Het Nederlands kolonialisme liet niet alleen in Indonesië, maar ook op andere plekken in de wereld zijn sporen na. Eerder vond ik Indische sporen in Zuid-Afrika en schreef ik over verrassende parallellen tussen de koloniale geschiedenis van Sri Lanka en Indonesië. Deze keer ga ik, op reis door het bijzonder mooie zuiden van India, op zoek naar erfstukken uit de Hollandse koloniale nalatenschap in Kochi.
Naast een overweldigende cultuur, duizelingwekkend mooie oude architectuur en goddelijk eten, stroomt India over van koloniaal erfgoed. Vooral uit de Britse tijd natuurlijk, maar ook uit de tijd daarvoor. In Fort Cochin, een wijk in de stad Kochi in Kerala, is het oudste koloniale erfgoed van India te vinden. Vóór de Engelsen waren het de Arabieren en de Chinezen die hier hun stempel drukten en de Portugezen en Hollanders die er – meer kwaadschiks dan goedschiks – handel kwamen drijven in vooral specerijen. Door het erfgoed uit al die windstreken is Fort Cochin een fascinerende curry van invloeden.
Fort Cochin is een fascinerende curry van invloeden
Sponzig
Het resterende koloniale erfgoed kraakt onder het gewicht van het genadeloze klimaat. Door de extreem hoge luchtvochtigheid zijn de muren van de meeste gebouwen sponzig en bedekt onder een laag mos. Er zijn oude statige huizen, waarvan alleen de gevel overeind staat, vervallen kerkjes met overgroeide begraafplaatsen en tochtige pakhuizen met namen uit lang vervlogen tijden. Maar ook al is de tijd dat de Portugezen, Hollanders en Engelsen hier heersten allang voorbij, de gebouwen ademen van onder het mosgroen nog steeds hun koloniale grandeur uit.
Overwoekerde tombes
De bekendste Hollandse sporen zijn The Dutch Cemetery en The Indo-Dutch Palace. Als eerste ga ik langs het kerkhof. Om het te kunnen bezoeken moet je de sleutel vragen bij de beheerders van de St. Francis Church, iets verderop. Als de norse beheerder me het terrein op heeft gelaten speur ik langs tientallen overwoekerde tombes, maar of er inderdaad alleen maar Nederlanders liggen kan ik niet zien. De naamstenen liggen in St. Francis.
St. Francis Church
Terug naar de kerk dus, op zichzelf ook een mooi voorbeeld van koloniale grandeur. Het is de oudste Europese kerk in India en werd in 1503 door de Portugezen gebouwd als katholieke kerk. Toen de protestantse Hollanders in 1653 de macht overnamen sloopten ze gelijk maar alle katholieke kerken in Cochin. Behalve St. Francis Church, die werd tot een protestantse kerk omgedoopt.
Vasco da Gama ligt er al lang niet meer
Vasco da Gama
Bij de ingang staan de naamstenen van de tombes van de Dutch Cemetery, de namen nog maar net leesbaar. Op de vloer van de kerk liggen ook nog een aantal grafstenen, waaronder een met de naam van de bekendste zeevaarder van Portugal: Vasco da Gama. Hij stierf in 1524 in Cochin aan een ziekte en werd hier begraven. Maar hij ligt er al lang niet meer. Na een paar jaar werd hij naar Portugal gebracht.
Houten stalletjes
De volgende ochtend ga ik al vroeg op pad naar Matancherry, de oude specerijenwijk. In deze wijk staat het Matancherry palace, beter bekend als The Indo-Dutch palace. Net na zonsopgang heeft Fort Cochin het decor van een spookstad. Maar even later bruist het met leven als de kleurrijke bevolking aan de dag begint. Slagers hangen grote hompen vlees aan roestige haken en fruitverkopers stapelen hun waar in krakkemikkige houten stalletjes. Ook zie ik tapijtknopers, automonteurs, kokosnoot-verkopers, bakkers, schroothoutverkopers en ga zo maar door.
Vervallen warenhuizen
De weg loopt via Bazaar Road. Op deze smalle, drukke straat staan oude, vervallen warenhuizen die aan de achterkant aan het water grenzen. Aan de voorkant lopen mannen in en uit oude om vrachtwagens en houten karren in- en uit te laden met juten zakken vol specerijen. Zo gaat dat hier al eeuwenlang. Vanaf de oude stenen kade, achter een van de oude pakhuizen, is het alsof er elk moment een houten zeilschip kan aanmeren vol uitgemergelde Europese zeelui met scheurbuik.
De Hollanders Waren Hier
Indo Dutch Palace
Het Indo Dutch Palace is helaas geen megalomaan paleis van een oude verdwaalde Indo, maar een oud en qua afmeting vrij bescheiden paleis van de Maharaja van Kochin. Als daad van goede wil werd het paleis in 1663 door de Hollandse kolonisten gerenoveerd en verfraaid. Vandaar de naam. Het is nu een museum en de uitstekende tentoonstelling over de turbulente relatie van het vorstenhuis van Kochi met achtereenvolgens de Portugese, Hollandse en Britse overheersers is een bezoek meer dan waard.
Verweerde VOC-wapens
En dat geldt voor heel Fort Cochin. Hoewel elke riksjasrijder wil je wel in een dag langs alle bekende plekken rijden, is het Fort een plek waar je het beste te voet en zonder kaart in kan verdwalen om je dagenlang te vergapen aan de koloniale erfstukken die hier letterlijk voor het oprapen liggen. En voor de speurneuzen onder ons: in het fort zijn ook nog allerlei koloniale sporen verborgen, zoals bijna verweerde VOC-wapens op groen bemoste muren. De Hollanders Waren Hier. Dat is zeker.
Laatste reacties