Den Haag, 5 januari 2009
door Kirsten Vos

De nieuwe roman van Yvonne Keuls, Benjamins bruid, vertelt het levensverhaal van Dolores, een talentvolle, creatieve Indische vrouw die zo vaak een rol heeft gespeeld in haar leven, dat ze aan het einde van haar leven vergeet wie ze zelf is. Het boek is met momenten knap en gewaagd geschreven en soms zelfs grappig. Toch helpt Keuls met vreemde commentaren de band om zeep die je als lezer aan het opbouwen bent met de hoofdpersonen. Daarnaast zit er een aantal verhaalwendingen in die door de frequente herhaling ervan ongeloofwaardig worden. Daarom blijft van Benjamins bruid uiteindelijk vooral het gevoel hangen dat het Keuls’ antwoord is op de vraag waarom geliefden aan dementie gaan lijden.

Dolores groeit op op een suikerplantage in Indië. Haar Hollandse vader keert zich in Indië al van zijn oogappel af, wanneer zij in haar puberteit nog maar weinig overhoudt van haar blonde, Hollandse uiterlijk en haar Javaanse wortels de genetische strijd winnen. In Nederland, na de repatriëring, trouwt Dolores drie keer. Alleen uit het eerste huwelijk krijgt ze een kind, dat ze Gilbert noemt. Het moederschap valt de suikerdochter zwaar en tijdens haar volgende twee huwelijken neemt haar moeder, Soefie, de zorg op zich voor Gilbert, die hem omdoopt tot Jimmy. Door het derde huwelijk komen Dolores, Soefie en Jimmy in een mooie villa te wonen, die echtgenoot nummer drie voor zijn overlijden Villa Dolores genoemd had. In dat huis ontwikkelt zich de band tussen Jimmy en Dolores. De twee blijken verwante creatieve geesten te hebben.

Toch blijkt deze band niet bestand tegen de gewaarwording dat haar zoon homoseksueel is en nooit zal gaan studeren, maar als model de wereld wil ontdekken. Het vertrek van haar zoon naar Italië, tegen een achtergrond van verraad en bedrog, kondigt het verval van Dolores aan. Dat begint met  Alzheimer bij haar moeder, die zich lijkt te openbaren op de dag dat Jimmy naar Italië wil vertrekken. Dolores lijkt de nieuwe ruimte, die ontstaat door het vertrek van Jimmy, goed op te vullen door van Het Atelier, haar eigen creatieve ‘broedplaats’, een groot succes te maken. Toch blijkt Dolores niet opgewassen te zijn tegen haar eigen behoefte om telkens een glansrol te spelen. De jonge Benjamin voelt deze behoefte feilloos aan als hij op een dag zijn verdriet over haar uitstort en helpt Dolores uiteindelijk haar laatste hoofdrol te spelen.

Knap aan het boek is de manier waarop Keuls van perspectief weet te wisselen. Het begin van het boek ligt bij Dolores, en verspringt soepel naar Soefie, Jimmy en Benjamin. Knap is ook de manier waarop Keuls tragische gebeurtenissen in een flits naar de achtergrond weet te brengen. Gewaagd zijn de beschrijvingen van seksuele groei die Dolores doormaakt. Grappig is hoe Benjamin voor zijn rijexamen probeert te leren. Interessant is de uitleg over de functie van een selamatan. Maar ongeloofwaardig is het aantal zich herhalende verhaalwendingen: de karakters die homoseksueel blijken te zijn – en dan weer niet – of last blijken te hebben van hun geheugen volgen elkaar in sneltreinvaart op. Vertrouwt Keuls niet op het verstand van haar lezers?

Keuls dringt zichzelf bovendien telkens aan de lezer op. In het begin gaat dat nog met een bescheiden zinnetje hier en daar, maar tegen het einde trekt Keuls de lezer opeens bruusk uit het verhaal. Net zoals Milan Kundera in De ondraaglijke lichtheid van het bestaan opeens van roman overschakelt naar essay, geeft Keuls tot twee keer toe een voorlichtingsles weg over  gedachtekronkels van dementerende patiënten. Na deze onverwachte inbreuken op haar eigen roman, verwacht Keuls dat de lezer gewoon weer doorleest. Mij is ze als lezer op dat moment volledig kwijtgeraakt. Hopelijk voelen mensen die worstelen met het verlies van geliefden aan de wrede ziekte die Alzheimer is, zich wel geraakt door Benjamins bruid.

Bestel de paperback

Bestel de luistercd