Eén jaar. Zo lang heb ik niet tegen mijn (achterachter)neef gepraat. Ik ben een jaar lang in stilzwijgen vervallen nadat hij me in een gesprek over onze Indische achtergrond, dermate op de kast had gejaagd dat ik niet anders kon dan ons goede contact even op pauze te zetten.
Wij zijn hier op Indisch3.0 allemaal erg bewust van of bezig met het Indische in ons. Op de vraag op welke manier het Indische aanwezig is hebben we allemaal verschillende antwoorden, de mate van Indisch bewustzijn varieert, de manier waarop het Indische zich bij ons manifesteert verschilt per persoon. Hier liggen de nuances van het gemeenschappelijk kader: we zijn allemaal (bewuste) Indo’s.
Dat er een hoop Indo’s zijn die zich niet bewust bezig houden met hun Indische achtergrond, of hier überhaupt amper benul van hebben, zal voor niemand nieuws zijn. Ik ben van alle achterkleinkinderen de enige die zich actief bezighoudt met haar Indotiteit. Ik ben samen met mijn twee nichtjes de enige met twee Indische grootouders. Geen van allen zijn ze bewust met het Indische bezig, wel vinden ze het interessant wat ik allemaal doe. Op één achterneef na. Die is er niet ‘gewoon niet mee bezig’, die ontkent het. Maar of die ontkenning voortkomt uit schaamte of onwetendheid..
Vorig jaar ging mijn neef het leger in. We spraken over zijn verwachtingen en ik vertelde over de ervaringen van mijn grootvader in het KNIL. ‘Huh, maar Boet was een blauwe. Hij kan niet in het KNIL hebben gezeten!’ Van verbijstering kon ik even niets uitbrengen. ‘Ja, Boet was een Indonesiër, die stond aan de andere kant,’ ging mijn neef verder. Ik ging van rustig naar furieus in een nanoseconde.. ‘Mijn opa was Indo, geen Indonesiër! We zijn allemaal Blauwen! Mijn oma is even blauw als de jouwe, het zijn zussen! Jij bent slechts één grootouder ‘minder’ Indisch dan ik!’
Witheet van woede stond ik midden op straat in de Utrechtse Binennstad te briesen als een wild paard. Het fenomeen ‘zwart worden voor de ogen’ onderging ik op dat moment aan den lijfe. ‘Indo is geen synoniem voor Indonesiër. Blauwe is een scheldwoord voor Indo, niet voor Indonesiër.’ Mijn neef was het hier niet mee eens. Dat het geen kwestie van meningen maar van feiten was en dat hij z’n eigen geschiedenis betrof, kreeg ik hem niet aan het verstand. Ik stelde voor mijn moeder even te bellen, ‘de feiten checken’. Hij diende van repliek: ‘Als je dat maar uit je hoofd laat! Ik weet zeker dat mijn oma niet wil dat we hier over praten.’ Zijn oma die hem dag daarvoor nog ‘gaaaado-gaaado’ had voorgeschoteld. Dit was geen onwetendheid.. Dit was ontkenning.
Jaren heb ik gewerkt met tweede en derde generatie Turkse en Marokkaanse jongeren. Ik kon me met hen identificeren, ik snapte tegen welke problemen ze aanliepen, begreep hoe ze zich ‘net nergens thuis’ voelden. Net geen Turk of Marokkaan, net geen Nederlander. Wat ik in al die jaren niet ben tegengekomen, zijn jongeren die hun Turkse of Marokkaanse achtergrond ontkennen. Is dit fenomeen van ontkenning iets wat alleen veelvuldig bij Indo’s voorkomt? En komt het voort uit schaamte of ontwetendheid?
Waarom neem je hem dat allemaal kwalijk?
Neem ik hem wat precies kwalijk, Sylvia?
De ontkenning of onwetendheid neem ik hem niet kwalijk. Daar zal hij zo zijn redenen voor hebben, ik vraag me alleen oprecht af welke..
Wat ik hem wel kwalijk neem, met heel mijn hart, is dat hij mijn opa -en daarmee mij- als ‘minder’ kwalificeert terwijl hij blijkbaar nieteens de kennis paraat heeft om dat te ‘kunnen’ doen.
Waarom waarom waarom je javaans blood ontkennen?
Oh Charlie, ik leef met je mee. Niets schrijnender dan een Indo in ontkenning of “Indo in Denial” zoals ik ze meestal noem. Ik heb ook al vaak ruzie gehad met dit soort. Ik vrees dat die ontkenning juist heel Indisch is. Ik kijk met respect naar onze Turkse en Marokkaanse generatiegenoten die hun achtergrond niet ontkennen en bovendien vaak veel meer schijt hebben aan de Nederlandse manier van doen. Waar overigens iedere Indo wat van kan leren : heb schijt aan de Nederlandse supremacy.
Deze Indos in Denial zijn trouwens vaak zo tegenstrijdig. Ik heb wel eens een discussie gehad met zo’n geval terwijl hij een batik shirt aan had en kretek rookte. Dat vond ie gewoon een mooie blouse en kretek rookt toch iedereen wel eens. En dat zijn vader in Jakarta is geboren was gewoon toevallig.
We moeten als alvast voorbereiden op de kinderen van deze Indos in Denial. Zij zullen denk ik wel op zoek gaan naar hun Indo roots. Arme 4e generatie…
Ik weet niet of de ‘ontkenning’ van de neef verward wordt met onwetendheid. Als hij niet beter weet valt de reactie en zijn weerwoord zelfs te verklaren.
Wat ik niet zo begrijp is waarom jij zoveel respect hebt voor die Turkse en Marokkaanse generatiegenoten omdat die bovendien vaak veel meer schijt hebben aan de Nederlandse manier van doen. Sterker nog je roept ze op schijt te hebben aan de Nederlandse supremacy!
Ik neem aan dat je weet dat als je vandaag de dag naar Indonesië gaat je weliswaar van harte welkom bent maar dat ze over het algemeen toch acht als Belanda zullen zien. Ze wellicht wel begrijpen hoe het zit met je roots maar dat je voor hun meer Belanda, mogelijk getint weliswaar, bent dan Indonesiër. Hoe je het ook wend of keert je bent zowel een product van Nederlands als Indonesisch DNA, tegen welk gedeelte van je innerlijke wil je jezelf zo graag verzetten?
Ik vind de mate waarin je Indo’s die zich vooral Nederlander voelen impliciet veroordeelt schrijnend. Ik voel me 100% Indisch maar zie geen reden waarom ik anderen die daar weinig of niets mee hebben zo te typeren (“niets schrijnender”) als jij doet. Sterker nog ik vind het zelfs getuigen van slecht Indisch voorbeeld gedrag…..
Indisch zijn is voor mij een etniciteit op zich, daardoor begrijp ik niet waarom je aanneemt dat als ik in Indonesie zou zijn ik als Indonesier zou willen worden gezien. Natuurlijk ben ik vanuit hun optiek Blanda, zoals Nederlanders in Nederland vaak denken dat Indo’s Indonesisch zijn. We zijn nou eenmaal een hybride soort, zonder land, en dat is lastig voor de buitenstaander uit te leggen.
Nederlander zijn ben ik ook, dat is impliciet voor Indisch zijn. Je bent zowel Nederlands (of: Europees) als Indonesisch. Dat maakt dat ik Indisch ben. En dus waarom moet je een supra nationaliteit kiezen als Nederlander of Indonesier. Je bent gewoon Indisch.
Het probleem met best veel Indo’s is dat ze een geinternaliseerd racisme hebben. Ook Indo’s die wel erkennen dat ze Indisch zijn, hebben vaak een voorkeur voor het Nederlandse in zich en vinden hun Indonesische (vaak Javaanse) kant als het er op aan komt inferieur. Dat doet die kant niet bepaald eer aan. En daarom zeg ik dat Indo’s meer schijt moeten hebben aan de Nederlandse supremacy. Want we zijn iets te Nederlandslievend, terwijl we Indolievend moeten zijn. We zijn nou eenmaal Indo- Europees.
Ik gok er in dit geval op, dat je neef zich schaamde omdat hij niet wist hoe de vork in de steel zat. En ik ben benieuwd hoe hij de uitdrukking ‘blauwe’ heeft geleerd, hoe hij besloten had dat zijn oma er niet over wilde praten en hoe hij zelf tegen zijn roots aankijkt.
Leuke vraag op het einde. Het is de omgekeerde kant van “Nee, je kan ons niet vergelijken met migranten. Omdat we geen migranten waren, maar Nederlanders.” Migranten die in NL kwamen na onze (groot-)ouders konden dat niet zeggen.
Gedachtesprongetje — ik ken ook jongeren, tweede en derde gen. migrant, die noemen zichzelf gewoon Nederlander, omdat ze hier opgegroeid zijn. Zij worden in het land van hun ouders niet meer voor vol aangezien. Bij hen is dat geen ontkenning of schaamte. Het is volgens mij meer trots op het feit dat ze hier wonen en de wens om door al die allochtonen-bashers voor vol aangezien te worden. En zij ontkennen geen seconde dat ze ook Marok etc zijn, maar vullen het begrip Nederlander gewoon ruimer in dan de eigen-volk-eerst aanhangers. Wat zegt dit over ónze manier van aankijken tegen Indo’s die zeggen dat ze Nederlander zijn? Wie is er dan bekrompen 😉 ?
Wat mij altijd opvalt in discussies als deze is, dat indo’s zich voortdurend vereenzelvigen met indisch. Ik hoef natuurlijk niet uit te leggen wat indo is?
Ik kan me vaak ook niet aan de indruk ontkennen dat menigeen denkt – of van zichzelf denkt – dat een indo door de Setan is geschapen en niet door God of Allah.
