Tijdens een vervelend griepje dat me al dagen aan huis gekluisterd houdt, grijp ik alles aan om de koortsige uren op de bank en in bed minder eentonig te maken. De Winterspelen bieden wat verlichting, maar ook herhalingen van een handjevol Neerlandse successen gaan vervelen. Ik ben niet wintersport liefhebber genoeg om me te verdiepen in de vele andere disciplines, zoals skeleton, waarin onbekende gekken met 140 kilometer -plat op hun buik en hoofd vooruit- hun leven wagen in een rodelbaan.
Dan maar het nieuws volgen rond de val van het kabinet. We blijven niet in Uruzgan en daar was een val voor nodig. Al snel zie ik door de bomen het bos niet meer en hou ik het niet langer vol. Dan toch maar de stapel tijdschriften door, er ligt meestal wel wat ongelezen tussen. Hoewel het lastig concentreren is op kleine letters met 39 graden koorts, duik ik vandaag -plat op mijn rug- een aantal uren onder de wol met de laatste editie van de Republikein die mijn buurvrouw me kwam brengen; het themanummer Indië verloren, rampspoed geboren.
Deze editie van het Tijdschrift voor de Ware Democraat besteedt ruimschoots aandacht aan de wrok, spijt en leugens bij het afscheid van Insulinde. De toon is snel gezet als hoofdredacteur Rik Smits begint met uitleggen dat Nederland zich graag als een klein landje ziet, wat “goeddeels onzin” is, want “economisch, cultureel en wetenschappelijk is Nederland eerder een reus”. “Maar kleingeestigheid ging ons ten aanzien van onze koloniën beschamend goed af”.
Ik zit inmiddels wat rechter op in bed en lees verder. Aan de hand van een interessante verzameling stukken van onder meer Gerard Aalders, Henk Schulte Nordholt en Johannes van Dam word ik meegenomen langs belangrijke momenten in de geschiedenis van Nederland en Indonesië. De artikelen maken onder meer kraakhelder hoe vreemd de oude koloniale macht Nederland omgaat met het “tropische deel” van haar geschiedenis.
Dat wist ik op zich al wel, maar ook voor mij staan er in deze editie vooral onthullende artikelen. Tussen de hoestbuien door slaak ik de meeste “oh’s” en “ah’s” bij het stuk Opium van Oranje van Ewald Vanvugt. Net als in zijn Zwartboek voor Nederland overzee: wat iedere Nederlander moet weten, vertelt hij hoe het Koningshuis vele tientallen miljoenen vergaarde via de opiumhandel in Nederlands-Indië. Zeker niet alleen voer voor republikeinen. Jammer dat, met een oplage van slechts 2.500 stuks, deze kennis bij bar weinig mensen terechtkomt.
Vanaf de op Tjalie Robinson geïnspireerde “Spaans gepeperde termen” op pagina 1, tot aan het “Postkoloniaal Naschrift” op pagina 64, waarin Alfred Birney nog maar eens de vloer aanveegt met Oeroeg en de Oeroeg-hype van eind vorig jaar, blijf ik in ieder geval geboeid. Goede journalistiek-wetenschappelijke teksten van mensen die hun weg weten met de pen vervelen niet. Zelfs niet met een virus die even hardnekkig lijkt als het gebrek aan (post-koloniale) zelfreflectie waar Nederland nog altijd in uitblinkt. Waar een groot land klein in kan zijn.
@Ed: misschien dat we nu met enige verbazing tegen de handelingen van toen aankijken, maar plaats het ook in het tijdsbeeld van toen. Hoe slecht of onterecht het toen of nu ook was, de wereld stak anders in elkaar en eigenlijk elk wester land hield er koloniën op na waarvan men de winst in eigen zak stak. Vaak is het in veel van deze voormalige koloniës vandaag de dag niet anders gesteld: alleen zijn de buitenlandse koloniale machthebbers vervangen door de eigen politieke elite. De winst en profijt komt nog steeds niet bij de “gewone” man. Betreft onze eigen koloniale verleden: wordt het niet tijd om dit meer dan 60 jaar na dato af te sluiten? Uiteraard zijn er hele verkeerde dingen gebeurt in het verleden, maar het is gelukkig ook verleden! Het verleden is om iets van te leren, maar ook om af te sluiten; het is niet meer van toepassing op de situatie nu dus wat is het nut om het nu nog een keer te veroordelen? Indonesië is een vrije staat, Nederland heeft geen kolonies meer en daarmee lijkt me de kous af! De Indische gemeenschap moet eens vooruit kijken want met het steeds willen herleven, oprakkelen van misstappen van een verleden waar wij (jij en ik zijn allebei in Nederland geboren en getogen als dertigers) geen deelgenoot van zijn geweest, doen we een tekort op de Indische cultuur. Indische cultuur is meer dan het verleden van toenmalig Nederlands-Indië, Indisch 3.0 is hedendaags toch?
