Onzichtbare verbindingen
Inmiddels weet ik dat deze derde generatie Indo ook in haar eigen leven in en met meerdere culturen leeft. In een sneeuwwit Berlijn ontmoet ik namelijk niet alleen Hadassah (Indische vader, Duitse moeder), maar ook haar Roemeense partner Catalin en Ileana, hun – in Duitsland geboren – dochter. Vader en dochter gaan buiten een frisse neus halen, terwijl ik Hadassah interview in Galerie Invaliden 1, gelegen op de grens van de voormalig oost-Berlijnse wijken Mitte en Prenzlauerberg.
“Na de scheiding van mijn ouders vertrok mijn vader. Ik was toen zes jaar. Daarmee vertrok ook het Indische uit mijn leven, het Indische werd mysterieus. Mijn moeder spoorde me aan er wel wat mee te doen. Ze nam me mee naar pasar malams, waar ik een hawaiian dans groep zag. Ik werd lid en danste er tien jaar in. Ik ben toen in een rol gegaan en dat was erg leuk: via een rol maakte ik contact met ‘het Indische’. Ja, ik heb nog contact met mijn vader. Voor hem leken Indië en Indonesië een afgesloten hoofdstuk te zijn. In 2006 ging ik voor de tweede keer naar Indonesië. Ik belde mijn vader regelmatig en vertelde hem over mijn avonturen daar. Ik weet niet wat het bij hem van binnen deed, dat ik daar was. Zelf wil hij niet meer. Indonesië heeft vreemde vormen aangenomen in zijn hoofd, hij fantaseert erover, het land is een oord van projectie geworden.”
“Mijn eerste keer in Indonesië was anders. Toen was ik 20 jaar. Ik ging erheen met veel vragen. Wat had ik nog met dat land, was wat ik voelde sentiment, verheerlijking, of had ik er zelf nog wat mee? Ik leefde bij een gastgezin.Ik voelde me lid van de familie, ik had hun nichtje kunnen zijn. Ik hoorde erbij. Tien jaar later was ik 30 jaar en een toerist, een buitenstaander. Ik kon het maar moeilijk accepteren dat ik voor Indonesiërs gewoon een Nederlander was. ‘Zien jullie dan niet dat ik hier ook hoor?’ Maar ja, je moet natuurlijk niet denken dat het op je voorhoofd geschreven staat. Of dat je iemand anders nodig hebt om te voelen dat een land bij je hoort. En: was ik dan bijzonderder omdat je uit twee culturen komt, rijker, heb je meer substantie? Ik realiseerde me dat ik wilde dat die vragen ingevuld werden, terwijl de antwoorden mijn eigen projecties waren.”
“Mijn werk als kunstenares begon heel intuïtief. Ik werkte puur vanuit mijn gevoel, ik wilde mijn eigen onopgeloste thema’s benoemen. En ik kwam ook wel bij vragen aan, maar ik wilde meer, ik wilde op zoek naar de diepere betekenis. Inmiddels gaat mijn werk niet meer over mij, maar over universele thema’s; identiteit, exotisme, verheerlijking, het sentiment en het spannende. De verandering kwam na mijn masteropleiding Fine Arts in Londen. Daar leerde ik conceptueel te denken over mijn werk. Eerst nadenken over mijn onderwerp, daarna pas beginnen, zodat ik wel bij die diepere betekenis kon komen. Door te leren praten over mijn werk, naar kunst van anderen te kijken en bewust te benoemen wat je ziet, is het me gelukt een bepaalde intensiteit te creëren. Door afstand te creëren tot mijn eigen thematiek, kon ik gaan benoemen.”
“Gemengdheid verwerk ik nu in en met mijn werk. In een werk, want het object laat de gemengdheid zien. Met mijn werk, want ik maak nooit alleen maar één plaatje voor aan de muur. Ik exposeer niet één doek of object, maar meerdere tegelijk. Die zijn als het ware met onzichtbare lijnen met elkaar verbonden. Ik zie mezelf steeds meer als bruggenbouwer tussen werelden, en mijn werk maakt die werelden voelbaar.”
Hadassah leeft sinds 2006 in Berlijn. Een deel van haar werk komt weer naar Nederland: het is vanaf 10 februari a.s. in RAiR, Rotterdam te zien. En misschien is de kunstenares er zelf ook bij.
Ik heb deze begaafde kunstenares wel eens gezien in Nuth (dorpje nabij Heerlen) waar ze volgens mij de lagere school heeft bezocht.
Zie overigens haar tentoonstelling “Zinnelijk Exotisme” die medio 2007 in het hoofdgebouw van de Universiteit Maastricht is gehouden.
http://www.unimaas.nl/exposities/hadassah/index.html