Wat dat indische betreft. Indisch is overigens geen nationaliteit, maar dit even terzijde. Indo’s schijnen er trots op te zijn dat zij in Nederlands-Indie zijn geworteld en niet in Indonesie. Wanneer zij – de tweede, derde generatie in het bijzonder – naar hun roots zoeken dan gaan zij naar Indonesie. Vreemd toch, wat zoeken zij daar?
Uiteraard, ik ben geen Indonesier maar Nederlander. Wat dat betreft staan dat meisje Sahar en ik aan dezelfde kant van de streep. Zij beschouwt zichzelf als Nederlandse en geen Afghaanse.
Ik vind de (retorische?) vraag van Ronald van den Oudenaller dan ook zo interessant: waarom je Javaans blood ontkennen?
Zijn er dan indo’s die hun Javaanse afkomst (of bloed) ontkennen?
tambahan:
“Ik kan me vaak ook niet aan de indruk ontkennen” moet zijn “….onttrekken.” Staat veel netter 😉
Over dat begrip (benaming etc) indisch wil ik eigenlijk ook wel het een en ander zeggen.
Wanneer ik – anno 2011 – tegen een persoon zeg:” dat vind ik nu een lullige opmerking” of “Jij bent een l*l”, dan denk ik niet dat velen direct aan een geslachtsdeel zullen denken. In het eerste geval aan een nare eigenschap, en in het tweede geval aan iets dat zeker niet in relatie staat met dat bewuste geslachtsdeel. Wellicht zullen er personen zijn die wel vinden dat ik mijn taalgebruik eens moet aanpassen, want zeer grof (ngoko?)
Zo ook dat indisch. Dat gaat m.i. ook niet eens meer verwijzen naar het oude indie, of gemengdbloedigheid (indo), of iets wat afkomstig is uit/van Nederland-indie, maar naar – in deze tijd zeker – gewenste eigenschappen als bijvoorbeeld: gevoeligheid, ruimdenkendheid, innerlijke beschaving, gastvrijheid, etc. Hebben jullie daarover ook eens nagedacht?
Wat mij betreft hoeft het ene het andere niet uit te sluiten, hoe het voor de derde en vierde generatie is kunnen vertegenwoordigers van die generaties beter zelf aangeven. Ik vermoed dat het een grote verscheidenheid aan reacties zou opleveren. Ik vermoed ook dat het voor de tweede generatie net zo divers zal zijn. Ik ben er nog geboren, heb nog veel familie aan Indonesische zijde waar warme banden mee worden onderhouden maar ken het oude indië ook alleen maar uit de vele verhalen. Voor veel van mijn Indische vrienden en mijzelf zijn de Indische roots nog heel duidelijk aanwezig, evengoed zijn er ook voor wie dat aanmerkelijk minder is. Voor onze vriendschap is het om het even.
Ik geloof alleen niet dat het vooral om uiterlijke kenmerken gaat, ze kunnen weliswaar een eerste aanknopingspunt zijn maar ik vind de door jou genoemde gewenste eigenschappen in feite belangrijker.
Mijn wijlen oude heer droeg eigenlijk nooit batik en rookte zeker geen kretek (wel veel te veel sigaretten) en zei daarover weleens: “In Indië droegen ‘we’ ook geen batik want dat was vooral iets voor de ‘inlanders’ “(excuseer het woord), voor hem was het vals sentiment. ik weet zeker dat hij dat niet zozeer badinerend bedoelde naar de Indonesiër maar meer zag als een vorm van ‘geschiedsvervalsing’. Wat mij betreft ieder z’n meug maar het is voor mij een willekeurig voorbeeld van persoonlijke interpretatie van een door en door Indo.
Kijk, Je voelt hoe je hoe je jezelf voelt en daardoor ben je wie je bent.. Ik zou eerlijk gezegd ook heel boos worden, maar het gaat er met name vervolgens om om duidleijk uit te leggen aan degene waarom je zo boos bent, dan te proberen om je gelijk te krijgen bij onwetende mensen..
Ik ben Nederlandse met een vleug Indisch bloed. Aan de buitenkant slechts voor kenners zichtbaar. Vanbinnen stroomt het bloed toch waar het niet gaan kan. Zo heb ik antieke Wajangs die uit pure drift van de muur zijn gesprongen en een antieke Kris die aangaf dat hij schoongemaakt- en niet in een kast bewaard wilde worden door zichzelf te verplaatsen naar de krat met schoonmaakmiddelen. Mijn oernuchtere Nederlandse man kan het ook allemaal niet verklaren. Net zoals de Nederlandse internist met verbazing mijn bloedresultaten bekeek toen ik ziek was geweest en ik hem vertelde dat een doekoen in Indonesië dat had gedaan met heilig water en wrijvingen met knoflook en gember.
Indisch is niet hetzelde als Indonesisch. Ook het eten is verschillend. Indisch is natter. Maar het is onzin daar ruzie over te maken. Iedereen is zoals hij is. De Indonesiër denkt tegenwoordig mild over de Nederlander van weleer. Ze hebben ook veel goede dingen gedaan zeiden meerdere mensen (tot mijn verbazing). Mijn Abah was als 50 jaar niet meer terug geweest, maar ze dachten allemaal dat hij Indonesiër was. Toch is hij in sommige opzichten Nederlandser dan ik (3e gen.) Maar zoals eerder gezegd; bloed stroomt waar het niet gaan kan, het kan de Nederlandse kant of de Indonesische kant op gaan. Geen van beide kanten is ‘verkeerd’.
Je kunt dat indontkenning noemen.
De indo ontkent, de indo wordt ontkend. Gebruik de twee betekenissen.
Noem het ook hollandontkenning, want achterneef lijkt een Nederlander die een oudhollandse traditie volgt:
niet weten, niet willen weten van de Indische/Indonesische geschiedenis, niet weten en ontkennen dat indo’s Nederlanders zijn.
Die traditie leidt idd tot zelfverloochening van indo’s, mensen met een indo-afkomst.
Ik noem dat ‘het verdriet van de indo’:
http://indisch4ever.web-log.nl/indisch4ever/2010/01/het-verdriet-va.html
Onwetend is hij zeker en dat leidt tot ontkenning van het Nederlanderschap van de man van zijn oudtante , maar of hij daarmee ook zijn indo-afkomst ontkent is mij niet duidelijk.
Ik vind het normaal (edoch soms triestmakend) dat hij zich niet Indisch voelt en zichzelf niet zo beschrijft. En als hij zich niet zo betrokken voelt en weinig wilt weten van Indisch…. daar zit mogelijk een element van zelfverloochening achter, maar niet persé.
Laat hem gerust belanda wezen…. dat is hij ook. Moi aussi..
Sarah / January 28, 2011
Het probleem met best veel Indo’s is dat ze een geinternaliseerd racisme hebben. Ook Indo’s die wel erkennen dat ze Indisch zijn, hebben vaak een voorkeur voor het Nederlandse in zich en vinden hun Indonesische (vaak Javaanse) kant als het er op aan komt inferieur.
——————————————————
Dat heb je goed opgemerkt.
Maar wel begrijpelijk in de optiek van de 1ste en soms een deel van de 2de generatie Indische /Indo mensen.
Een erfenis uit het verleden .
Van de 3de Gen. zou ik het niet verwachten.
Ik heb de passage “Het probleem met best veel Indo’s is dat ze een geinternaliseerd racisme hebben. Ook Indo’s die wel erkennen dat ze Indisch zijn, hebben vaak een voorkeur voor het Nederlandse in zich en vinden hun Indonesische (vaak Javaanse) kant als het er op aan komt inferieur.” gemist.
Dat geinternaliserd racisme heeft te maken met de verhoudingen in Nederlands-Indie. Veel indo’s (vrijwel allemaal zou ik zeggen) beschouwden zich als een aparte bevolkingsgroep met een eigen cultuur. Men had 2 “concurrenten”: de Indonesiers en de Belanda’s (de totoks). De relatie met de totoks is welbekend. Die met de Indonesiers heel onduidelijk.
Deze dualiteit werd door oudere indo’s doorgegeven aan hun nageslacht.
Overigens waren begrippen als Indonesie en Indonesiers reeds bekend in de periode voor Wereldoorlog II van de vorige eeuw, maar het gebruik ervan was not done! Natuurlijk waren er indo’s die goede relaties hadden met Indonesiers, maar dat kwam niet vaak voor. Misschien in hogere kringen: indo’s met gematigde (nationalistische) Indonesiers. Op speelveld nivo: tussen kinderen.
Nogmaals ik merk dat de benamingen indo en indisch vaak doorelkaar worden gebruikt. Het ware ook beter geweest om te spreken van indo-europese of indo-nederlandse cultuur dan van Indische cultuur. Indische cultuur verwijst naar dat eilanden rijk van meer dan 13.000 eilanden dat toen Indie heette en nu Indonesie.
Indo verwijst naar mixed. Indo-ontkenning is dan… Ik hoef het hier niet uit te leggen.
Belangrijker is of de derde generatie Indisch en nu Indonesisch nog iets zegt. Veel 3e generatie jongeren zijn nu westers georienteerd. Evenals de indonesische jeugd overigens.
Maar wat voor vreten is dat “geinternaliseerd racisme”. Ik begrijp geexternaliseerd racisme maar dat interne, ik heb daarvoor in de literatuur geen empirisch bewijs voor gevonden voor Indischen.
Maar misschijn weet U hoe de Indische “KOLONIALE” samenleving eruit zag. Dat was een door en door vergeven KASTEmaatschappij gebaseerd op huidskleur en ras. Dat mag toch wel als bekend en gegeven worden verondersteld bij Indo’s.