Het gaat in dit stuk niet over cultuur, maar over een gebrek aan historisch besef en zelfreflectie. Het bevat ook helemaal geen oordeel over het koloniale verleden zelf, maar gaat over de manier waarop Nederland daarmee is omgegaan en (nog altijd) omgaat. Dat is geen verleden tijd en leidt nog altijd tot misverstanden, misinterpretaties, halve en hele onwaarheden. Het gebrek aan historisch besef en (post-koloniale) reflectie in Nederland is iets wat ik doorlopend constateer en waar deze aflevering van de Republikein zo ongeveer geheel aan is gewijd. Wat mij betreft een aanrader dus. En ja, Indisch 3.0 is zeker hedendaags; de Republikein kwam afgelopen december uit en is in de betere boekhandel nog wel te krijgen…
@ Erik, Het adagium: “ken je geschiedenis opdat je dezelfde fouten in de toekomst niet meer maakt” is juist zo belangrijk omdat telkenmale blijkt dat we niet (voldoende) van onze geschiedenis leren. Daarnaast is het bijzonder slecht gesteld met de gemiddelde kennis van onze geschiedenis. Onder het mom van, we kijken naar de toekomst dus laat het verleden het verleden zal dat alleen nog maar slechter worden. Dat biedt vervolgens ruimte aan zekere volksvertegenwoordigers om de Nederlandse Antillen in de uitverkoop te doen. Vervelend genoeg hanteert hij daar bij ook jouw argument. Het verleden is het verleden en daar ben ik persoonlijk niet verantwoordelijk voor.
Daarmee is niet gezegd dat we uit wroeging geen nachtrust meer mogen hebben of dat we onszelf alsnog aan de schandpaal moeten nagelen. Waar we wel voor moeten oppassen is dat ‘wij’ als voormalige kolonisatoren zelf nadrukkelijk de grens bepalen wanneer iets wel en niet meer verwijtbaar is. Is een oorlogsmisdrijf tijdens de politionele acties eind jaren 40 van de vorige eeuw geschiedenis en die in voormalig Joegoslavië van 20 jaar geleden niet. Want immers toen was de wereldmores anders, in de jaren negentig dachten WIJ daar inmiddels anders over.
Zo heeft Pronk mij enigszins versteld doen staan toen deze eind jaren tachtig Indonesië aansprak op de mensenrechten situatie in Atjeh. Niet dat Indonesië daar niet op aangesproken moest worden, zeker wel. Maar je kan jezelf wel de vraag stellen of een vertegenwoordiger van de Nederlandse regering dat had moeten doen en op die (belerende wijze). Kort door de bocht gezegd is het Indonesische beleid en motief voor Atjeh een kopie van de motieven en het beleid van Nederland (denk Van Heutz, de verschillende Atjeh oorlogen). Wat wij tot enkele decennia er voor nog de meest legitieme zaak van de wereld vonden, werd nu door de ‘leraar’ veroordeelt. Je kan je afvragen of de afstand die we in Nederland hadden genomen van de geschiedenis ook door de Indonesiërs was genomen.
En wat onze eigen koloniale geschiedenis betreft, als de Indische gemeenschap een toekomst wil kennen zal het juist nadrukkelijk haar geschiedenis moeten kennen. In alle facetten die we kennen. Het kan toch slecht voldoende zijn om te stellen: we zijn Indisch, wat dat betekent? Dat we geboren zijn uit één of beide ouders met één of andere link met het voormalig Nederlands-Indië, soit. Ik heb persoonlijk een bovengemiddelde interesse in geschiedenis en daardoor mogelijk geen representant van de modalere geschiedkunde inzake Ned-Indië. Als ik beluister wat mijn eigen neven en nichtjes, maar ook anderen van hun generatie, nog aan interesse voor ‘onze’ geschiedenis aan de dag leggen dan biedt dat weinig hoop. Dat is geen verwijt aan de jongere Indische generaties omdat het wel te verklaren is. De koloniale geschiedenis lijkt namelijk een moeilijk onderwerp op school. Alle geschiedenis die je wil achterhalen moet min of meer zelf achter aan, je interesse moet dan wel heel bovengemiddeld zijn.
