie in ieder geval- verleden tijd. Sterker nog: Indo-zijn is tegenwoordig iets om trots op te zijn. Als “Indo” in Indonesië heb je namelijk op de een of andere manier een streepje voor. Naast Luna Maya zijn nog heel veel andere Indonesische sterren Indo, zoals Cinta Laura, Rianti Catwright, Carissa Putri, Cathy Sharon, Steve Imanuel en Ari Wibowo. En er zijn (ook jaren geleden al) Indischen die het als ster hebben gemaakt in Indonesië. Kort geleden is er een Nederlandse zangeres met Indische achtergrond doorgebroken, Rebecca Reijman. Ontdekt op vakantie in Bali, hoorde ik.

Ik vraag regelmatig waarom Indo’s snel bekend worden. Ze hebben iets speciaals en zijn vaak heel knap, hoor ik vaak als verklaring. Zou dat het zijn? Het “blanke schoonheidsideaal” dat in Indonesië en veel andere landen in Azië heerst, zal er zeker wel iets mee te maken hebben; “opposites attract” of zoiets.

Nou, stiekem vind ik het toch eigenlijk wel wat. Ik bekijk me zelf eens in de spiegel: hm, zou ik kans maken bij een auditie als nieuwe Indo-ster in Indonesian Idols? Moet ik alvast het zingen oefenen tijdens het mandi-en? Maar ja, je moet natuurlijk ook wel een beetje talent hebben. Playbackend misschien?