Om dat woord te gebruiken zou ik toch maar eerst mijn mond spoelen en wat Indische geschiedenisboeken lezen voordat je de Indische wat voor de voeten werpt. Het is en blijft onberedeneerde non sense, excusez les mots. Het is opmerkelijk dat sommige Indo’s dat nog napraten ook.
Apropos, mijn oma is zelf Inlandse, die vroeg zich ook af of zij last had van dat geinternaliseerde racisme.
@Peter vd Broek
‘Geïnternaliseerd racisme’ betekent dat je de boodschap die de maatschappij op subtiele en expliciete manieren uitzendt, namelijk dat blank beter is, op je zelfbeeld van toepassing laat zijn.
Dat een maatschappij of cultuur door zo’n racistisch idee beheerst wordt is natuurlijk verkeerd en erg triest. Het is echter nog triester als mensen die zelf gekleurd zijn zichzelf daardoor minder makkelijk kunnen accepteren. Of in het ergste geval hun gekleurdheid of gemengdbloedigheid gaan haten en er veel voor over hebben, het ‘zwarte'(in ons geval vaak het javaanse) te compenseren.
Ik ben van mening dat de apartheid die in Nederlands- Indie de samenleving beheerste op invloed is geweest en het nog steeds is op zelfbeeld van veel Indo’s. Lees hier meer over ‘internalized racisme’: http://abagond.wordpress.com/2009/11/25/internalized-racism/
Ik probeer serieus te begrijpen hoe je bij deze conclusies komt. Niet zozeer dat jij dat zogenaamde “geïnternaliseerde racisme” ervaart want dat kan jij voor jezelf persoonlijk zo zien wat mij betreft. Wat ik niet begrijp is dat jij het zo makkelijk projecteert op de ‘Indische bevolkingsgroep’.
Vooral omdat ik dat superieure van de Belanda in de beleving van de Indo helemaal niet zo waarneem. Niet bij mezelf en niet in algemene zin bij de Indo’s die ik ken. Er zullen vast Indo’s zijn die zich vrij makkelijk identificeren met de Belanda cultuur en daar is op zich niets mis mee. Ik denk altijd maar aan de woorden van mijn oma: koester de waarden van je (indische) achtergrond, vergeet deze nooit en zorg er tegelijkertijd voor dat je jezelf een plaats verwerft in de Nederlandse maatschappij. Niets mis mee, voor de Indo is het eigenlijk nooit anders gewees, in Nederlands-Indië en ook weer hiert. Voor mij en vele anderen geldt volgens mij ook dat er voldoende zaken zijn waarin ze niet als een Hollander denken en in andere weer wel.
Het kan ook haast niet anders dan dat het verwatert bij de jongere generaties. Huwelijken met o.a. Hollanders zorgt er ook voor dat er met name bij de derde en vierde generatie evengoed invloeden uit Brabant, Noord-Holland, Friesland et cetera in de opvoeding thuishoren. Niet omdat ze superieur zijn maar omdat ze net zo eigen zijn, je kan moeilijk verwachten dat waarden en normen van die ‘andere’ moeder of vader niet meetellen. En inderdaad, met verstrijken van de generaties worden we steeds meer Nederlander/European en in sommige gevallen nog meer multi-multi.
Vergelijk het maar met de emigranten in de VS, die kunnen al vele generaties in dat land wonen en zich toch nog nadrukkelijk indentificeren met hun oorspronkelijke roots. Of ze nou Pools, Iers, Duits of Afrikaans zijn. Tegelijkertijd voelt het gros zich ook en soms in de eerste plaats Amerikaan. Hebben ze daarmee (per oorsprong) ook automatisch dezelfde normen en waarden? Over het algemeen niet, ze hebben wel wisselende overeenkomsten.
Je link van die blogger is interessant maar wat mij betreft vooral een sprekend voorbeeld dat ieder onderwerp vanuit vele perspectieven benadert en beoordeelt kunnen worden.
Ed Vos / January 30, 2011
Men had 2 “concurrenten”: de Indonesiers en de Belanda’s (de totoks).
1. De relatie met de totoks is welbekend. Die met de Indonesiers heel onduidelijk.
Deze dualiteit werd door oudere indo’s doorgegeven aan hun nageslacht.
2.Natuurlijk waren er indo’s die goede relaties hadden met Indonesiers, maar dat kwam niet vaak voor. Misschien in hogere kringen: indo’s met gematigde (nationalistische) Indonesiers. Op speelveld nivo: tussen kinderen.
============================================================
Als we toch over tempo doelo(e)s praten dan kan ik een korte komentaar geven m.b.t beide punten.
m.b.t pt 1.
De sociale relatie met de Indonesiers of pribumi ( voor 1945) is ook duidelijk.
Ze achten zich hoger en beter dan de oorspronkelijke bewoners van Nederlands Indie en Indonesia.
Er was ooit een staking geweest omdat de “pribumi”door hun opleiding en vorming een geduchte concurrent werden in de arbeidsmarkt.
m.b.t punt 2.
Is ook duidelijk , lees maar de oude verhalen , artikelen uit die koloniale tijd.
Zelfs in de “hogere kringen” werd niet met de Indonesiers om gegaan , niet tijdens de E.L.S ( zelfs de H.I.S) periode , en zeker niet tijdens de middelbare schooltijd (Mulo-HBS) .
Waarschijnlijk niet op de speelplaatsen .
Voorzover ik weet wonen de Nederlandse en Indische mensen uit de “hogere kringen”(?) NIET in dezelfde wijk met de Inlandse “gelijken” .
In Djakarta (Weltevreden en Menteng) en in West Java zoals in Bandung (Dago area = Noord Bandung) gebeurde dat bijna niet .
Bedankt voor de verduidelijking. Misschien had ik voor relaties beter het woord vriendschappen kunnen gebruiken.
Nadat Indonesie onafhankelijk werd, werden de Indo-Europeanen voor de keus geseld ofwel te blijven (dus Indonesier te worden) of als Nederlanders te vertrekken naar Nederland. Toen kwam de benaming Indische-Nederlanders duidelijker aan de oppervlakte.
Het is natuurlijk een kwestie van smaak of duidelijke afbakening van een begrip of je Indische-Nederlander was, Indonesische-Nederlander of volstrekt statenloos. Dit uit te leggen is meer voor historici en juristen.
Hoe dan ook: men (je) was weliswaar Nederlander, maar in Indie geboren. Indisch.
Ik merk nog even op dat de Nederlandse regering ons beschouwde als Indonesiers (of op dezelfde lijn stelde als Indonesiers) vanwege onze gewoonten, gebruiken etc. Ja wij zouden ons helemaal niet kunnen aarden in Nederland, die wij slechts uit boekjes kenden.
Velen onder ons kozen dus vanwege een onzekere toekomst in Indonesie voor een vertrek naar Nederland. weer anderen probeerden het nog in Nederlands-Nieuw Guinea.
Nu was het zo dat er veel Nederlanders ons Indonesiers noemden. Neen, geen sprake van, wij waren Indische-Nederlanders. Verkort Indisch, en Nederlander!
Geen Indonesische-Nederlanders. Niet Indonesisch (geen Indonesiers) maar Nederlanders 😉
Ed Vos / January 30, 2011
Misschien had ik voor relaties beter het woord vriendschappen kunnen gebruiken.
============================================================
Zelfs “vriendschappen” was moeilijk of niet gebruikelijk geweest.
De reden is simpel , de Indischen vinden zich zelf superieur t.o.v de “pribumi”
Dat er uitzonderingen zijn zal wel voorkomen.
Men moet niet vergeten hoe het was in Nederlands Indie.
Het was een koloniale samenleving .
Vriendschappen kan alleen maar bloeien tussen gelijkwaardigen .
In mijn kinderen jaren heb ik nog nooit Indische kennisen / vrienden of collega’s of ex studiegenoten van mijn ouders ontmoet .
Terwijl wij in Jakarta (Weltevreden) woonden.
Hoewel Djakarta (of Batavia) toen al een relatief een grote stad was dan zou je haast zeggen dat ze een relatief uitgebreide Nederlandse en of Indische kennissenkring hadden.Dat geldt ook voor hun oudere broers of zusters , dus hun generatie.
Ik weet dat dit een soort tempo doelos verhaal genre is , maar wel nodig om het hier te vertellen.
Om zekere romantisering te vermijden.
Zoals bij het verhaal over de “vriendschap” in Oeroeg of De Terugkeer .
Maar dan is het ook een vriendschaprelatie ( ?) van een pribumi jongen met de zoon van de grote Totok baas .
Aanbevolen lectuur is de verzamelde werken van Vincent Mahieu en De piekerans van een straatslijper.
@Charlie..zo te lezen ben ik de eerste van jouw generatie die hierop gaat reageren. Van mij krijg je geen vergelijkingen in rangen en standen van Nederlands-Indië, want in mijn ogen heeft dit maar heel zelden te maken met het gedrag van veel van jouw en mijn generatiegenoten. Er is een verschil tussen ontwetendheid en ontkenning, iets waar ik in het begin van mijn eigen zelf bewustzijn enorm aan kon ergeren. Of het nu mijn eigen nicht, mijn broer of een willekeurige Indo van dezelfde leeftijd betrof die ik op school of via vrienden had leren kennen.