Als onze geschiedenis alleen nog gebaseerd is op de mondelinge overlevering dan zal onze geschiedenis met het verstrijken van de tijd een ratjetoe worden van zeer mooie, pijnlijke, gekleurde en minder gekleurde persoonlijke ervaringen. Dit is weliswaar onderdeel van geschiedvoering maar het zal de onderliggende visies en toekomstige discussies tussen Indischen en over Indië er niet makkelijker op maken.
@Ed & Patrick: ik snap dat je altijd van je geschiedenis kunt leren. Ed: jij kent me persoonlijk en mijn organiseren in de Indische gemeenschap. Dan weet je mijn betrokkenheid in de organisatie rondom 15 augustus, Indische jongeren op sleeptouw nemen naar Bronbeek en Tropenmuseum. En dat voor iemand van de derde generatie!
Wat ik bedoelde is dat het mij wel enigzins stoort dat er blijkbaar altijd in de Indische cultuur merendeels over een ver verleden moet gaan. Het koloniaal gebeuren, de eventuele misstappen, etc. Mijn inziens hebben Surinamers en Antillianen het onderling ook niet steeds over het leed van de slavernij van hun voorouders, Nederlanders van Marokkaanse en Turkse afkomst ook niet steeds over hoe hun vaders van het platteland van hun land werden gelokt om te werken in de fabrieken van west-europa (wat nog dichter in de tijdslijn ligt dan “ons” koloniaal verleden). Waarom lijkt het dan alsof ELKE Indische organisatie het steeds over “het verleden” moet hebben, de drang heeft om zichzelf als onderdeeltje te zien over iets wat een paar honderd jaar geleden is begonnen (VOC) en circa 60 jaar geleden is beëindigd (Merdeka Indonesia), dat dan ook te kunnen verklaren of op te moeten helderen?
Patrick schreef: “ken je geschiedenis opdat je dezelfde fouten in de toekomst niet meer maakt” is juist zo belangrijk omdat telkenmale blijkt dat we niet (voldoende) van onze geschiedenis leren.” Ja dat ken ik, en dat is een algemene uitspraak. Pas het toe op hetgeen waarover we het nu hebben: de kolonisatie van Nederlands-Indie, voormalig Indonesië, en het reilen en zeilen toendertijd. Geef mij a.u.b. een voorbeeld van een situatie uit deze geschiedenis (of de gehele kolonisatie) wat wij, jij en ik, daarvan specifiek kunnen leren wat onderhand al niet is besproken in de afgelopen 60 jaar? Wat hebben we niet geleerd van deze geschiedenis? Indonesië is toch een zelfstandige republiek? Zijn wij als nazaten van kolonisten niet geboren en getogen in het oorspronkelijke land van herkomst omdat onze (groot)ouders naar Nederland zijn gekeerd/moeten keren (met pijn in hart want Nederlands-Indië was meer dan een handelskolonië) en mede daardoor Indonesië als nieuwe republiek met een schone lei kon beginnen? Heeft het nog nut om over de mogelijkheden van toen te praten; het is nu eenmaal zoals het is en 60 jaar na dato onomkeerbaar!
