De witte tenten die half mei op het Malieveld verrezen zagen er exact hetzelfde uit als vorig jaar, maar voor het eerst in vijftig jaar prijkte er niet langer de naam Pasar Malam Besar boven. Van 21 mei tot en met 1 juni 2009 stond er Tong-Tong Fair (TTF) op de luifels. Het was de Pasar Malam Besar nieuwe stijl: meer nadruk op cultuur, minder op nostalgie.

Tong Tong Fair 2009. Foto: Ferdi's World's webstream (Flickr)

Foto: Ferdi's World's webstream (Flickr)

Het culturele aanbod van de TTF is onder meer verpakt in het Tong-Tong Festival. In dit programma kunnen bezoekers andere Indische cultuur opsnuiven dan alleen eten en Indorock. Dit aanbod is een van de belangrijkste redenen voor de veel bediscussieerde naamswijziging. De organisatie maakte vorig jaar bekend dat zij met de nieuwe naam meer de aandacht wilde vestigen op het culturele aanbod en minder op het ‘nostalgische karakter’; een mooi streven, want een open gesprek over de Indische cultuur ontbreekt nog in de Indische wereld.

Cultuur op de TTF is te vinden in het Cultuurpaviljoen en bestaat onder meer uit een jaarlijks wisselende tentoonstelling over een Indisch thema. Dit keer was dat Indische interieurs, met teksten en foto’s over Indische huiskamers. In het Bibit-theater kunnen bezoekers documentaires zien en lezingen, gesprekken en discussies bijwonen over wetenswaardige of actuele onderwerpen uit de Indische wereld. Zo is er dit jaar een discussie georganiseerd over de film ‘Het jaar 2602’ onder leiding van Pamela Pattinama, een gesprek van Ricci Scheldwacht met vader en zoon de Wolff en hebben Guus Cleintuar, Alfred Birney en ik onder leiding van Sylvia Dornseiffer gediscussieerd over Tjalie Robinson, naar aanleiding van de biografie door Wim Willems die vorig jaar uitkwam.

De afwezigheid van een discussie over Lizzy van Leeuwen’s Ons Indisch Erfgoed daargelaten, was het culturele programma inhoudelijk inderdaad actueel. Op deze weblog is in het begin van dit jaar een flinke discussie losgebarsten over de Indische filmmiddag in vier Pathé-theaters, en ook de biografie van Tjalie heeft in de Indische wereld achter de schermen aardig wat losgemaakt. Toch heb ik van meerdere kanten gehoord dat de kwaliteit van de discussies tegenviel, en ik, als deelnemer aan het debat over Tjalie Robinson, heb dat ook zo ervaren. Zonde, want ik vind juist de gedachte achter de naamswijziging in Tong-Tong Fair ruimte bieden voor het doorbreken van de instandhouding van Indische culturele taboes. Zoiets zou het bewijs zijn dat niet langer alleen nostalgie, maar ook een levende cultuur de brandstof is van de TTF.

Dat er behoefte is aan gesprek over de Indische cultuur bewijzen de talloze webfora wel. Indisch 3.0 is slechts een van de vele plekken waar Indo’s op internet met elkaar in debat gaan. Die Indische webwereld laat ook zien dat deze discussies gepaard gaan met heftige emoties, felle kritieken en diepe teleurstellingen. Is het om het vermijden van die heftigheid dat echte discussies  maar niet los willen komen op het Tong-Tong Festival, juist uit de wens het nostalgische beeld van een gezellig Indisch samenzijn in stand te houden? Alhoewel ik nu al kan voorspellen dat geen enkele Indische discussie zal eindigen in een eensgezinde mening, zou dat toch niet mogen betekenen dat we discussie over onze cultuur ‘in het echt’ willen mijden. Cultuur houd je levend door het te ervaren, maar ook door de taboes te doorbreken, zodat we als gemeenschap kunnen groeien met behoud van het goede.

Want voor de échte Pasar-ervaring mag het goede, die Indische nostalgie, op de volgende TTF wat mij betreft niet ontbreken. Op een van de dagen dat ik onderweg ben naar het Bibit-theater in het Cultuurpaviljoen, aanschouw ik een Indisch echtpaar in de Indo Star Studio van Claude Vanheije, waar Indische 70+’ers zich gratis mogen laten vereeuwigen. Poserend voor de warme lens stralen de tijdelijke fotomodellen veerkracht uit, de man achter de vrouw, haar omhelsend, de vrouw sluiks genietend van zijn bescherming. Vrolijk lachend kijken ze de camera in. Hoe lang zouden deze twee al bij elkaar zijn en hoe heerlijk is het dat ze na al die tijd nog zo’n eenheid kunnen uitstralen? Laten we hopen dat Vanheije er volgend jaar in het Cultuurpaviljoen een tentoonstelling aan mag wijden. En dat de organisatie het aandurft om in 2010 de voorzichtig ingezette vernieuwing een flinke portie tjabé rawit te geven.