Wat me opviel was dat er altijd met Indo’s wel een vorm van herkenbaarheid was, een soort van naar elkaar toe trekken, maar dat dit vaak oppervlakkig bleef (en nog steeds zo trouwens) en vaak niet verder kwam dan het “mijn oma maakt lekkere nasi” verhalen en “mijn opa zat bij het KNIL”. Of ze zelf nog nasi goreng kunnen maken en of ze zelf wel alle in-en outs weten van hun familie en geschiedenis schijnt er niet meer toe te doen. In 2003 heb ik nog meegewerkt aan een artikel in Vrij Nederland over Indische jongeren op de toenmalige Indo-Parties (die nu al niet meer bestaan). “Indo-zijn is Vet” kopte het artikel. Ik vond het onzinnig maar toen ik het artikel las en ontdekte wat de andere geïnterviewden zeiden besefte ik dat het grotendeel vooral heel erg laconiek was over zijn afkomst, het was een leuk feitje, het was trendy bijna om ergens bij te horen wat niet “blank” was want nadruk lag toen bij de multi-culturele samenleving. Een jaar later was ik met mijn groep een van de onderwerpen in de teleac docu:”met vlag en rimpel, erfgenamen van Indië.” Ook daarna besefte ik dat er eigenlijk, verhoudingsgewijs, weinig leeftijdsgenoten actief en diepgaand bezig waren met cultuurbehoud, ontwikkeling of overdracht.
Is dat uit ontwetendheid, is het uit ontkenning? Is het een kwestie van niet kunnen of niet willen? Ik denk dat er teveel vragen zijn rondom “Indisch”. Indisch zijn is “indogewikkeld”, zeker als je in een omgeving opgroeit, werkt, leeft waarin niemand aandacht besteed aan je achtergrond of alleen vragen heeft i.p.v. antwoorden. Het is dan makkelijker om op te gaan in de massa, te integreren, ondanks dat diep van binnen iedereen het gevoel heeft bij een (culturele) groep te horen. Misschien is JUIST dat onbewust een kenmerk van ons Indisch-zijn dat ons ook de kop kost: sudah,laat maar,te ingewikkeld,niemand op zijn tenen trappen.
@ Erik Ik ben ook zeker wel 3e generatie hoor! 🙂 Ook in dezelfde leeftijd ongeveer denk ik, ik ben 24.
Erik zegt:
“Misschien is JUIST dat onbewust een kenmerk van ons Indisch-zijn dat ons ook de kop kost: sudah,laat maar,te ingewikkeld,niemand op zijn tenen trappen.”
Ik denk dat je hier helemaal gelijkt hebt. Het feit dat onze geschiedenis ingewikkeld (indogewikkeld) is zorgt er denk ik zeker voor dat veel van onze generatiegenoten, inderdaad heel indisch, denken: laat maar. En die gedachte, is als je de geschiedenis kent, ook wel begrijpelijk. Alleen wel een gedachte die niet van zelfbewustzijn getuigt. Door die ‘soedah laat maar’ gedachte, geef je je als het ware over aan de mainstream cultuur en verloochen je eigenlijk je ware achtergrond. Precies wat de dominante Nederlandse cultuur altijd zo handig aan die Indo’s vindt; net Nederlanders, alleen met een lekker kleurtje.
Ik denk dat het onze taak als derde generatie is, om ons zelfbewustzijn door te trekken en ook kritisch te kijken naar onbewuste kenmerken, die misschien niet altijd even mooi zijn. Zoals jij hier boven een kenmerk ontmaskert en zoals ik erg bezig ben met het racisme onder Indo’s. Als we die kenmerken op tijd signaleren kost het ons misschien niet de kop.
Charlies eerste regels waren: “Dat er een hoop Indo’s zijn die zich niet bewust bezig houden met hun Indische achtergrond, of hier überhaupt amper benul van hebben, zal voor niemand nieuws zijn.”
Voor mij is dit ook niks nieuws. Soit.
Dit heeft niets te maken met “sudah laat maar”, maar met het feit dat het gros van de jongeren andere prioriteiten heeft of stelt. Je kunt evengoed van alle sp’ers of groenlinksers verlangen dat ze de boeken van Karl Marx en Friedrich Engels lezen en begrijpen, in het kader van ‘arbeiders aller landen verenigt u”. Arbeiders verenigen zich tegenwoordig slechts, zo lijkt het, wanneer hen (financieel) onrecht wordt aangedaan.
Voor indo’s zou dit betekenen dat zij de geschriften van Vincent Mahieu/ Jan Boon lezen en de tijd begrijpen waarin zijn hoofdpersonen zijn geplaatst.
Ik weet uit ervaring en van horen zeggen dat men, de indo, enthousiast begint aan een project, maar wanneer er afspraken moeten worden gemaakt en de mouwen opgestroopt, geeft de een na de ander zich uiteindelijk niet thuis. De een heeft geen tijd , de ander geen zin, en zo stapelen de smoesjes zich op. Uiteindelijk is het 1 persoon of zijn het slechts twee personen die gefrustreerd de kar moeten trekken, en heilsoldaatje spelen. Je doet het allemaal in je vrije tijd, en niet professioneel. Dan word je ook geconfronteerd met het feit dat vele mensen vele, vooral uiteenlopende, wensen hebben.
Dan, nog erger, de een weet het alles beter dan de ander.
Let wel dit is niet des indo’s.
Dat sudah laat maar heeft op iets anders betrekking. Ik geef hiervan een voorbeeld.
Op zijn werk heeft een collega weer eens iets gezegd wat indo Tjoh niet zinde. Hij voelt zich in zijn kruis getast, voelt zich behoorlijk gekwetst. Haloes als hij is zwijgt hij, buigt het hoofd, en zegt niks terug.
Die totok is gewoon bot, zo gaan we niet met elkaar om. Apa maksudnya?
Thuis gekomen gedraagt hij zich als een mokkende en mopperende Javaan.
Zijn ogen staan in vuur en vlam. Zijn woordenstroom is niet te stuiten en hij briest als een paard. En zo fokt hij zich behoorlijk op.
Wat hij zijn vrouw, die als klankbord fungeert, vertelt, had hij eigenlijk tegen zijn collega moeten zeggen. Een spitsvondige tegenopmerking was al voldoende geweest, maar hij deed dat niet.
Uiteindelijk zegt zijn vrouw:” Tjoh, denk aan je hart, wind je toch niet zo op. Sudah laat maar. AL. Wat weten die totoks nou. Zij zijn gewoon kasar. Zij begrijpen ons nu eenmaal niet.
Over de mokkende Indo Tjoh ( George) die door zijn “halusheid” niet assertief genoeg reageert is soms te herkennen bij sommigen van de 2de generatie .Dat heb ik gezien bij de oudere Indo’s vrienden van mij , de nu 60 jarigen en ouder.
In vele gevallen was de “sudah laat maar” houding vaak de juiste houding geweest , gezien de tijd waar ze leven.
De jongere generatie zijn anders “gebekt” , ze zijn gewone Nederlandse jongeren.
Ze zijn even goed opgeleid en gevormd zoals de andere jongeren .
@Surya
De neiging om halus te reageren zit er bij mij als lid van de derde generatie oorspronkelijk ook nog in hoor. Ik vind het eigenlijk een vervelende neiging, omdat het er vaak voor zorgt dat ik niet goed voor mezelf ben opgekomen en door halus gedrag je impliciet de Ander toch als een soort superieur beschouw. Terwijl het toch wel belangrijk is er op zijn minst van uit te gaan dat we allemaal gelijkwaardig zijn.
@Ed Bedoel je dat het sudah laat maar trekje is ontstaan doordat de Indo dacht dat de totok of Nederlander hem toch nooit zou begrijpen? Ik verwacht zelf ook niet echt dat Nederlanders Indo’s helemaal gaan begrijpen. Dat is nooit gebeurd, dus zal er ook niet echt in zitten. Maar wat wel belangrijk is: Indo’s moet onderling niet die houding hebben, van Soedah Laat Maar ik mag deze Indo onwetend laten over zijn achtergrond. Uiteindelijk is het ieders eigen verantwoordelijkheid of ie Vincent Mahieu leest, maar als je er als Indo’s in gesprekken onderling nooit over praat dan zal men ook elkaar nooit inspireren. Dus laten we geen ‘Soedah Laat Maar te ingewikkeld houding’ ontwikkelen naar elkaar als het gaat over het bespreken van ons verleden en toekomst.
Ik vind die generaliserende houding over de 2de generatie wel tekent voor redenatietrant van de 3de generatie: je hebt het over een paar 2de en daarna heb je het over de gehele groep. Nou zo kan ik ook OH, het slaat toch nergens op.
Marion Bloem is tekent geweest voor de tweede generatie en heeft heel veel los gemaakt, in haar tijd is een stroom Indoschrijvers losgekomen, Indobewust
Het is opmerkelijk dat het allemaal dertigers zijn en als ik jou was zou ik maar wachten totdat je die leeftijd van bezinning bereikt hebt.
Ik ben zelf een tweede generatie met een halusheid. Ik werk niet bij de overheid zoals vele Indo’s en heb een eigen bedrijf in Zuid-Italie, hier kan je alleen maar overleven als je Indo-bewust ben, niet van dat halfzaxhte gedoe in NL.
@Sarah / February 2, 2011
Beste Sarah:
1. “Bedoel je dat het sudah laat maar trekje is ontstaan doordat de Indo dacht dat de totok of Nederlander hem toch nooit zou begrijpen?’
Hierop kan ik geen een-eenduidg antwoord geven.
“Sudah laat maar” is hetzelfde als “laat maar zitten”.
Bijvoorbeeld na een discussie waarbij je het gevoel hebt dat het een gebed zonder eind gaat worden. Je komt er toch niet uit.
Of wanneer je het gevoel hebt dat die ander persoon jouw woorden of uitleg toch niet begrijpt.
Sudah laat maar, genoeg, laten we daarover maar niet discussieren (of praten).
Maar het kan ook zijn dat je het over een onderwerp wilt hebben waarbij een bepaalde derde persoon al dan niet negatief in beeld komt. Sudah laten we daarover niet praten, het is al zo lang geleden.
Of dat je bijvoorbeeld het wisselgeld (susuk)niet wilt ontvangen. Of geen geldelijke beloning wilt voor een prestatie o.i.d. Sudah, laat maar zitten joh!
