vingerafdrukOm meteen met de deur in huis te vallen: Ik ben Indisch en dat waardeer ik. Nu zal geen enkele bezoeker van Indisch 3.0 geschokt van zijn stoel vallen. Laat staan dat men er vreemd van opkijkt. Toch wil ik er speciaal melding van maken, omdat ik in het dagelijks leven voor van alles en nog wat wordt aangezien behalve voor Indo. Eigenlijk lijk ik op Geert Wilders. Wel Indisch, maar je ziet het niet. In tegenstelling tot moi doet Geert daar natuurlijk ook zijn uiterste best voor. En terecht, want Indisch of niet, als ik in zijn schoenen stond zou ik ook proberen er zo Hollands mogelijk uit te zien. Het is dus wachten op het moment dan onze Limbonesiër blauwe lenzen gaat dragen en op bezoek gaat bij de huidarts van Michael Jackson.

Wilders en ik hebben beide een identiteitscrisis. Ik voel me namelijk niet Indisch. Nederlands trouwens ook niet. Voetballer Ibrahim Afellay is Nederlander, maar voelt zich, naar eigen zeggen, tegelijkertijd Marokkaan in hart en nieren. Zelf heb ik dat niet. Ik WEET dat ik Nederlander ben met Indische roots, maar daar houdt het op. Vaak vraag ik me zelfs af of zo’n gevoel überhaupt bestaat of dat het een door de gemeenschap gecreëerd geloof is. Zo van: ,,We zijn Indo’s, dus dan zullen dat van binnen voelen ook!’’ Een soort fantoomziekte. Als je er flink in gelooft, gaat het bestaan. Of nog belangrijker: Het krijgt betekenis. Daar is overigens niets mis mee. Integendeel, ik ben er jaloers op. Het houdt me steeds meer bezig. Het is niet voor niets dat ik vrijwillig voor deze site ga schrijven. En is het toeval dat er een Indisch film èn een Indische voorstelling op mijn CV staan? Ja, is mijn eerste reactie, want er moet simpelweg geld worden verdiend, maar dat ik de afgelopen jaren in mijn privéleven mijn interesses heb verlegd naar Indische vrouwen is wel raar. Sterker nog, ik ben met een vrouwelijke soortgenoot getrouwd! Of is dat ook toeval?

Misschien maak ik het groter dan het is (dat is nu eenmaal mijn werk) en is het logisch dat ik me niet Indisch voel. Ik zit in percentages als volgt in elkaar: 50% Nederlands, 25% Chinees, 25% Indisch

Slechts een kwart Indisch zijn is wellicht te weinig om je Indo te voelen. Dat ik me niet oer-Hollands voel is niet gek, want wij Nederlanders hebben enkel een groot saamhorigheidsgevoel wanneer het ons uitkomt. Die zogenaamde wij-momenten zijn overigens op één hand te tellen: Koninginnedag, dodenherdenking en wanneer het Nederlands Elftal wint (als er verloren wordt, spreken we uiteraard van zij, maar da’s logisch…).

Over mijn Chinese achtergrond heb ik sowieso nooit nagedacht. Het klinkt heel flauw, maar laten we eerlijk zijn. Als ik spleetogen had gehad was dat anders geweest. Wellicht ga ik dat nog ontdekken. Onlangs kwam ik erachter dat mijn schoonmoeder in de muur tussen de eetkamer en keuken een luik in de muur heeft. ,,Net zoals bij de afhaalchinees!”, dacht ik nog, maar dat is meer gevoel voor humor dan voor China. Ach, je moet ergens beginnen.

Het moge duidelijk zijn dat ik mijn stinkende best doe om me Indisch te voelen, maar het wil nog niet vlotten. Het ligt dus niet aan mij, maar aan anderen. Aan mijn ouders bijvoorbeeld. Mijn moeder is Nederlandse en mijn vader is een donkere Indische man die plat en onverstaanbaar Drents praat. Zij hebben me volledig Nederlands opgevoed. Inclusief het eten. Allemaal Hollandse kost. Mijn vader is een meester in stamppotten en hutspot, maar een fatsoenlijke Indische rijsttafel heb ik vroeger nooit op onze keuken zien komen. Af en toe een surrogaatrijsttafel met behulp van Conimex, maar dat telt niet.

Verder hadden mijn ouders, buiten de familie van mijn vader, geen andere Indo’s om zich heen. Daar heb ik nu nog steeds een trauma van. Vooral nu ik tegenwoordig steeds vaker in Indische kringen verkeer. Tijdens het draaien van de speelfilm ‘Ver van Familie’ vlogen er woorden en termen om mijn oren, waarvan ik nu nog steeds de betekenis niet weet. Zelfs de aangetrouwde blondines hadden een ruime voorsprong op mij. Dat wil je natuurlijk niet laten merken en als acteur kan je dat gelukkig verbloemen. Acteren is een eenzaam vak.

Ik trek de lijn van schuldigen verder door, want de society valt net zoveel te blamen. Er is in mijn leven nog nooit, maar dan ook nooit iemand naar me toe gekomen die heeft gevraagd: ,,Ben jij Indisch?” Als men het al vraagt i.p.v. roept (bv.: ,,Rot op naar je eigen land, kankerturk!”) is het altijd: ,,Bent u Spaans/Turks/Braziliaans/Italiaans/Marokkaans?” Bijeenkomsten met andere Indo’s heb ik natuurlijk niet meegerekend, want daar gaat men er klakkeloos vanuit dat ik er, net als de andere kleurlingen, ook bij hoor.

Tot zover mijn leven als Indo. De volgende keer deel 2 van mijn identiteitscrisis over mijn leven als Spanjaard/Turk/Braziliaan/Italiaan/Marokkaan.

Overigens moet mij als afsluiting van het hart dat ik, ondanks de Nederlandse opvoeding, heel veel van mijn ouders hou en veel waardering heb voor de wijze waarop ze mij hebben opgevoed. Geen respect trouwens! Dat woord heeft vandaag de dag totaal geen betekenis meer. Iedereen eist tegenwoordig altijd en overal van iedereen respect. Dat volgens mij de omgekeerde wereld. Daarom staat het woord respect niet langer in mijn vocabulaire. Waardering vind ik een logische èn goede vervanger. Waardering heb je voor iemand, respect verwacht je van iemand. Normen en waarden anno 2009. Tot zover mijn preek, want al voel ik me geen Indo, ik ben zeker geen Bono.