Gerard Mosterd, uit Amersfoort, kind van een Nederlandse vader en een Indische moeder. In Nederland denken we bij die omschrijving niet direct aan vernieuwende Euraziatische dansvoorstellingen. Dat is in Indonesië anders – daar kennen ze Mosterd’s werk al ruim 10 jaar. De tweede aflevering van Jonge Indo in de muziek is een portret van deze theatermaker en zijn “dwangmatige zoektocht” naar de Europese en Aziatische identiteit.

Gerard Mosterd (Nederland, 2008)

Tijdens het – noodgedwongen telefonische – interview vertelt Gerard non-stop over persoonlijke onderzoeken naar tegenpolen: Europa & Azië, kunst & wetenschap, man & vrouw, Japan & Indonesië. Zijn bevindingen verwerkt hij al twaalf jaar in zijn dansproducties; van het recente Gamelan & Jazz tot een van zijn eerste stukken Lichtende schemering.

Verschil in benadering
Lichtende schemering, mijn sleutelvoorstelling, ging over het gefaalde huwelijk van mijn ouders. Mijn vader zei altijd over mijn moeder ‘Ik begrijp niets van haar!’. Ik ben gaan onderzoeken welke verschillen zij hadden in benadering, in wereldbeschouwing. Een danser vertolkte de benadering van mijn moeder: onzichtbaar, in de schaduw en nederig, een danseres die van mijn vader: op de voorgrond, onafhankelijk en individueel.”

Nieuwe perspectieven
“In de choreografie had ik de tijdloosheid van het Oosten verwerkt, met cirkelbewegingen gebaseerd op pencak silat en tai chi. De Indonesiërs die in 2002 Luminescent Twilight zagen, herkenden daarin onzichtbaarheid, introversie, een hermetisch afgesloten, ondoorgrondelijk bestaan. Dat was en is een groot compliment. Dans uit Nederland stuit in Indonesië vaak nog op postkoloniale trauma’s. In mijn stuk zagen ze respect en een interactie tussen culturen die hen nieuwe perspectieven op zichzelf gaf. En dat vind ik belangrijk, dat mensen nieuwe perspectieven krijgen. Dat is de verbeeldende kracht van kunst.”

Fantasie en traditie
“Met verbeelding en fantasie kan je geestelijk flexibel blijven. Het gevaar met traditie is namelijk dat je aanneemt dat die traditie alles is. Neem nou klassiek ballet. Ik ben opgeleid tot klassiek danser. Maar ik was oorspronkelijk een bewegelijk improvisator. Toch werd ballet, een rationele en strakke bewegingsleer, voor mij de enige manier om te dansen. Totdat ik in Taiwan was en daar een indrukwekkend optreden zag; een combinatie van tai chi, kung fu en de eigen bewegingsstijl van Lin Hwai Min. Dat herinnerde me aan mijzelf als improviserend kind.”

Koloniale esthetiek
“Klassiek ballet beweegt weg van de aarde, Aziatische bewegingen zijn gericht op de aarde. Ze gaan over het accepteren van goed en slecht, vrouwelijk en mannelijk, vernietiging en schepping en zijn gericht op het lichamelijke zowel als het ontsnappen daaraan. Klassiek ballet is gevormd tijdens de Verlichting in Europa. Het is een wetenschappelijk ontwikkeld bewegingsstelsel gericht op de esthetiek, die voortkomt uit een koloniaal en romantisch wereldbeeld. De passen en houdingen zijn gericht op het bedwingen van de natuur, door het menselijk lichaam als in een korset te laten bewegen.”

Aanvoelen
“De beroemde Boi Sakti heeft me bekend gemaakt met andere Indonesische dansstijlen dan de Balinese en Javaanse. Dertig jaar lang zijn in Indonesië vooral die podiumkunsten gepromoot, maar sinds het einde van de dictatuur ontstaat ruimte voor andere. De matriarchale Minangkabau bijvoorbeeld, een immens rijk én invloedrijk volk. Het mooie is dat hun dansen veel dynamischer zijn dan de traditionele Javaanse en Balinese. De Minangkabau hebben een dynamische, intuïtieve en natuurgerichte cultuur. Hun dansen zijn cirkeldansen, waarbij mensen elkaar niet aankijken, maar toch samen bewegen doordat ze elkaar aanvoelen. Dit zijn ook de uitgangspunten van pencak silat, in hun verdedigingskunst zie je de dynamiek van silat.”

Grote stappen
“Als kind had ik een onbedwingbare neiging tot bewegen, maar op school kregen ze me niet aan sport. Ik had geen zin om hijgend achter een bal aan te rennen. Ik was vrij klein en als ik over het schoolplein rende, maakte ik extra grote stappen. Dat waren mijn eerste jeté’s. Ik nam enorme sprongen. Dat kwam me goed van pas, ik heb een natuurlijke sprong ontwikkeld, dankzij mijn Aziatische fysiek.”

Gerard Mosterd's specialiteit: de sprong (Taiwan, 1986)

Genetisch bewegen
“Balletles vond ik als kind saai, het waren de hele tijd dezelfde bewegingen. Wel leuk vond ik de improvisatie. Dat kon ik goed, beweging verzinnen en me uitleven. Ik geloof nu dat mijn manier van bewegen genetisch bepaald is. Lichamen zijn op een bepaalde manier, voor bepaalde bewegingen gebouwd. Ook dat van mij. Dat springen, dat was aanleg, genetisch bepaald. Sinds ik het ballet losgelaten heb, kan ik terug naar waar ik vandaan kwam en heb ik de vrijheid om expressief te zijn.”

Verbinding
“Mijn zoektocht naar waar ik vandaan kom, begon met de tegenpolen Indisch en Nederlands. Ben ik Aziatisch of Europees? Of juist allebei? Ik heb het gevoel dat ik tussen twee culturen in hang. Mijn zoektocht is nu breder: ik zoek verbinding tussen Aziatisch en Europees. Ik wil conflicten oplossen en doe dat door verschillen te benoemen. Ik zie dit als een psychotherapeutisch proces, dankzij kunst is dat een spiritueel proces geworden. Of ik daar ooit klaar mee ben? Nee. Ik heb steeds weer nieuwe vragen. Hoe zit het met erotiek en het matriarchaat?”

Erotiek
“Seksualiteit hoort bij de natuur. De Aziatische cultuur was ooit heel seksueel, in het hindoeïsme wordt bijvoorbeeld de schoonheid van intimiteit beschreven. Seks werd gezien als een expressie van de hoogste goddelijke energie. Pas met de komst van de Islam en het christendom verdween dat. Vrouwen betekenden opeens minder, terwijl zij ooit de spil van de samenleving waren. De erotische hypocrisie heb ik in 2005 uitgewerkt, in het stuk Kamu/jij. Het einde van die voorstelling bestond uit het projecteren van erotische Kakawin gedichten.”

Maskers
“Ik verzamel Aziatische dansmaskers. In Europa dragen we hooguit met carnaval maskers, in Azië is dansen met maskers heel gebruikelijk. Het is opvallend hoeveel overeenkomsten er zijn tussen die inmiddels 100 maskers die ik uit heel Azië verzameld heb. Ja, je kunt die verzameling wel zien als metafoor voor het in kaart brengen van de Aziatische identiteit. Daar ben ik dwangmatig naar op zoek.”

In december brengt Gerard Mosterd een hiphop-groep uit Papua-Nieuw Guinea naar Nederland. Hou zijn website dus in de gaten!
www.kantorpos.nl
www.gerardmosterd.com