2. Wat jij met dat “sudah laat maar houding” van indo’s bedoelt begrijp ik niet. Misschien bedoel je de “laat maar waaien houding” van (bepaalde) indo’s? Zo’n houding is dan gewoon laks te noemen. Of onverschillig.
Terzijde; “Pukul gampang”, is ook een uitdrukking die ik me nog kan herinneren van vroeger.
Een persoon met zo’n houding neemt het allemaal niet zo nauw met de zaken.
Daar – voor die onverschillige houding – zijn veel oorzaken voor te noemen. Bijvoorbeeld dat men geen vertrouwen heeft in de goede afloop van een onderneming. Ach, dat hebben we al zo vaak (uit)geprobeerd en altijd kwam er niks van terecht.
Sarah / February 2, 2011
@Surya
De neiging om halus te reageren zit er bij mij als lid van de derde generatie oorspronkelijk ook nog in hoor. Ik vind het eigenlijk een vervelende neiging,
================================================
Halusheid moet je zien als wapen om kasarheid te neutraliseren.Uiteraard moet je wel leren het te beheersen en gebruiken.
Zoals bij oosterse verdedigingssporten zoals judo of pencak silat.
Door mee te gaan , in spelen op de grove reactie van de tegenstander kan je de tegenstander neutraliseren.
Het sudah laat maar reactie/advies van mevr. George (Tjoh) is een soort berusting , zij weet immers dat haar man (Tjoh) altijd aan de korste eind zal trekken.
Omdat Tjoh (en vele anderen) het niet kan verkroppen zoek hij soms een andere oplossing.
Gewoon beuken.
Dat was ook een term die bij de oudere/vorige generatie Indo’s vaak werd gebruikt.
“Ik beuk hem “
Beuken. Dat kan ook. En daar was mvgr. Tjoh waarschijnlijk ook bang voor.
Sudah laat maar.
Want wanneer woorden tekort schieten laat je je vuisten spreken.
“Jaren heb ik gewerkt met tweede en derde generatie Turkse en Marokkaanse jongeren. Ik kon me met hen identificeren, ik snapte tegen welke problemen ze aanliepen, begreep hoe ze zich ‘net nergens thuis’ voelden. Net geen Turk of Marokkaan, net geen Nederlander. Wat ik in al die jaren niet ben tegengekomen, zijn jongeren die hun Turkse of Marokkaanse achtergrond ontkennen. Is dit fenomeen van ontkenning iets wat alleen veelvuldig bij Indo’s voorkomt? En komt het voort uit schaamte of ontwetendheid?”
Simpel, je zegt het al: Turk..Marokkaan..er is binding met een land..Indo’s hebben geen binding met Indonesië..in ieder geval niet in die mate als Indonesiërs in Nederland een binding hebben met dat land, of Turken of Marokkanen met het land van hun (groot)ouders. Geloof me dat ze zich meer Turk of Marokkaan voelen dan Nederlander. Logisch, ze worden zowel geografisch (wonen vaak in stadswijken met hoge concentratie immigranten/andere Turken en Maroc), hebben een geloof dat hen bindt en wat men ook practiseert (Islam), hebben vaak een grotere familie en voorzieningen (Turks theehuis, Marokkaans buurtwerk, buurthuis, etc) en dus meer contact met leeftijdsgenoten,al dan niet ALLEEN maar contact met, leeftijdsgenoten van dezelfde afkomst.
Daar zit je dan als Indo in een polderdorp waar misschien nog twee andere “gekleurde” gezinnen wonen..met ouders die geïntegreerd zijn en grootouders en familie die verder weg wonen. Er zit dan misschien nog twee a drie Indo’s op je school maar die doen ook net alsof ze enkel Nederland zijn. Dat is dus het verschil in een notendop: Indo’s zijn verspreid en dat was bij voorbaat al de bedoeling toen Indo’s arriveerde als repatrianten (Wet volkshuisvesting). Dit omdat gemeenten bang waren dat een concentratie repatrianten in hun stad voor werkeloosheid en woningnood zou zorgen voor de autochtone burgers. In dat opzicht is de Nederlandse overheid daar goed in geslaagd om Indo’s geen kans te geven om zich te herorganiseren als een gemeenschap.
Daarnaast is het zo in Nederland dat als na alle pogingen je te integreren je als groep nog steeds profileert als “anders” je via media en overheid ook een stempel opkrijgt. Men spreekt in de media nog steeds van Turk en Marokkaan terwijl persoon in Nederland is geboren en getogen en geen buitenlands paspoort heeft. Dit beeld versterkt anderzijds dus ook het wij-zij gevoel bij de jongste generatie van Turkse en Marokkaanse afkomst dat zij “anders” worden gezien door de Nederlandse maatschappij en daarmate gedragen zij zich ook(terecht en onterecht).
Je kan jezelf als Indo ook van alles aanpraten! “geïnternaliseerd racisme”, wat een nonsense. Kwalijk zelfs om wat mij betreft om zo’n beladen woord te gebruiken in deze context. Lekker makkelijk ook hoe een steekproef in (beperkte) kring tot zulke generaliserende conclusies leidt. Er zijn ook nog genoeg Indische families die directe Indonesische banden onderhouden, die vinden die andere kant inferieur, kom nou! Dat het voor de totoks een wat meer vanzelfsprekende houding kan zijn geweest wil ik nog wel in meegaan, concluderen dat het ook zo generaliserend voor Indische families gold is te makkelijk. In mijn eigen beperkte steekproef van familie en vrienden is daar in ieder geval geen sprake van. Het is ook lastig als je opa of oma orang Sunda, Betawi o.i.d. is en ook nog een schare broers en zussen heeft. Met een 21e eeuw blik naar het koloniale verleden in Nederlands-Indië kijken en oordelen. Als we op die toer gaan hou je vooral jezelf voor de gek. De aanname dat het verklarend zou kunnen zijn voor de houding van Indo’s vandaag de dag verdubbelt het risico van de ongetoetste aanname alleen maar.
Die “laat maar” houding vervolgens als een inferieure of gebrekkige houding typeren is wat mij betreft ook een interpretatie die nogal rammelt. Sterker nog, ik zie het als een positieve grondhouding omdat ik daarmee duidt dat ik niet onder alle omstandigheden het de moeite waard vindt om mijn ‘gelijk’ te halen. Waarom zou ik ‘kwetsen’ of ‘confronteren’ als ik het niet de moeite waard vind of er geen belangen geschaad worden. Ik breng het in ieder geval niet in verband met zwakte en zie het eerder als een kracht. Ik vind het overigens helemaal niet typisch voor Indo’s, je ziet het ook terug bij meerdere Aziatische bevolkingsgroepen en zeker ook Indonesiërs.
Het gewijs naar de 1e en 2e generatie is ook zo’n makkelijke. De soms ronduit uitgesproken verwijten dat deze generaties het zgn. Indische erfgoed hebben verkwanseld is in feite een schrijnend teken van gebrekkige kennis over de maatschappij waarin deze voor zichzelf en hun kroost een plaats moesten zien te verwerven. Die is in geen enkel opzicht te vergelijken met die van allochtonen waar we vandaag zoveel over spreken. Het vergelijk met de wijze waarop Turken en Marokkanen met hun indentiteit om gaan is daarom ook helemaal niet vergelijkbaar, dat heeft ook met veel meer factoren te maken dan alleen de tijd waarin de familievorming in Nederland in feite heeft plaatsgevonden, in veel gevallen tot zo’n drie decennia later! Het feit dat ze nog duidelijk een ‘moederland’ hebben bijvoorbeeld, twee paspoorten et cetera.
Ik zie bij de eerste twee generaties heel nadrukkelijk hele grote groepen die heel duidelijk zijn over ‘Indische roots’ en dat doen ze inderdaad niet allemaal volgens een vast patroon. Dat is ook niet anders dan logisch want het is niet anders dan in de koloniale tijd waarin de Indo ook niet te duiden viel als één homogene groep, integendeel. Net zoals het Maleis als taal, de meeste Indo’s van voor de 2e WO zijn allemaal naar de Hollandse School geweest en hebben het Maleis nooit als 1e voertaal geleerd, als ze het überhaupt ooit degelijk hebben geleerd. Ik vind het generaliserende verwijt dat de eerste twee generaties het Indische verwaarloosd hebben dan ook in hoge mate respectloos. Dat er ook voldoende Indo’s zijn die tempo doeloe achtergrond niet of minder belangrijk vinden kan geconstateerd worden maar dat is nog altijd het goed recht van ieder individu.
Patrick / February 4, 2011
1.Je kan jezelf als Indo ook van alles aanpraten! “geïnternaliseerd racisme”, wat een nonsense.
2.De aanname dat het verklarend zou kunnen zijn voor de houding van Indo’s vandaag de dag verdubbelt het risico van de ongetoetste aanname alleen maar.
3.Die “laat maar” houding vervolgens als een inferieure of gebrekkige houding typeren is wat mij betreft ook een interpretatie die nogal rammelt. Sterker nog, ik zie het als een positieve grondhouding omdat ik daarmee duidt dat ik niet onder alle omstandigheden het de moeite waard vindt om mijn ‘gelijk’ te halen.
==============================================================
m.b.t 1.
1. Ben gedeeltelijk eens , je moet niet van alles aaanpraten .
Ik denk dat bij de 3de Generatie niet meer zo speelde .
Ze zijn even goed of slecht zoals de andere Nederlanders en Hollanders.
Trouwens bestaat de echte Hollanders nog ?
m.b.t 2.
Dan moet men toetsen of het nog zo is .
Kennelijk zijn er nog resten (van froeher) .
m.b.t 3.
Gedeeltelijk eens .Hangt ook af met wie je te maken hebt .
