DSC_4423btfAls zelfstandige Indische kunstenaar, westerse vrouw, en ergens toch ook weer niet westers, voel ik me soms maar een vreemdeling. Zelfs een beetje ontheemd.  Dat is niet altijd zo geweest.

Als ik terugkijk naar mijn jeugd, was ik eigenlijk heel lang ‘onbewust Indisch’. De Indische cultuur van mijn grootouders, was in mijn opvoeding verweven en daarom altijd iets vanzelfsprekends. Maar ik wist niets van de Indische geschiedenis, van wat “Indisch” betekende of van wat mijn opa en oma in Indië hadden meegemaakt.

Toen ik wat ouder was vertelde mijn moeder me voor het eerst over de tijd dat mijn opa gevangen zat in het Jappenkamp. Het maakte me nieuwsgierig naar verhalen uit de geschiedenis van mijn grootouders, die ik niet kende. Omdat er niet veel over werd gepraat, ondernam ik een eigen ontdekkingsreis naar die verhalen. Het bracht me dichter bij hen en heeft de familieband versterkt.

In 2003 bezocht ik uiteindelijk voor het eerst Indonesië. Het raakte me. Ik merkte hoe verbonden ik me voel met het land, de cultuur en met de mensen daar. Regelmatig ga ik terug. Alsof ik iets gevonden heb, wat ik daar steeds weer moet achterlaten.

Dat zorgt bij mij af en toe voor verwarring: alsof ik met één been daar en met het andere been hier sta en in twee totaal verschillende werelden leef. Die verwarring heeft ervoor gezorgd dat mijn Indische afkomst een grote rol is gaan spelen in mijn werk als kunstenaar. Ik verbeeld wat ik niet kan verwoorden, en verwoord wat ik niet kan verbeelden.

Deze tekening laat een symbolische manier zien hoe mijn familieachtergrond mij bezighoudt, hoe het mij raakt en inspireert.