Dat de jongste generatie Indische Nederlanders een slechte kennis zou hebben van de Indische geschiedenis is maar de vraag; want in hoeverre beoordeel je dat? Moet men wel weten dat wanneer de kolonisatie van Bali plaatsvond, moet men namen kennen als Westerling, of moet men (om ontopic te blijven) weten dat het koningshuis bij de opiumhandel in Nederlands-Indië betrokken was? Ik denk als je op zulke details gaat oordelen het merendeel van alle bevolkingsgroepen een slechte kennis heeft van zijn/haar eigen culturele geschiedenis. Zou bijv. een doorsnee jongen/meid van Surinamese afkomst, geboren en getogen in Nederland, weten wanneer, van waar en waarom er Hindustanen en Javanen in Suriname aankwamen, wanneer en hoe de zgn “boscreool” in de Surinamse binnenlanden kwamen of dat Suriname in oorsprong Engels was maar dat Nederland het als koloniale macht heeft geruild tegen Nieuw-Amsterdam wat doen werd omgedoopt in New York? Weet een Nederlandse jongeren wanneer Willem van Oranje werd doodgeschoten, door wie en waarom? Weten ze überhaupt wel wie Willem van Oranje is en waar die vandaan komt? En is dat nog van belang als het merendeel gewoon algemene kennis heeft over zijn/haar cultureel verleden?
Het merendeel van de jongeren interesseert zich namelijk niet in geschiedenis maar heeft wel een algemene kennis van het verleden. Men weet heus wel dat de roots in de voormalige kolonie ligt, vaak krijgt men dat in de opvoeding al mee. Als mede door het uiterlijk van opa en oma. Niet in jaartallen of details, maar is die basis eigenlijk al niet genoeg om vooruit te gaan? Ik geloof het best dat een grote groep het Indisch zijn verder op een beloop laten omdat elke bijeenkomst, dansavond, website, vereniging of musea wat hun cultuur betreft als thema, onderwerp, sfeer van een verleden heeft. Men probeert in het Indische verenigingsleven te vaak tijden te herleven waar “onze” jeugd geen binding mee heeft. Dat is circa 10 jaar geleden ook de aanleiding geweest dat ik Darah Ketiga heb opgericht: ik vond de avondjes, kumpulans, Pasar Malams wel leuk maar het ging over tijden en ervaringen die ik niet herkende en die me onderhand de neus wel uitkwamen.
Ik geloof dat het tegenwoordig niet veel anders is. Waarom zou een jonger iemand zich aangetrokken moeten voelen tot activiteiten die voornamelijk nostalgie en herleven van vervlogen tijden uitademt? Is het niet logisch dat jongeren zich overbodig en ongewenst voelen op zulke activiteiten? Wat heb je eraan om tijden voor mijn geboorte te moeten herleven, overpeinzen, van “leren” c.q. aanhoren, als dit mij of de Indische cultuur / gemeenschap in het heden of de toekomst niet vooruit brengt en waar je geen affiniteit mee hebt omdat je eigen blik en leven is gericht op het heden en toekomst? Een van de eerste dingen die ik leerde tijdens mijn studie Cultureel Maatschappelijk Vorming; een cultuur moet zich ontwikkelen, een cultuur die stilstaat en in het verleden blijft hangen is een cultuur die stagneert. Een cultuur die stagneert zal met de komende generaties doodbloeden omdat er met de komst van nieuwe generaties steeds meer afstand in tijd en bloedlijn wordt gecreëerd met het moment van stagnatie. En dat is wat ik persoonlijk ervaar in de Indische cultuur. Ik kan naast Indo-rock (wat zelfs al gedateerd is, want hedendaags is Indo-rock geen begrip meer) geen na-oorlogse culturele ontwikkeling noemen dat een kenmerk is voor de moderne Indische cultuur. En ik begrijp dat ook wel want de molen binnen de Indische gemeenschap (als we daarover kunnen spreken) wordt draaiende gehouden door ouderen die op het natuurlijke punt in hun leven zijn dat ze terugblikken op hun eigen leven. Echter zouden jongere Indo’s zoals wij beter moeten weten.Wellicht dat Indisch Nederlanders van de jongere generaties artikels en onderzoeken kunnen schrijven over: hoe men elkaar cultureel kan activeren en motiveren ipv blijven graven op elke detail in een verleden. Kennis over het verleden hebben is best; maar te diep graven in het verleden leidt naar een kuil zo diep dat we er zelf niet meer uit kunnen klimmen. Daarmee zeggende dat we ook weleens vooruit mogen klimmen om meer in balans te blijven, te groeien en jongeren te motiveren deelgenoot te zijn van onze cultuur.
Quote :
1.Geef mij a.u.b. een voorbeeld van een situatie uit deze geschiedenis (of de gehele kolonisatie) wat wij, jij en ik, daarvan specifiek kunnen leren wat onderhand al niet is besproken in de afgelopen 60 jaar?