In de afgelopen 40 jr in Nederland en zeker in de begin jaren (1968) ben ik vaker geconfronteerd met domme Belanda’s die gekke vragen stellen zoals , wonen jullie in stenenhuizen ( echt extreem) , hebben jullie daar goede scholen , hoe leven jullie daar?. Dus afhankelijk wie de andere is ben ik soms bereid om e.e.a te vertellen , anders is het voor mij ook “sudah , biarin saja ” .Ga geen paarlen voor zwijnen gooien.
Soms als ik een slechte bui had , dan ga ik wel inbeuken .
Sarah / February 4, 2011
@Peter vd Broek
‘Geïnternaliseerd racisme’ betekent dat je de boodschap die de maatschappij op subtiele en expliciete manieren uitzendt, namelijk dat blank beter is, op je zelfbeeld van toepassing laat zijn.
============================================================
Ik lees weinig boeken , heb alleen sekolah jongkok gehad.
Wat ik vertelde als “leeftijdgenoot” van Peter is gebaseerd op mijn eigen ervaringen , in totaal bijna 13 jaar opgetrokken met een groep Indische Nederlanders van de 2de Generatie , varieerend tussen gewone arbeider , werklozen , studenten .
Toen had ik voor het eerst de term anak kolong gehoord .
Ook heb ik een paar kennisen van mijn ouders ontmoet die min of meer het “goed” in Indonesia en minder goed hadden in Nederland. Van de oudere Indische Nederlanders/Indo , toen de 1ste generatie ( 60-80 jarigen) ken ik mensen die de totoks als “superieur” achten.
Hun streven was richting vernederlandschen.
Dat ze direct of indirect “geinternaliseerd” hadden is ook te verklaren als het al eeuwen ingepeperd werd dat de totoks beter waren.
De ervaringen had ik opgedaan in 3 steden , Nijmegen, Tilburg en Enschede , waar ik toen “studeerde”.
Trouwens in de “koloniale samenleving” in Ned.Oost Indie was de boodschap van de totoks vaak direct en niet subtiel.
Vaak denk ik bij mezelf. Sudah laat maar, deze discussie is wat mij betreft gesloten.
Dat er ooit een tijd was dat indo’s het heft in handen gingen nemen vergeet men wellicht.
Dat was aan het begin van de vorige eeuw toen de Indische Partij werd opgericht door de Indo-Europeaan F.E. Douwes Dekker. Indie los van Nederland was hun adagium. Onder Indie of Indisch verstond men toen niet slechts het halfbloed gedeelte van de Indische bevolking, maar de gehele bevolking van Nederlands-Indie. Dit in tegenstelling tot de Indonesische nationalisten, die slechts een Indonesische staat voorstonden. Indonesie voor de Indonesiers.
Uiteindelijk werd de Indische Partij verboden, want de Hollanders zagen dat uiteraard niet zo zitten.
Pech gehad, dat kan.
Aan het radikaal experiment van de Indo-Europeanen kwam hiermee dus een einde en er kwam daarvoor iets in de plaats wat geheel niet radikaal was, en hun blik richtte zich op hun sociale positie binnen de Nederlands-Indische maatschappij. Terecht.
Hun referentiekader werd ook Nederland(s). Wiens woord men spreekt, wiens brood me eet.
Inderdaad, je had toen te maken met een soort (sociale) kastenmaatschappij, die ook vreemd genoeg gebaseerd was op huidskleur.
Desondanks voelde men zich vaak door de Nederlanders in de steek gelaten. Immers wat gebeurde er? De Indonesiers werden door het onderwijs klaargestoomd ook deel te nemen aan de Nederlands-indische maatschappij, maar dan wel als goedkope arbeidskrachten.
Immers die inlanders waren toch al tevreden met een kom rijst, wat sambal, groenten en een visje.
Je kunt dit vergelijken met het aantrekken van goedkopere areidskrachten uit het buitenland (bvb Polen) of het inhuren van langdurige werklozen die je op maxinmaal 120% zet van het minum-inkomen. Van concurrentievervalsing of oneerlijke concurrentie gesproken!
Het is niet alleen oneerlijk jegens die arbeidskrachten waarvoor normale beloningstarieven gelden, maar ook oneerlijk jegens degenen die niet het normale loon voor hun prestatie ontvangen.
Van een ingebakken “sudah laat maar” houding van de indo’s, van de eerste generatie, is uit bovenstaande totaal geen sprake.
Nou kan ik het me best voorstellen dat er indo’s zijn, de tweede generatie zoals ik, die niet zo maniakaal bezig zijn met het instandhouden van “hun cultuur”, al dan niet georganiseerd.
Dat deze indo’s zich wel degelijk bewust zijn van hun identeiteit, dat hoef je hen niet te vertellen
Voor iemand die identiteit bezit, is dat, die identiteit, een vanzelfsprekende zaak. Soit.
Wanneer hun verlangen is, om ‘smorgens brood te eten, ‘smiddags brood en twee keer in de week rijst, en de gehele dag Nederlands spreken en geen petjok, is dat toch hun zaak?
Wanneer zij vandaag naar Griekenland gaan en pas over twee jaar naar Bali. Sudah, laat ze toch.
Waarom die voortdurende druk van het behoud van de indische cultuur?
Ja Wilders wil ook de Nederlandse identiteit beschermen en bewaker zijn van de Nederlandse cultuur.
Na de puputan op Bali in 1906, waren de Nederlanders zo geschrokken van die zelfmoordacties, dat je als niet-Balinees geen rijst e.d. mocht verbouwen op Bali. Het liefst wilde men de Balinezen houden op het nivo van de lagere school, want ze moesten geen invloeden ondergaan van buiten. Hun cultuur moest tot in het eeuwige onveranderd gehandhaafd worden.
Neen beste mensen, je moet je niet gedragen als een student die gesjeesd is en zijn ouders verwijt dat ze te stom waren als een varken omdat zij hem niet konden helpen bij het goed voorbereiden van een tentamen.
Hij vergeet daarbij wellicht ook dat het zijn hun ouders waren die naar hun beste vermogen hem een opvoeding, eten, drinken, en geld gaven om er tenminste iets van te maken in de Nederlandse maatschappij.
Daar is totaal niks mis mee.
Mischien beste mensen, had ik geen Ed Vos moeten heten maar Ahmed Akhbar. Want zoals Javanen zeggen, een verandering van naam betekent ook een verandering van karakter 😉
Amien
@Erik citaat: “Indo’s zijn verspreid en dat was bij voorbaat al de bedoeling toen Indo’s arriveerde als repatrianten (Wet volkshuisvesting). Dit omdat gemeenten bang waren dat een concentratie repatrianten in hun stad voor werkeloosheid en woningnood zou zorgen voor de autochtone burgers. In dat opzicht is de Nederlandse overheid daar goed in geslaagd om Indo’s geen kans te geven om zich te herorganiseren als een gemeenschap.”
Hieruit kan ik slechts concluderen dat die indo’s prima pasten in de Nederlandse gemeenschap. Ze beheersten de Nederlandse taal en waren goed opgeleid. Ze konden zo het bedrijfsleven in of in de ambtenarij.
– Indo’s als gemeenschap? Welke gemeenschap? Dezelfde als in Indie die zich verenigde binnen het IEV?
We gaan natuurlijk niet wijzen op de gemeenschap van indo’s als rijsteters, en dat ze werden aangeraden om 7 dagen van de week aardappelen te eten. Dat te verlangen, was gewoon onwetendheid, misschien ook domheid, van de Nederlandse maatschappelijk werkers.
Vergeleken met de indonesische bevolking waren indo’s in Indie juist de voorhoede c.q. pleitbezorgers van de westerse/nederlandse cultuur/gemeenschap. Zij waren prima, Nederlanders, zoals ik overigens. Nederlandser dan de Nederlanders.
De Nederlanders, dat wordt ook wel eens vergeten, hadden niet die assimilatiepolitiek van bijvoorbeeld de Belgen en de Portugezen. Na de dekolonisatie van hun kolonieen sprak het gros van de autochtone bevolking de taal van hun voormalige kolonisator. Op de intellectuele elite in Indie na, die ook Nederlands sprak, sprak de bevolking na de dekolonisatie gewoon en vrolijk hun eigen taal van Javaans, Maleis tot Balinees. De indische gemeenschap was multi-cultureel.
Is het wel zo dat de Nederlanders hun waarden en normen aan zowel aan de autochtone bevolking als de indo’s (ook autochtoon overigens) opdrong?
Neen zou ik menen de westerse cultuur cq de Nederlandse drong zichzelf aan de bewoners op. Deze was zo sterk, en nu in indonesie ook, dat modernisatie niet mogeljk was zonder overname van Westerse (Nederlandse en andere) techniek en organisatievormen.
Ik wil er nog aan toevoegen dat de Nederlanders Indie nooit hadden kunnen regeren zonder gebruik te maken van de diensten van autochtone bupati’s, vorsten en dergelijke met in standhouding van hun EIGEN ADAT. Die inheemse adat lieten de Nederlanders geheel intact. Het resultaat hiervan kun je zien (en waarschijnlijk nog zien) na de onafhankelijkheidsverklaring. De indonesiers gedroegen zich als vogeltjes die uit hun beschermde kooitjes mochten vliegen, de wijde wereld in.
De conclusie luidt: wanneer je je eigen adat, eetgewoonten, taal en cultuur wilt behouden. U gaat u gang. De Nederlandse regering houdt u niet tegen. Vergeet wel even niet dat je Nederlands moet spreken en redelijk Nederlands geschoold om in de Nederlandse maatschappij enigszins aan de bak te kunnen komen.
Schop niet tegen de Nederlanders aan die ervan worden verdacht dit niet zo te zien zitten of tegen indo’s die het wel prima vinden zo en wellicht daarmee hun afkomst ontkennen (?).
We kunnen wel makkelijk wijzen naar moslims uit Turkije of Marokko, die gehinderd worden in het vrijelijk praktizeren van hun cultuur.
Aangezien zij voornamelijk moslims zijn zou je toch ook verwachten dat de islam zich juist aanpast aan de cultuur van het land waar zij binnenkomt. Was Java niet het (ons)voorbeeld? Daar beoefenen moslims zelfs nu nog praktijken die verdacht on-islamitisch zijn.
p.s. mag ik nog even terugkomen op dat verspreiden van de indos’s over geheel Nederland.
In Nederlands indie zaten indo’s in Batavia, indo’s in Surabaya, Semarang. Waneer we op de kaart van Indonesie kijken dan zijn dat effe afstanden waarbij een halfuurtje rijden met de trein van Tilburg naar Eindhoven of op de fiets van Tilburg naar Udenhout een lachertje is.
Natuurlijk, indo’s waren geen Molukkers, die je collectief bij elkaar ging zetten, in afwachting van terugkeer naar hun moederland. Je gaat die indo’s ook niet allen in Limburg huisvesten en laten werken in de staatsmijnen terwijl, zeg, de strokartonfabriken in Groningen stonden te springen om werkkrachten, en de regio Den Haag om goede ambtenaren.
Mijn vader, kreeg heel snel werk, binnen een jaar. Weliswaar beneden zijn nivo. Maar toch. Bij Philips, dat was een bedrijf waar indo’s goede herinneringen aan hebben (althans tot het efe wat minder ging). Philips zat overal in het land verspreid. Sittard, Eindhoven, noem maar op. Het scheen op sociaal gebied een goede werkgever te zijn. In ieder geval kregen we door tussenkomst van Philips een flat aangeboden.
Achter het spreidingsbeleid lag wel een politiek. Katholieke Indo’s mochten het genoegen smaken diep de binnenlanden van Limburg in gestuurd worden, ik kwam ze danook tegen in of all places Echt, Heerlen e.d. tegen. Het voordeel van het gedwongen spreidingsbeleid was dat Indo’s wel gedwongen waren te integreren, je komt nu nog Indo’s tegen die naast ABN vlot Limburgs, Gronings of Tukkers spreken. Daarnaast bevorderde het gedwongen samenwonen ook de mating tussen 2 verschillende culturen: De Indo werd Indisch. En aangezien Indo’s niet gezellig naast mekaar konden wonen kreeg je geen ghettovorming, Molukkers mochten wel het genoegen van deghettovorming smaken en plukken daarvan nog de wrange vruchten. Daarom slaat elke Nederlander zich op de borst dat de Integratie van Indischen zonder al te veel problemen verliep, maw de Nederlandse samenleving was zo open maw dankzij de Indo’s verliep het zo. Dat allochtonen niet zo gemakkelijk integreren in de multicult maatschappij is helemaal hun schuld verwijzend naar de modelintegratie van Indischen
De huisvesting van de Indo’s had in de jaren vijftig, maar ook nog jaren 60, met nog een heel ander fenomeen te maken. De wederopbouw en de woningnood die tijdelijke opvang in pensions e.d noodzakelijk maakte. Ik betwijfel of het zo’n bewuste politiek was om ze te verspreiden, anderzijds waarom zou je alle Indo’s bij elkaar zetten? In de jaren vijftig zouden gereserveerde wijken voor Indo’s niet logisch geweest zijn, en de hollanders die woonruimte nodig hadden en masse achteraan de rij aansluiten, betwijfel of dat acceptabel geweest was.
De situatie van de Molukkers is niet vergelijkbaar. Et tijdelijke karakter dat niet zo tijdelijk zou blijken was destijds gepaald nog niet uitgekristalliseerd en uit de jaren zeventig en tachtig kunnen we ook nog de herinneringen ophalen over de weerstanden uit die gemeenschap als de overheid ze wilde herlokeren. Voor de tangsit Molukkers was het leven als een gemeenschap ook veel gewoner omdat ze, voor zover KNIL militairen, ook altijd als een besloten gemeenschap hebben geleefd.
De ‘model integratie’ van de Indo’s wordt naar mijn idee vooral door twee factoren bepaald. De eerste is dat ze als voertaal al Nederlands spraken, in de tweede plaats hadden ze al in de kolonie de neiging zich meer naar de Nederlandse norm te richten, hoe moeilijk dat in Nederland af en toe ook was. Van een tijdelijk verblijf was ook al geen sprake dus streven naar aanpassing aan de nieuwe omstandigheid lag in de rede. Of de Nederlanders zo behulpzaam zijn geweest in de eerste jaren betwijfel ik. Je kan stellen dat beide zijden uiteindelijk met vreemde omstandigheden en gewoontes werden geconfronteerd. Voor de Nederlander in de jaren vijftig aanzienlijk minder vanzelfsprekend dan de laatste 30 jaar, de multiculturele samenleving moest nog worden uitgevonden en met een kleurtje viel je zeker destijds al snel. Niet altijd, vaker niet dan wel, met even positieve intenties. Uit onwetendheid of superioriteits gevoel, het kan beide maar het was wel aanwezig. In de grote steden snel al weer anders dan in de provincie maar zonder slag of stoot is het voor de Indo’s in ieder geval niet gegaan, an sich niet onoverkomelijk. Om nu echter te horen beweren dat de Indische integratie zo cresendo is verlopen heeft meer met selectief en korte termijn geheugen te maken dan met iets anders.
‘Ik betwijfel of het zo’n bewuste politiek was om ze te verspreiden, anderzijds waarom zou je alle Indo’s bij elkaar zetten?’
ja, het was bewuste politiek. NL wilde ze niet bij elkaar hebben en verdeelde ze over NL obv religie, beroep, omvang van het gezin en ‘reputatie’. Katholiek ? Naar het zuiden. Arbeider? Naar de mijnen of textielregio. Reputatie kon inhouden dat iemand die bekend stond als ‘mata glap’, meer afgelegen gehuisvest werd. Die rep had hij dan opgebouwd op het schip. Want deze verdelingspolitiek gold alleen voor Indo’s die op regeringsvoorschot kwamen. Mensen die hun eigen ovetocht betaalden, of een werkgever hadden die dat deed, bepaalden zelf waar ze heen gingen. Dat was vaak Den Haag.
Ik denk dat het alleen bij de groepen geldt.
Toen ik in 1968 in een grote Overijselse stad studeerde kwam ik terecht tussen Indo’s/Indisch die in nieuwbouw wijken wonen.
Vaak in kleine groepjes .
Heb gemerkt dat ze uit bijna dezelfde level zijn of uit de KNIL kwamen .
De iets “hogere” opgeleiden wonen vaak apart.
Als ze in Nederlands Indie vaak bij elkaar wonen ( Jakarta e.o , lees de verhalen van si Tjalie) ,over de Indo Kemayoran bij voorbeeld , dan zullen ze in Nederland ook elkaar gezelschap zoeken.
Dan ben ik op zich uit pure nieuwsgierigheid wel benieuwd of je daar ook literatuur over hebt gevonden. Ik heb over dit perspectief qua huisvesting nog nooit iets zwart op wit gezien en nooit te oud om te leren.
Kijk, als er plots honderdduizenden Indo’s richting Nederland gaan dan moet de Overheid wat gaan doen en dat gebeurde ook.
Ik herinner me dat ik mijn oom en familie van de Willem Ruys wilde halen. Ik heb ze een paar seconden gezien en direct werden ze in een bus richting Limburg gestopt. Dat noem ik organisatie en dat betekent dat achter de spreiding een bepaald beleid lag en dat was ook logisch.
Ik heb even gebruik gemaakt van mijn selectief en korte termijn geheugen dat ook subjectief is. Er is wel wat afgeschreven over het spreidingsbeleid van gerepatrieerden. Er is zelfs een wet Huisvesting gerepatrieerden van 1951.
Maar is ook wat afgeschreven:
Wim Willems “De Uittocht uit Indie” p.116. Ik citeer:….De “coordinatiecommissie voor Gerepatrieerden” moest een aanpak uitwerken voor de gehele categorie met inbegrip van gedemobiliseerden…….zij had tot doel gesteld voor zoveel mogelijk spreiding van de repatrianten over Nederland….. wanneer een gemeente een passende woonruimte ter beschikking stelde aan 4 gerepatrieerde gezinnen, gaf de regering toestemming tot de bouw van één duplexwoning. Een extra boven het vastgestelde volume.
En…..Ellemers & Vaillant. “Indische Nederlanders en Gerepatrieerden”, p58 zie de verspreiding en huisvesting van Indische Nederlanders en gerepatrieerden ….Geeft een duidelijke spreiding van Indo’s over alle provincies in nederland……In het kader van het huisvestingsbeleid werd er aanvankelijk met verschillend evoorkeursregelingen gewerkt tbv Indo’s en gerepatrieerden.
In 1951 trad de Wet Huisvesting Gerepatrieerden in werking 5% der woningwetwonigen voor Indo’s, gerepatrieerden.
En wat betreft die geruisloze/model integratie daarvoor verschil ik met Patrick toch lichtelijk van mening en dat heeft meer met zijn lange termijn, aselectieve en objectieve geheugen te maken. Ik mis toch een wat solide onderbouwing van zijn wat uit de lucht gegrepen uitspraak. Dat de beheersing van de NL-taal een bonus was voor de gerepatrieerden wordt volledig tegengesproken door de andere NL-immigranten zoals Surinamers en Antillianen.
Peter, ik snap dat jij reageerde terwijl ik vorig bericht typte. De discussie gaat nu te veel offtopic. Hoewel er inhoudelijk niets aan te merken is op je reactie, wil ik jou en de andere websitebezoekers dringend verzoeken alleen nog een directe reactie te plaatsen op de blog van Charlie.