2.Het merendeel van de jongeren interesseert zich namelijk niet in geschiedenis maar heeft wel een algemene kennis van het verleden. Men weet heus wel dat de roots in de voormalige kolonie ligt, vaak krijgt men dat in de opvoeding al mee.
3.Een cultuur die stagneert zal met de komende generaties doodbloeden omdat er met de komst van nieuwe generaties steeds meer afstand in tijd en bloedlijn wordt gecreëerd met het moment van stagnatie.
4.Wellicht dat Indisch Nederlanders van de jongere generaties artikels en onderzoeken kunnen schrijven over: hoe men elkaar cultureel kan activeren en motiveren ipv blijven graven op elke detail in een verleden.
———————————————————
Mag ik als buitenstander (Indonesier)en iemand van een oude(re )generatie iets zeggen?
1.Jullie zijn als groep min of meer verdeeld , geen eenheid vormen zoals vroeger in de Nederlands Indie periode.
Ik vind het jammer , terwijl jullie al ongeveer 60 jaren de tijd hadden om te organiseren .
Dat is mijn waarneming als een buitenstaander .
2.Omdat men niet zo interesseerde in de eigen geschiedenis kan men ook moeilijk weten welke gemeenschappelijke binding jullie met elkaar hebben.
Wat zijn die gemeenschappelijke factoren , die als “lijm” kan fungeren om de eenheid van de groep te benadrukken ?
Hoe groot is die “wij gevoel gedachte” bij de verschillende generaties ?
Is er voldoende communicatie tussen de verschillende generatie.?
Is er een overdracht van kennis en cultuur ?
3.Zolang een groep (of volk) bestaat zal Cultuur nooit stagneren , er is altijd beinvloeding van buitenaf .Uiteraard moet er een overdracht zijn aan de volgende generaties .
Er is wel een probleem , dat jullie een Cultuur moet hebben , die herkend en gedragen wordt door de groep.
Voorzover ik de discussies gevolgd heb is er nog steeds discussies(soms heftig) of de Indische Cultuur wel bestaat.
4. In de afgelopen 20 jr(waarschijnlijk eerder) is er een beweging gekomen.
Er werd ook diverse pogingen gedaan om de Indische Cultuur te beschrijven .
De tijd dat men praat over botol cebok of lekker pedis eten of trasi lekker vindt is al lang gepasseerd.
Jullie moeten harder je best doen om samen te werken , en profileren als 1 groep .
Anders “verdwijnt” de 4de of 5de generatie in de multiculti samenleving .
50 jr later kan men alleen in geschiedenisboeken lezen over het bestaan van een klein groep mensen die Indische Nederlanders heten.
@Surya: bedankt voor je reactie! Ben het zeker in grote lijnen met je eens! Ff een korte reactie/aanvulling op je vragen/stellingen:
“1.Jullie zijn als groep min of meer verdeeld , geen eenheid vormen zoals vroeger in de Nederlands Indie periode.
Ik vind het jammer , terwijl jullie al ongeveer 60 jaren de tijd hadden om te organiseren .
Dat is mijn waarneming als een buitenstaander . ”
Misschien is dat juist de vraag: was er sprake van eenheid? Kijkend naar de hedendaagse gemeenschap zal het toendertijd niet veel anders zijn geweest. De Indische bevolkingsgroep is in tegenstelling tot veel andere culturele (minderheids)groepen WEL breed verspreid: sociaal en economisch. Er zijn geen echte bevolkingsconcentraties zoals bij ander groepen. In N-I had men wel min of meer Indische bevokingsconcentraties bij elkaar wonen, maar dat was meer vanwege een economische achtergrond dan een bewuste keuze. Daarnaast is Indonesië een groot land met een diverse bevolking. De ene Indische Nederlander voelt zich puur Nederlands, de ander voelt zich verbonden met de Manadonees, de ander met de Javaan.
“2.Omdat men niet zo interesseerde in de eigen geschiedenis kan men ook moeilijk weten welke gemeenschappelijke binding jullie met elkaar hebben.”
“Wat zijn die gemeenschappelijke factoren , die als “lijm” kan fungeren om de eenheid van de groep te benadrukken ?”
– Dat is een groot vraagstuk! Er zijn veel overeenkomsten maar die zijn vaak gedateerd en achterhaalt; niet meer van toepassing op de huidige generaties.
“Hoe groot is die “wij gevoel gedachte” bij de verschillende generaties ?”
Er is sprake van een generatiekloof. Zoals bij veel andere “immigranten” is er sprake van een eerste generatie die aan het land van herkomst denkt (herleeft op de oude dag), een tweede generatie die met één been in het land van herkomst staat en één been in het nieuwe land omdat ze aan hun toekomst willen werken die daar ligt. De derde generatie is hier geboren en getogen. Informatie over hun cultuur krijgen ze met flarden mee van de (groot)ouders. Voor de rest moeten ze kennis vaak zelfstandig via i-net of eigen ervaring opdoen. De vraag is of dit wel de juiste informatie is.
“Is er voldoende communicatie tussen de verschillende generatie.?”
Er is wel communicatie maar er is een gebrek voor wederzijds begrip (mijn eigen ervaring). Het is dan eenzijdige communicatie.
“Is er een overdracht van kennis en cultuur ?”
Beperkt. Vaak vind kennis plaats uit eigen onderzoek dan dit wordt overgedragen. Hierdoor wordt het beeld van de cultuur alsmede de cultuurbeleving beïnvloed door informatie van derden: Nederlandse wetenschappers, schrijvers, etc die “even” vertellen hoe of wat onze cultuur is. Hier zit natuurlijk geen (activerend/motiverend) gevoel in zoals dat bij overdracht door een oudere generatie wel zou zijn.
“3.Zolang een groep (of volk) bestaat zal Cultuur nooit stagneren , er is altijd beinvloeding van buitenaf .Uiteraard moet er een overdracht zijn aan de volgende generaties .
Er is wel een probleem , dat jullie een Cultuur moet hebben , die herkend en gedragen wordt door de groep.”
Dat is inderdaad wel een minpunt: tastbaarheid. De meeste immigranten hebben een nationaliteit gekoppeld aan hun identiteit en dus een land om op terug te vallen, naar te verwijzen, etc. Indische Nederlanders hebben geen andere nationaliteit dan de Nederlandse en het land waar hun culturele identiteit is niet aan landsgrenzen verbonden. Dit maakt het des te ingewikkelder voor na-oorlogse generaties om: En te functioneren binnen de Nederlandse samenleving (vaak integreren zij dan ook: is gemakkelijker), en een duidelijk beeld te krijgen van hun eigen culturele identiteit. Wat ik zie bij de jongste generaties: handelen en zien zichzelf als Nederlanders van Indische afkomst, ipv van gevoel hebben Indische Nederlanders te zijn. Sommigen uit de eerste generatie zien de huidige generatie ook niet als Indisch maar als verhollandst. Daar zit een kern van waarheid in, maar dergelijk verwijten motiveren en activeren uiteraard niet in het geheel.
“Voorzover ik de discussies gevolgd heb is er nog steeds discussies(soms heftig) of de Indische Cultuur wel bestaat.” Dit is volgens mij een gevolg van de generatiekloof en miscommunicatie, verschil in opvattingen/ verschil in visies zoals hierboven omschreven; een stuk frustratie en ook een zondebok aan willen wijzen omdat men diep van binnen allemaal weet dat alle generaties er in de loop van tiental jaren een potje van hebben gemaakt waardoor de cultuur nu op een dood punt is beland.
“4. In de afgelopen 20 jr(waarschijnlijk eerder) is er een beweging gekomen.
Er werd ook diverse pogingen gedaan om de Indische Cultuur te beschrijven .
De tijd dat men praat over botol cebok of lekker pedis eten of trasi lekker vindt is al lang gepasseerd.
Jullie moeten harder je best doen om samen te werken , en profileren als 1 groep .
Anders “verdwijnt” de 4de of 5de generatie in de multiculti samenleving .
50 jr later kan men alleen in geschiedenisboeken lezen over het bestaan van een klein groep mensen die Indische Nederlanders heten.”
HELEMAAL MEE EENS! Teveel mensen zitten op een praatstoel en te vaak worden gebeurtenissen uit het verleden om details, kennis, etc er met de haren bijgetrokken die op geen enkele wijze een bijdrage leveren aan de voortgang, laat staan ontwikkeling, van de Indische cultuur.