Hoezo “gedwongen om te integreren”? Ik kan mij destijds in het voormalig Ned. Indie nog herinneren dat wij toen al “Europees”, lees: Nederlands, werden opgevoed! In huis was het ten strengste verboden om onderling Maleis te praten (alleen met de bediendes!), we zaten op Europese (Nederlandse) scholen, we gingen met Indische en/of blanke (Nederlandse) leeftijdgenoten om, enz. enz. M.i. leefden we meer “Nederlands” daar dan de Nederlanders hier in Nederland……..! M.i. waren we al geintegreerd en geassimileerd VOORDAT we in Nederland kwamen! Het enige verschil met de Nederlanders: we aten nasi-goreng ipv. aardappels en in en rond onze ouderlijke woning rook het een beetje naar trassi……
Maakt dat juist de frustratie niet groter wanneer je hier als Indo in NL aankomt en aangezien wordt als tweederangs burger of als niet-welkom?
We praten dan over de frustratie van onze ouders (2e generatie) die naar NL kwamen en grotendeels op eigen kracht een geheel nieuw leven moesten opbouwen; deze frustraties voelden we dagelijks binnen het gezin doch werden nooit openlijk geuit….het lijkt wel of je dat elke dag weer met de paplepel naar binnen geslikt kreeg, of je wilt of niet, bewust of onbewust. Nu pas, na een schijnbaar “zorgeloze jeugd” wordt het je langzamerhand bewust wat de ouders en grootouders hier hebben doorgemaakt…..
Het enige waartoe mijn ouders in Nederland werden gedwongen was de afschaffing van het abonnement op de Donald Duck. Dat blaadje was niet bevorderlijk voor mijn Nederlands. Na hevige protesten van mijn kant ging het afschaffen van dat blaadje mooi niet door. Voor het overige is het natuurlijk handig om goed Nederlands te spreken. Mijn ouders gingen ook vrolijk door met indisch/indonesisch koken. Vaak hing er een trassiluchtje in de nabije omgeving. De bovenbuurvrouw, een beetje kentir, niet goed wijs, vond dat het eten stonk. Je kunt je daarover wel druk maken, maar dan heb je daar jezelf mee. Inderdaad, pastte de trassilucht niet in een Hollandse settting,maar tegenpruttelen van de buren is ook geen aanleding om de pest aan ze te krijgen. Het viel allemaal reuze mee, en na verloop van tijd genoten ook zij met volle teugen van het indisch eten (loempia’s e.d.), die ze van te voren nooit hadden gegeten. Dat vonden ze best lekker. Maar je moest ze natuurlijk geen ayam boemboe bali, of plecing voorschotelen (met trassi en heet).
@Peter M
Wanneer ik jou relaas zo lees komen wij beiden uit families die het wel breed hadden in Indie/Indonesie – en niet onderdeden voor veel gevestigde Nederlandse families. Anderen waarschijnlijk niet, en pas in Nederland kregen die families het beter. Hun ervaringen zullen dan ook anders zijn dan die van onze ouders (en van ons). De cultuur van de kleine indo was aan mij dan ook niet besteed, zonder in arrogantie te zwelgen.
Nooit problemen gehad met mijn afkomst, achtergrond. Nooit aan zelfhaat geleden e.d. Het werkte vaak ook in mijn voordeel.
Sorry : ik bedoelde bij de OUDE groepen .
Patrick / February 7, 2011
Dan ben ik op zich uit pure nieuwsgierigheid wel benieuwd of je daar ook literatuur over hebt gevonden.
———————————————————-
Geen wetenschappelijk literatuur .
Dat was gebaseerd op mijn eigen ervaring en waarneming in Djakarta en in Nederland .
Over Djakartaanse voorbeelden kan men een beetje afleiden uit de boeken van T.Robinson.
Oud Betawinesen zullen het mss herkennen ( of ontkennen).
In Djakarta heb je ook wijkjes waar Indische mensen wonen .
Van de KNIl-ers zou het makkelijker te reconstrueren zijn .
Het was ook een aparte “groep” .
Indirect kan je mss ook afleiden hoe de koloniale samenleving in Ned.Indie er uit zag.De Indische gaan ook niet om met de Nederlanders(of is het omgekeerd?) omgingen en ook niet met de “Inlanders”.
Batavia/Djakarta was niet Ned.Indie of Indonesia , maar kan wel als voorbeeld gezien worden van de andere grote steden .
@Patrick – poeh. Ik heb een aantal interviews gedaan met mensen die betrokken waren bij het huisvesten van repatrianten (maatschappelijk werkers & contactambtenaren). Ik geloof dat er wel eens een publicatie is geweest over de huisvesting van repatrianten. Zou je eens een Google-zoekopdracht op kunnen loslaten, uit mijn hoofd weet ik dat niet meer.
Ed Vos / February 6, 2011
**Ze beheersten de Nederlandse taal en waren goed opgeleid. Ze konden zo het bedrijfsleven in of in de ambtenarij.
————————————————-
Ze waren goed opgeleid , en vaak beter dan de Nederlanders en toch werden ze lager ingeschaald, hun ervaring/diploma’s werden of niet erkend of ondergewaardeerd.
**Vergeleken met de indonesische bevolking waren indo’s in Indie juist de voorhoede c.q. pleitbezorgers van de westerse/nederlandse cultuur/gemeenschap.
——————————————————-
De pribumi’s kunnen ook geen pleitbezorgers waren voor de Nederlanders , omdat ze geen toegang kregen tot de Nederlandse cultuur(vorming/opleiding).
Uitgezonderd een klein groep “elite”
** Zij waren prima, Nederlanders, zoals ik overigens. Nederlandser dan de Nederlanders.
———————————————————
Dat was een bekende fenomeen.
** Op de intellectuele elite in Indie na, die ook Nederlands sprak, sprak de bevolking na de dekolonisatie gewoon en vrolijk hun eigen taal van Javaans, Maleis tot Balinees.
—————————————————-
Logisch als ze alleen de sekolah djongkok/desa deden ,of 2de klasse school mogen volgen.
Als ze mazzel hebben kan 1 of 2 kinderen(van de vele)kunnen naar een schakelschool gaan .
Zelfs de “gelukkigen” kunnen meestal de 1ste klasse school( later H.I.S) volgen . En dan is het ook hartstikke duur om je kind naar de H.I.S school te laten gaan .De meeste pribumi ( ongeveer 97%) verdienen een paar benggol per dag , als ze werk hebben.
Ik heb over de periode na 1900.
De kleine groep ( een paar honderd familie) die de E.L.S of A.M.S / H.B.S deden kon was ook niet veel ( bevolking van tig miljoen).
**Is het wel zo dat de Nederlanders hun waarden en normen aan zowel aan de autochtone bevolking als de indo’s (ook autochtoon overigens) opdrong.
=========================================================
NEEN , de pribumi’s moeten dom blijven.
De “elite”, vooral kinderen van Inlandse B.B ers mogen wel naar school gaan , soms tot de hoger onderwijs in Batavia en Bandung , en zelfs naar Nederland.
Wel grappig dat juist de toekomstige Inlandse B.B ers die de Nederlandse cultuur mogen leren kennen uiteindelijk de toekomstige “vijand” van de Nederlanders werden.
@ all – deze discussie gaat nu te ver van de topic af. Daar heb ik mezelf ook schuldig aan gemaakt, maar met de introductie van de pribumi’s heeft deze discussie haar rek toch echt gehad. Reacties blijven welkom, maar alleen als ze direct gaan over de blog van Charlie Heystek.
Ik herken mezelf enorm in dit, het Indo-schap is voor onze generatie min of meer uit je hoofd gehouden, wat mezelf betreft ben ik nu pas er mee bezig. Ik heb mijzelf altijd wel een beetje anders gevoeld, maar kon het niet goed plaatsen. Ik heb een Nederlandse bouw (1.91 m lang, Nederlandse kop), maar dan met een kleurtje. Bovendien voel ik me ook meer Nederlands dan zelfs Indo. Maar ik realiseer me nu dat ik wel Indo ben. Zo heb ik eens meegemaakt dat ik bij de bakker was en er kwam een typische Loenense (aan de Vecht….beetje kak) Mevrouw binnen, ze zag mij en vroeg gelijk….goh ben je op vakantie geweest? Je hebt een mooi kleurtje! Deze opmerking kwam zooo dom bij me over….Ik zei dan ook, nee, mijn moeder was Indisch. En ze stond er een beetje verbaasd bij te kijken… Dit was een van de eerste keren dat ik echt bewust was van mijn “anders” zijn. Toen werd het me een beetje duidelijk. Ik vraag me nu dan ook af hoeveel invloed mijn uiterlijk heeft gehad op de beslissingen van andere (blanke) mensen. Ik heb me niet vaak echt gediscrimineerd gevoeld, maar dat kan zijn omdat je gewend bent aan bepaalde reacties. Het is meestal zo, als mensen me leren kennen, waarderen ze me meer dan in eerste instantie…. Soms kan dat best moeilijk zijn, omdat ik altijd wel het gevoel heb gehad dat ik me moest bewijzen tegenover andere mensen. Ik heb dan ook erg veel sympathie voor de Turkse en vooral de Marokaanse jongeren, ze zullen het ongelooflijk moeilijk hebben, zeker nu met “onze” Geert…
Maar goed, het is belangrijk vind ik om je eigen achtergronden te kennen, zodat je begrijpt waarom je dingen doet, zoals je ze doet-de goede kant van jezelf en de minder goede. Acceptatie van je afkomst is een eerste stap op weg naar een gelukkig leven.
Hi Peter, wat leuk om te horen dat je dit herkent. En dat je je eigen afkomst omarmt!